Fig.1 Bron: Wynia’s Week
‘Klimaatrapporten zijn een stuk voorspelbaarder dan het klimaat. Deze week kwam alweer het zesde IPCC klimaatrapport uit, en afgaande op de ‘Summary for Policymakers’ staat er niets wezenlijk nieuws in.’ Zo begint het artikel van Arnout Jaspers in de blog Wynia’s Week.
Jaspers is onafhankelijk wetenschapsjournalist en heeft de belangrijkste stukken van het zojuist verschenen IPCC rapport gelezen. Natuurlijk niet alle 3945 pagina’s, dat is ondoenlijk, maar wel de Summary for Policymakers en de Technical Summary. Hij raadt eenieder af om dat hele rapport te lezen, en vergelijkt het met het Chinese partijprogramma: ‘elke zes jaar moeten alle afgevaardigden opdraven om te laten zien dat de neuzen nog dezelfde kant op staan’.
Jaspers noteert dat het uitbrengen van het AR6 rapport met aansluitend de obligate alarmkreten in de media veel weg heeft van een rituele dans die elke 7 jaar herhaald wordt. In zijn artikel legt hij uit wat er zoal aan dat IPCC rapport schort, en doet dat aan de hand van 6 punten:
1 Elk IPCC-rapport is een politiek document
2 In dit IPCC-rapport staat eigenlijk niks nieuws
3 Dit rapport geeft wel iets meer duidelijkheid over de ‘klimaatgevoeligheid’
4 IPCC-rapporten zijn veel te dik
5 IPCC-rapporten hebben diverse gekleurde brillen op
6 Lees wat dit IPCC-rapport echt zegt over ‘kantelpunten’
Een scherpe analyse denk ik. Lees het hele artikel hier.
Fig.2 Bron: IPCC
Elk IPCC-rapport is een politiek document beweert Jaspers, en hij heeft gelijk. Het schema in figuur 2 toont de diverse stappen die een nieuw IPCC-rapport ondergaat voordat het uitgebracht wordt. Met een rood kader heb ik de momenten in het proces weergegeven waar overheden invloed uitoefenen. Met een paars kader heb ik in het schema weergegeven waar de niet-wetenschappelijke onderdelen van de IPCC-organisatie invloed uitoefenen op het rapport. Dat geldt voor de zogenaamde ‘Technical Summary’ maar sterker nog voor de ‘Summary for Policymakers’. Bij het ontstaan van de Summary for Policymakers is de invloed van overheden groot en heeft soms weinig meer te maken met het werk van die paar honderd wetenschappers die het auteursteam van het Technical Report vormen.
Op de keper beschouwd is die sterke invloed van de politiek in de IPCC-rapporten niet zo verwonderlijk. Op 6 december 1988 werd een resolutie in de UNO aangenomen die het startsein gaf voor de oprichting van het IPCC, het Intergovernmental Panel on Climate Change. Het IPCC is primair een politiek orgaan, waarvan al bij de oprichting in 1988 vast lag dat klimaatverandering vooral mensenwerk is en bestreden dient te worden. Zie het fragment in figuur 3, dat stamt uit die UNO oprichtingsresolutie nr. 43-53. De opdracht van het IPCC is dus op voorhand gericht op de menselijke invloed op het klimaat en het bestrijden daarvan. Geen goed uitgangspunt voor wetenschappelijk werk lijkt me.
Fig.4 Bron: Volkskrant
Hoe worden wetenschappers auteur van een IPCC rapport? Officieel is er sprake van een voordracht per land. Die voordracht wordt geregeld vanuit een focal point. In Nederland is het focal point bij het KNMI gelegd. Soms worden mensen uitgenodigd om auteur te worden, soms reageren wetenschappers op een oproep. Een voorbeeld van beide is te vinden in het interview met enkele auteurs van het rapport 2021 dat de Volkskrant op 8 augustus gepubliceerd heeft. Bart van den Hurk van Deltares was ‘verrast’ dat hij benaderd werd door het IPCC. Dat moeten we denk ik met een korreltje zout nemen, want Bart was voor het vorige IPCC-rapport AR5 ook al auteur.
Aimée Slangen van het NIOZ gaf zich op nadat ze een oproep had gezien: ‘De selectie is streng: uit Europa waren er zeven keer zo veel aanmeldingen als plekken.’ Dat laatste zal ongetwijfeld waar zijn, maar ook Aimée was geen onbekende voor het IPCC: ze was bij het vorige rapport ‘expert reviewer’. Expert reviewers reviewen de tekst van auteurs en geven commentaar. Het commentaar van en reviewer moet bekeken worden, maar vaak wordt het afgedaan met weinig zeggende opmerkingen als ‘daar en daar wordt daar al aandacht aan besteed’.
Bron: Opiniez
Reviewers zijn dus formeel ten opzichte van het IPCC buitenstaanders, ze hebben zich vaak zelf aangemeld. De Belg Ferdinand Meeuws, expert op het gebied van chemie, fotofysica en fotochemie, was expert reviewer bij het jongste IPCC-rapport. Hij schreef vorig jaar een artikel op Opiniez over zijn ervaringen. Onderstaande is een fragment daaruit:
“Het IPCC heeft sinds zijn oprichting vijf Assessment-rapporten gepubliceerd. Het IPCC doet zelf geen onderzoek. De rapporten worden geschreven door een selectie van wetenschappers, die erkend zijn als expert op hun gebied, en die de taak hebben om de relevante wetenschappelijke publicaties te lezen en te analyseren en verschillende opinies af te wegen en samen te vatten. In de praktijk worden zij gekozen en voorgedragen door regeringen en de uiteindelijke selectie gebeurt door een klein groepje personen in dienst van het IPCC samen met de hoofdauteurs van het vorige rapport.
