Aansluitend op het vorige bericht over Groenland een paar recente grafieken van sneeuw en ijs op het noordelijk halfrond:
Het oppervlak drijfijs op de Noordpool (sea ice extend) beweegt zich de afgelopen maanden in het onderste stuk van de lichtgrijze band. De donkergrijze lijn is het gemiddelde verloop van de sea ice extend tussen 1981 en 2010, de lichtgrijze band is de ± 2 standaarddeviaties daarvan. De streepjeslijn is het verloop van het drijfijsoppervlak in 2012, toen in de zomer van dat jaar het kleinste oppervlak gemeten werd sinds de metingen van 1979.
Hoewel de maximale uitbreiding van het drijfijs in de winter wel enige invloed heeft op het zomeroppervlak, is toch niet te voorspellen hoe het ijsoppervlak zich deze zomer gaat ontwikkelen. Dat hangt van een veelheid van factoren af, het winteroppervlak is er slechts een van. Dat is te zien aan de lijn van 2012, toen het ijsoppervlak zich ongeveer ontwikkelde als het gemiddelde van 1981-2010, maar in de zomer van dat jaar een meer dan gemiddelde smelt vertoonde.
Bron: GCW
Bovenstaande grafiek toont dat sneeuwmassa op het NH afgelopen winter en dit voorjaar veel groter is dan normaal. De streepjeslijn is het gemiddelde van 1982-2012, de blauwe band de ± 1 standaarddeviatie. De data zijn afkomstig van het Finnish Meteorological Institute.
Hieronder een bijbehorend kaartje van de ligging van het sneeuwdek op 24 april j.l. De data zijn afkomstig van NOAA/NESDIS.:
De invloed van het sneeuwdek op de temperatuur ter plaatse is groot. In de eerste plaats isoleert sneeuw goed. Warmte vanuit de aarde kan daardoor moeilijk het sneeuwdek passeren, zodat de temperaturen boven een sneeuwdek gewoonlijk veel lager zijn dan zonder. Bovendien is de albedo (reflectiewaarde) van sneeuw zeer hoog, ongeveer 0,9 voor verse sneeuw. Dat betekent dat 90% van het opvallend zonlicht gereflecteerd wordt. De zon heeft daardoor nauwelijks kans om het oppervlak te verwarmen.
De middelste grafiek geeft de massa aan van het sneeuwdek. Dat is een betere maat voor het ‘sneeuweffect’ dan het met sneeuw bedekte oppervlak, omdat ook de dikte van het sneeuwpakket van belang is. Een dikker sneeuwpakket verdwijnt in de lente langzamer waardoor de bovenbeschreven omstandigheden langer gehandhaafd blijven. Maar ook hier geldt dat enige voorspelling voor de zomersituatie niet gegeven kan worden: naast sneeuwoppervlak en sneeuwdikte spelen veel andere factoren ook een rol.