Auteursarchief: Rob de Vos

Het water komt (niet)


De geschiedkundige Rutger Bregman schreef een boekje over de gevaren van de stijgende zeespiegel, dat hij gratis ter beschikking stelt. Salomon Kroonenberg fileerde onlangs op tv het verhaal van Bregman (zie hier). Dat deed hij op duidelijke wijze, dus daar hoef ik geen woorden meer aan te wijden.

Waar ik wel naar keek waren de meest recente cijfers van het zeeniveau voor de Nederlandse kust, die worden bijgehouden door Rijkswaterstaat. Sinds kort zijn de data van 2018 beschikbaar gekomen en zijn downloadbaar bij PSMSL en NOAA.

Er zijn zes hoofdpeilstations: Vlissingen, Hoek van Holland, IJmuiden, Den Helder, Harlingen en Delfzijl. Daar zijn data van beschikbaar sinds medio 19e eeuw. De reeksen van Vlissingen en IJmuiden vertonen echter een inhomogeniteit in het begin van de reeksen. Daarom laat ik de reeksen beginnen op 1 januari 1901, parallel aan de temperatuurreeksen van het KNMI. Die reeksen zien er zo uit:


Lees verder

Hoera, minder CO2-uitstoot!

Een persbericht van de het IEA, het Internationaal Energie Agentschap, haalde vele media vandaag. Het onderwerp was de uitstoot van CO2, die in 2019 wat lager uitviel dan in 2018. Althans, de uitstoot in de energiesector. Dat is de uitstoot van CO2 als je van een primaire energiedrager (steenkool, olie, gas, biomassa) elektriciteit maakt. De IEA weet ook hoe dat komt: “ Global energy-related CO2 emissions flattened in 2019 at around 33 gigatonnes (Gt), following two years of increases. This resulted mainly from a sharp decline in CO2 emissions from the power sector in advanced economies1, thanks to the expanding role of renewable sources (mainly wind and solar PV), fuel switching from coal to natural gas, and higher nuclear power output.”.

Bron: IEA

De tekst hierboven is van hun website. In 1974 opgericht door een aantal belanghebbende Westerse landen om de energieleverantie veilig te stellen. Er was destijds sprake van een flinke oliecrisis, zoals dat toen heette. Intussen is de situatie op de energiemarkt drastisch veranderd en houdt het Agentschap zich ook bezig met ‘verduurzaming’  van de energiemarkt.

Bron: IEA

Lees verder

Gemiddelde temperatuur

Het is onmogelijk om de gemiddelde temperatuur van de aarde te meten. Als je alleen gebruik maakt van de opgestelde thermometers, zoals GISS/NASA, Hadcrut en andere  organisaties doen, dan zit je met het probleem dat het aantal thermometers zeer beperkt is en bovendien ruimtelijk erg ongelijk verdeeld. Maar ook in de tijd laat de  verdeling te wensen over: ik zou vanwege de beperkte hoeveelheid meetlocaties vóór 1950 echt geen uitspraken durven te doen over de gemiddelde temperatuur in de periode 1900-1950. Maar ook tegenwoordig zijn er nog veel gebieden waar niet gemeten wordt. De ‘gaten’ worden dan opgevuld door schattingen op basis van al dan niet ingewikkelde wiskundige modellen. Ik heb daar al eens vaker over geschreven.

Beter doen de temperatuurreeksen het op basis van satellietmetingen sinds 1978, maar ook die data zijn niet vrij van omissies. Zo verandert de baan van de satellieten voortdurend en moeten de meetdata daarvoor gecorrigeerd worden. Die correcties verschillen tussen de organisaties die deze data gebruiken. Maar er zijn nog meer hobbels te nemen voordat van die meetgegevens temperaturen zijn ‘gemaakt’. De bekendste twee datareeksen, die van UAH en RSS, wijken dan ook enigszins van elkaar af.

