Die warme nazomer

Fig.1    Bron: X

Het is maandag, de laatste dag van een serie warme nazomerdagen. Zoals te verwachten ‘regende’ het de afgelopen dagen alarmistische reacties. Zo ook op het twitteraccount van ex-weervrouw Helga van Leur, zie hierboven.

Twee dingen vallen in haar bericht op. In de eerste plaats dat het temperatuurkaartje in Noord-Nederland bij temperaturen die de 27 graden nog niet halen al alarmistisch rood gekleurd is. In de tweede plaats omdat er (met een zekere graagte) melding wordt gemaakt van het feit dat er alweer een dagrecord is gesneuveld. Nu zijn die dagrecords klimatologisch niet zo van belang, ze voeden vooral het idee dat er iets heel speciaals aan de hand is. De vraag is natuurlijk of dat ook het geval was.

Voor dit onderzoekje ga ik uit van de Tx (maximum etmaaltemperatuur) op station De Bilt in de eerste decade van september (1 t/m 10 september). Die data zij beschikbaar vanaf 1901 t/m 2023.


Fig.2    Data: KNMI

In figuur 2 is elke stip de Tx waarde van een van de eerste 10 dagen van september van het betreffende jaar. In totaal dus 1230 stippen. De waarden zijn zoals het KNMI die officieel verstrekt. De rode streepjeslijn is de lineaire trendlijn, waarvan de formule rechtsonder vermeld staat. Daarmee is te berekenen wat de trend was van Tx van de eerste decade van september van 1901 t/m 2023. Die is +1,48 °C over 123 jaren.

Als we geheel rechts in de grafiek kijken zien we een aantal puntjes rond de 30 °C, dat zijn de hoogste Tx van 2023. De hoogste is  op 10 september 2023 (30,2 °C). Dat is behoorlijk hoog, want alleen 10 september 2013 en 5 september 1949 komen daar bovenuit met respectievelijk 30,3 °C en 32,6 °C.

In de kop van de grafiek is ‘gehom. 1901-1950’  vermeld. Dat betekent dat de gemeten temperaturen in De Bilt van 1901 tot september 1951 op een later moment (in dit geval in 2016) zijn bijgesteld. Dat bijstellen of corrigeren heet officieel homogeniseren. Over het hoe en waarom is op deze plek al veel geschreven. Het probleem met de door het KNMI toegepaste homogenisatie is dat deze onjuist is, de maximum temperaturen zijn te sterk ‘gecorrigeerd’. Dat is door Dijkstra et al (2022) peer reviewed aangetoond en gepubliceerd in het tijdschrift “Theoretical and Applied Climatology”.

Interessante vraag is nu wat de invloed van die homogenisatie van de oudere temperaturen in De Bilt is op de Tx van de eerste decade van september. Met andere woorden: moeten de hoge septembertemperaturen van 2023 in een andere perspectief geplaatst worden als niet de gehomogeniseerde data maar de gemeten temperaturen bekeken worden?

Fig.3    Data: KNMI

Figuur 3 toont de gemeten (niet gehomogeniseerde) Tx van het eerste decade september van alle jaren vanaf 1901. Het lichtgrijze vlak is de periode waarover naderhand homogenisatie heeft plaatsgevonden. Behalve de reeds genoemde 10 september 2013 en 5 september 1949 zijn er nu nog zes andere data die een hogere Tx hebben dan de hoogste Tx van september 2023, namelijk 4 september 1949 (30,5 °C), 8 september 1934 (30,4 °C), 8 september 1911 (31,1 °C), 2 september 1911 (30,8 °C), 3 september 1906 (30,3 °C) en 2 september 1903 (30,8 °C).

Ook op de lineaire trend van de data in figuur 3 heeft het ontbreken van de homogenisatie aanmerkelijke invloed. De trend over de gehele periode van 123 jaren is nu geen +1,48 °C maar slechts +0,74 °C.