Daarna moeten de uitverkoren wetenschappers (de hoofdauteurs) hun eigen publicaties en hun eigen persoonlijke besluiten vergelijken met die van andere wetenschappers die, zoals dat in de wetenschap gebruikelijk is, soms afwijkende of tegenstrijdige resultaten publiceren. Er moet dus afgewogen worden. Is het wit, zwart of grijs, of we weten het niet zeker ?
Helaas vindt zo’n afweging van verschillende opinies niet of onvoldoende plaats. Door het selectieproces van hoofdauteurs ontstaat er een automatisme om het vorige rapport steeds maar te bevestigen en afwijkende onderzoeksresultaten niet mee te nemen in de besluitvorming. Vanuit de positie van de IPCC-Chair is er duidelijk een politieke boodschap voor continuïteit.
Voor het schrijven van de uiteindelijke tekst van een bepaald hoofdstuk is er een duidelijke pikorde die begint bij de Contributing Author, vervolgens via de Lead Author naar de Coordinating Lead Author, om dan te eindigen bij het hoogste niveau van co-Chair en Chair. Het is echter vooral de Lead Author als expert in een bepaald vakgebied, die uiteindelijk zal beslissen of het wit of zwart is of grijs met spikkels. Per hoofdstuk is er één Lead Author (soms twee).
Het is hoofdzakelijk de mening van de hoofdauteur die zijn weg vindt naar de uiteindelijke tekst van elk technisch hoofdstuk. En die boodschap van de Lead Author komt dan meestal in de Samenvatting voor Beleidsmakers, die lijn per lijn wordt gecontroleerd door vertegenwoordigers van de deelnemende regeringen. Deze laatste controle is hoofdzakelijk om het klimaatverhaal in te passen in een breed politiek kader.”
Enkele Jaren geleden deed het InterAcademy Council (IAC) een onderzoek naar de kwaliteit van de processen en procedures bij het IPCC en had nogal wat aanmerkingen. Er is daarna inderdaad wat verbeterd, de coöptatie (nieuwe leden van een groep worden aangewezen door andere leden) is verminderd en meer ‘nieuwe’ auteurs zijn aangetrokken. Maar desondanks blijven de stoelen rond de overlegtafels van elk hoofdstuk vooral bezet door mensen die het grotendeels met elkaar eens zijn.
Fig.6 Bron: Lewis&Curry 2018
Hoe werkt dat? Als voorbeeld punt 3 uit het artikel van Jaspers, dat dit rapport iets meer duidelijkheid over de ‘klimaatgevoeligheid’ ( =de temperatuurgevoeligheid voor een verdubbeling van het atmosferisch CO2-gehalte ) geeft vergeleken met het vorige. In het vorige rapport, AR5, is de schatting daarvan gelegen tussen 1,5 °C en 4,5 °C. Aan die cijfers is te zien dat de wetenschap het toen verre van eens was over die gevoeligheid. Door selectief wetenschappers uit te nodigen als auteur kunnen de uitkomsten voor het volgende rapport gestuurd worden. Dat heeft niets te maken met twijfels over de validiteit van het werk van onderzoekers die niet uitgenodigd worden, die is meestal niet in het geding.
Dat laatste lijkt bij het huidige rapport gebeurd te zijn. Die ‘duidelijkheid’ is met name ontstaan door wetenschappers die in peer reviewde publicaties concludeerden dat de klimaatgevoeligheid lager was dan tot dan toe werd aangenomen (Lewis&Curry 2015, Lewis&Curry 2018, Otto et al 2013) , niet meer uit te nodigen als auteur. Zo kun je natuurlijk ‘meer duidelijkheid’ en ‘overeenstemming’ creëren.
Tot slot: conclusies van het IPCC worden vastgelegd in artikelen zoals artikel A.1.3 uit het jongste rapport:
A.1.3 The likely range of total human-caused global surface temperature increase from 1850–1900 to 2010–201911 is 0.8°C to 1.3°C, with a best estimate of 1.07°C. It is likely that well-mixed GHGs contributed a warming of 1.0°C to 2.0°C, other human drivers (principally aerosols) contributed a cooling of 0.0°C to 0.8°C, natural drivers changed global surface temperature by –0.1°C to 0.1°C, and internal variability changed it by –0.2°C to 0.2°C. It is very likely that well-mixed GHGs were the main driver12 of tropospheric warming since 1979, and extremely likely that human-caused stratospheric ozone depletion was the main driver of cooling of the lower stratosphere between 1979 and the mid-1990s.
De tekst laat zien dat het IPCC gebruik maakt meeteenheden die de mate van zekerheid van de bevindingen moeten weergeven. Op basis van statistische analyse van observaties of modelresultaten, of van expertoordeel krijgt een uitspraak dan een label. Dit zijn de gehanteerde klassen:
extremely likely = ≥ 95 % waarschijnlijkheid
very likely = ≥ 90 % waarschijnlijkheid
likely = ≥ 66 % waarschijnlijkheid
about as likely as not = 33 – 66 % waarschijnlijkheid
unlikely = ≤ 33 % waarschijnlijkheid
very unlikely = ≤ 10 % waarschijnlijkheid
exceptionally unlikely = ≤ 1 % waarschijnlijkheid
De getallen geven de indruk van exactheid, maar de keuze voor een bepaald label is vooral op basis van ‘expert opinion’. Hand opsteken dus. Het verschil tussen het nieuwe en het vorige rapport is dat uitspraken vaak een hoger label opgeplakt krijgen. Dus bijvoorbeeld van likely naar very likely, zelfs ook als onderliggende data nauwelijks veranderd zijn. Harder schreeuwen als je vind dat je onvoldoende gehoord wordt lijkt het.