Verder zijn er datareeksen op basis van weerballonnen, metingen op schepen, op wetenschappelijke bases, vliegtuigen, boeien et cetera. Een aantal organisaties maakt van zoveel mogelijk beschikbare data gebruik in zogenaamde reanalyses. Reanalyses zijn historische datasets waarin met behulp van een scala aan waarnemingen en met toepassing van fysische modellen een zo goed mogelijk ‘beeld’ van de temperatuurverdeling op aarde berekend wordt. Die fysische modellen zijn vaak ontwikkeld en worden gebruikt voor (middel-)lange termijn weersvoorspellingen. Een daarvan is CFSV2 van NOAA, die zo goed is dat die 17 dagen vooruit kan kijken.

Bron: Weatherbell

De Amerikaanse weerwebsite  Weatherbell maakt gebruik van die analyses en reanalyses van NOAA en maakt op basis daarvan voor elke maand een kaart met de temperatuurverdeling op aarde als anomalie voor de periode 1981-2010. Hierboven ziet u een kaartje van de temperatuurverdeling op aarde van juni 2019.

Het leuke is dat de website vanaf 2013 ook de gemiddelde maandelijkse temperatuur van de aarde heeft berekend (T). Ik heb al die waarden (7×12=84) in Excel gezet en er een grafiek van gemaakt:


Die schommelende lijn is de gemiddelde globale maandtemperatuur van januari 2013 t/m december 2019. Die schommelingen zijn het gevolg van de ongelijke verdeling van land/water tussen het noordelijk en het zuidelijk halfrond. Ik heb ook een LOESS smoothing toegepast om te zien of er over deze korte periode een tendens te bespeuren is. Tot 2015 is er een lichte toename van T global, daarna is de tendens vlak.

Die warmste 31 januari ‘ooit’

 

Overal las en hoorde je het de afgelopen dagen: afgelopen vrijdag was de warmste 31 januari ooit gemeten in De Bilt, namelijk 12,5 °C. Het oude record stamt uit 1990 stellen de media, toen werd het 12,1 °C. Nu weet de goed geïnformeerde lezer intussen wel dat dat ‘ooit’  betekent vanaf 1 januari 1901. Het KNMI heeft namelijk besloten dat de officiële meetreeksen van het instituut op 1 januari 1901 beginnen. Er wordt natuurlijk al veel langer gemeten in Nederland. Zo kennen we  de Labrijnreeks, een van de oudste temperatuurreeksen op aarde, die begint in 1706.

Maar de officiële metingen van het KNMI beginnen ook veel eerder dan 1901. Het KNMI werd op 31 januari 1854 opgericht door de beroemde meteoroloog Buys Ballot, naar wie een weerkundige wetmatigheid vernoemd is die nog steeds op het programma staat van het vak aardrijkskunde op de middelbare scholen. Een dag na de oprichting van het KNMI, op 1 februari 1854, startten de officiële metingen. Dat gebeurde in het park Sonnenborgh in Utrecht, waar nog steeds de sterrenwacht te vinden is.

Bron: wikipedia

Die eerste temperatuurmetingen werden uiteraard verricht met behulp van geijkte apparatuur en aan de hand van een vast tijdschema. De reeks loopt t/m 31 december 1896. Vanaf 1897 gaan de metingen verder op het huidige terrein van het KNMI net buiten Utrecht, in De Bilt. Ik heb die eerste metingen bekeken omdat ik nieuwsgierig was of de 12,5  °C van 31 januari 2020 uniek is. Dat is die niet. Op 31 januari 1869 werd een maximum temperatuur gemeten van 12,7 °C. In Maastricht werden nog veel hogere temperaturen gemeten, maar dat ligt zuidelijker. Lees verder

Vechten tegen windmolens

De Groningse windmolenbestrijder Jan Nieboer en de Friese wetenschapsjournalist Rypke Zeilmaker zijn onlangs beiden met veel lawaai (en bij Rypke met geweld) opgepakt. Het lijkt in beide gevallen te gaan om intimidatie. Beide mannen verzetten zich in geschrift en procedures tegen de krankzinnige ‘verwindmoling’ van het landschap. En dat terwijl die molens voor klimaat en CO2-uitstoot helemaal niets uitmaken.