Fig.4    Data: KNMI

Om te laten zien wat het effect is geweest van de homogenisatie op de gemeten Tx van 1901 tot september 1951 heb ik in figuur 4 alle gemeten (blauw) en gehomogeniseerde data (bruin)  van ≥ 25 °C weergegeven. Bedenk dat de homogenisatie de gemeten temperatuur wel met maximaal 2 °C verlaagde! Als voorbeeld is met een rood verticaal lijntje de gemeten Tx van 2 september 1903 (30,8 °C) en de gehomogeniseerde Tx van diezelfde dag (29,2 °C) weergegeven. De fors naar beneden bijgestelde temperaturen tussen 1901 en september 1951 zorgen voor een totaal ander beeld dan wanneer uitgegaan wordt van de gemeten temperaturen.

Wat opvalt in bovenstaande grafieken aan de Tx data van september 2023 is de clustering van de hoge temperaturen: een aantal dagen vrijwel achtereen was er sprake van relatief hoge temperaturen. Hoe meer dagen met hoge temperaturen in een decade des te hoger valt de gemiddelde decadetemperatuur uit.


Fig.5    Data: KNMI

Figuur 5 toont de gemiddelde Tx per eerste decade van september per jaar. Daarbij is september 2023 (stip rechtsboven) de warmste met 26,9 °C. Maar er zijn nog vijf jaren waarvan de gemiddelde Tx van het eerste deel van september uitkomt boven de 25 °C. Dat zijn jaren waarin er ook sprake is van een clustering van meerdere warme dagen: 1911, 1929, 1939, 1949 en 2005. In de meeste gevallen waarin sprake is van een langere periode met warm en zonnig weer is dat een gevolg van een blokkerend hogedrukgebied boven West-Europa. Een dergelijk blokkerend hogedrukgebied blokkeert letterlijk de westcirculatie die van de oceaan komt.


Fig.6    Bron: X

De situatie van begin september 2023 staat bekend als een Omega-blokkade (figuur 6). Aan de binnenkant van het hogedrukgebied heeft men te maken met warmte en veel zon. Links en rechts van de Omegavoet, aan de west- en oostzijde van het Middellandse Zeegebied, bevinden zich lagedrukgebieden met veel neerslag.

Het KNMI schrijft over deze situaties:

De blokkade is in de weerkunde al decennia geleden geïntroduceerd. Toch is het nog steeds onduidelijk waardoor zich blokkades in de atmosfeer opwerpen, waardoor ze zo lang intact blijven en waarom ze ineens ook weer weg zijn. Voor de wetenschap zijn dat belangrijke vragen. Als deze vragen beantwoord worden, kunnen lange periodes met extreem weer misschien beter worden voorzien. Voor de weersverwachtingen op de lange termijn en seizoensverwachtingen zou dat een grote stap voorwaarts zijn. Temeer juist daar grote afwijkingen van belang zijn voor de samenleving.

De laatste jaren is er winst geboekt in de kennis van blokkades. Bij het KNMI wordt onderzoek gedaan naar het optreden van blokkades en een mogelijke relatie van dit luchtdrukpatroon met de opwarming. De hogedrukgebieden lagen het ene jaar op grotere afstand dan in het andere jaar, waardoor de invloed op ons weer minder was.”

Blokkerende hogedrukgebieden behoren tot de grillen van het weer, zoals dat ook vroeger al was. Dat laatste stipje in figuur 5 mag dan voor sommigen een ‘teken’ zijn dat het einde der tijden is aangebroken, klimatologisch bezien is dat onzin. Hyperventilerende media doen echter alsof die warme nazomer (in Nederland!) van 2023 een gevolg is van globale opwarming. Het scheiden van journalistieke vergezichten en wetenschappelijke kennis is voor veel argeloze burgers tegenwoordig een hels karwei.

Tot slot: Dijkstra et al vonden dat het KNMI in 2016 bijna alle keuzes in het homogenisatietraject zodanig genomen had, dat de uitkomst wel móest leiden tot maximale bijstelling naar beneden van hoogste temperaturen. Dát was de voornaamste oorzaak van het feit dat De Bilt maar liefst 16 van zijn 23 hittegolven van vóór 1951 verloor. En dat is ook de oorzaak van het feit dat die warme eerste dagen van september 2023 zo opvielen (alhoewel daar tegenwoordig niet veel meer voor nodig is).

Voor de lezers die nog niet weten hoe we tot de slotsom zijn gekomen dat de homogenisatie van de oudere temperaturen van De Bilt niet deugt verwijs ik naar deze link.