Maar de belangen zijn groot, zowel voor de industrie als voor de overheid. In dat licht moet mijns inziens de aanhouding van beide mannen gezien worden. Helaas heeft justitie (geholpen door politie) geen rekening gehouden met het feit dat deze mannen zich niet laten intimideren.

Tegelijk las ik vandaag dat cartoonist Ruben Oppenheimer sinds hij een cartoon had gemaakt van Erdohan voortdurend bedreigd wordt door Turken die in Nederland wonen. Hij laat dat vaak voor wat het is maar soms doet hij aangifte. Oppenheimer in Trouw: “ Ik doe pas aangifte als er echt strafbare feiten zijn, als iemand schrijft dat ‘alle Joden zoals jij’ aan het gas moeten. ‘En als ik je tegenkom, maak ik je dood.’ Ik heb alle namen en rugnummers. Maar niemand wordt van zijn bed gelicht, zoals wel gebeurt als iemand Wilders op die manier bedreigt. Of Rutte. ‘De kans dat je met geweld in aanraking komt, is reëel’, zegt de politie.

Dus geen actie van justitie en politie bij reële bedreigingen tegen een cartoonist, maar wel met veel bombarie twee windmolenbestrijders proberen bang te maken. Ook het fanatisme waarmee justitie de Friese wegblokkeerders heeft aangepakt past in dat plaatje. Er wordt met verschillende maten gemeten, dat lijkt me duidelijk. Daar moet snel een einde aan komen.

Hieronder het vraaggesprek met Jan en Rypke in de studio van Blue Tiger:

Drijft er nog ijs op de Noordpool?

Bron: pixabay

Zo nu en dan kijk ik even naar de cijfers over het drijfijs op de Noordpool. Net zoals de zeespiegelhoogte is het minimum oppervlak drijfijs in september op de Noordpool een belangrijke indicator voor de opwarming van de aarde.  Het zijn beide als het ware  de koortsthermometers van de ‘opwarmende’ aarde.

Beide indicatoren worden graag gebruikt om te laten zien dat het met de aarde de verkeerde kant op gaat. Over de zeespiegel heb ik recent in het bericht “De zee stijgt maar bij ons niet zo hard het een en ander geschreven.  Het bleek dat In de boeimeetreeksen die langer zijn dan 100 jaar geen enkele versnelling meetbaar is. Voor alle 1269 boeistations in de wereld is de gemiddelde relatieve zeespiegelstijging vanaf 1807 tot 2016  ruim 1,65 mm/jaar. Wel laten de satellietmetingen, die in 1993 aanvangen, een twee maal zo hoge stijging zien van ruim 3 mm/jaar. Die satellietmetingen zijn overigens niet onomstreden. Lees verder

De opwarming van westelijk Spitsbergen

Bron: flickr

Afgelopen zomer is een goede vriend en studiegenoot van me op excursie geweest naar Spitsbergen. Spitsbergen (Svalbard in het Noors) is een eilandengroep in het Noordpoolgebied, ruim 550 km ten N van het noordelijkste puntje van Noorwegen. Het was al eeuwen geleden bekend bij Nederlandse walvisvaarders die er in de 17e eeuw een nederzetting stichtten.

Spitsbergen ligt op ongeveer 80° NB en is daarmee de noordelijkste bewoonde plek op aarde. Een prima plek om Arctisch onderzoek te doen, daarom bestaat een deel van de kleine populatie uit wetenschappers.

Bron: DMI

In de winter is een groot deel van Spitsbergen omringd door drijfijs. Op bovenstaand kaartje is de dikte van het drijfijs weergegeven op 26 januari 2020. Alleen het W deel van de eilandengroep is ijsvrij. Dat laatste is het gevolg van het feit dat een noordelijke tak van de Noord-Atlantische Drift (noordelijk deel Golfstroom) relatief warm water langs de westkust stuwt. Op onderstaand kaartje is die relatief warme zeestroom te herkennen aan de groen kleur.

Bron:  Earth

Ik heb even in het onvolprezen interactieve programma Earth op een tweetal plaatsen de SST (sea surface temperature) van vandaag bepaald. De groene cirkeltjes geven die plaatsen weer, met de bijbehorende temperaturen.De noordelijke uitloper van de Noord-Atlantische Drift geeft 5,7 °C weer, het water net ten O daarvan -1,4 °C. Het verschil is opvallend groot vind ik. De pijltjes geven de stroomrichting aan. Het lijkt merkwaardig dat het water nog stroomt bij een temperatuur van -1,4 °C, maar dat komt omdat zout zeewater pas bij -1,8 °C bevriest. Lees verder

Der Richter und sein Henker

Aan die klassieker op mijn literatuurlijstje voor het vak Duits op de HBS (B)  moest ik denken toen ik de ophef zag over het recente vonnis van de Hoge Raad in de Urgendazaak. Er is -terecht- nog steeds veel ophef over die uitspraak. Zie het bericht van 9 januari j.l.

Prof Jos Teunissen sprak onlangs over de kwestie met Syp Wynia op Café Weltschmerz. Teunissen spreekt van het neomarxisme dat -in de tijd dat veel oudere rechters werden opgeleid  op wat toen nog de Katholieke Universiteit Nijmegen heette- rondwaarde in menig collegezaal. ‘Havana aan de Waal’ werd Nijmegen destijds schertsend genoemd. Ik herinner me uit de tijd dat er ook een tak van de geografie was die ‘marxistische geografie’ genoemd werd en die in Nijmegen populair was. Die onderdompeling op jonge leeftijd in de neomarxistische denkbeelden zou een rol kunnen spelen in de activistische opstelling bij een deel van de oudere rechters, begrijp ik. Ik vind dat geen vreemde gedachte.

Nu is de invloed van het neomarxisme op Nederlandse universiteiten tegenwoordig kleiner en is die al jaren geleden ingeruild voor links-liberale denkbeelden a la D66 en Groen Links. Het idee van het bestaan van ‘D66-rechters’ is gebaseerd op een onderzoek van SSR, het opleidingsinstituut van de rechterlijke organisatie. SSR vroeg raio’s (rechterlijke ambtenaren in opleiding) in 2010 naar hun politieke voorkeur.  Daar kwam uit dat met 31 procent D66 veruit favoriet was onder aankomende rechters en officieren van justitie. D66 stond met stip op één, gevolgd door de PvdA en GroenLinks. Christelijke partijen hebben onder hen nauwelijks aanhang, PVV en SP zijn helemaal uit beeld. Lees verder

Weer ander weer

Bron: earth.nullschool.net

Het weer is momenteel anders dan 5 dagen geleden (zie bericht van 15 januari j.l.). Dat komt omdat de straalstroom nu met een grote slinger over Europa ligt. Voor ons land en ook België, Frankrijk enSpanje betekent dit dat de wind al enkele dagen uit het NO komt. De Earth-kaart toont de windrichting en -snelheid op het 250 hPa vlak, dus in de bovenlucht. Snelheid 200 km/u boven Noord-Frankrijk.  De straalstroom kronkelt zich om een hogedrukgebied boven Zuid-Engeland en een lagedrukgebied in Zuid-Spanje heen.  Dat laatste is het restant van de zware storm die gisteren en vandaag de kust bij Alicante geselde.

Te zien is dat de in ons land aangevoerde lucht niet meer, zoals vorige week , uit het ZW komt maar uit het W. Bovendien komt de lucht met een grote bocht over het land onze richting op.  Gevolg: lagere temperaturen, minder bewolking. Boven Noord-Amerika heeft de zeer koude lucht vanuit het N nog steeds vrij toegang tot het continent, waardoor het daar nog steeds erg koud is.