Onderstaande grafiek toont de gemiddelde hoeveelheid zonlicht die elk jaar tussen 1965 en 2018 gemeten werd op station Maastricht. Dat weerstation heet weliswaar nog steeds Maastricht maar is al sinds 1950 gelegen op vliegveld Beek.
Het KNMI geeft de cijfers in J/cm2 per etmaal. Dat is de hoeveelheid energie die gemiddeld per etmaal op 1 cm2 valt. Omgerekend naar W/m2 betekent dit dat je het aantal Joules moet delen door het aantal seconden in een etmaal (3600×24) en dan vermenigvuldigen met 10.000.
De sterke schommelingen van jaar tot jaar zijn het gevolg van verschillen in bewolkingsgraad, vooral doordat de wind niet altijd uit dezelfde hoek blaast. Zo is 2018 een jaar met meer dan gemiddelde zonne-energie in Beek: wekenlang vrijwel wolkeloos weer in de zomer zorgde daar voor.
Maar veel interessanter is de stijgende trend sinds 1980. Die is te zien aan de LOESS smoothing die ik op de jaargemiddelde cijfers heb toegepast. Sinds 1980 is de hoeveelheid zonlicht in Beek met meer dan 12% toegenomen! Een poosje geleden heb ik datzelfde al een berekend voor De Bilt en kwam toen op een toename van ongeveer 10%.
In het bericht van 2 juli 2019 heb ik gekeken of die enorme toename het gevolg was van een verminderde bewolkingsgraad en kon daar toen geen aanwijzingen voor vinden. Nu is die bewolkingsgraad een tamelijk grove manier van meten, een verandering van bijvoorbeeld 5% zal moeilijk detecteerbaar zijn in de cijfers. Ik hield voor wat betreft de toename van de hoeveelheid zonlicht in De Bilt vooral op ‘brightening’, het schoner worden van de lucht sinds 1980. Dat is een verschijnsel dat overigens in geheel West-Europa gemeten is. Door het schoner worden van de lucht kan het zonlicht makkelijker het aardoppervlak bereiken. Toch sluit ik niet uit dat ook de bewolkingsgraad een rol van betekenis hierin speelt, maar het leeuwendeel van de toename van het zonlicht zal toch wel het gevolg zijn van de spectaculaire afname van aerosolen.
Een toename sinds 1980 van de hoeveelheid zonlicht op station Maastricht van meer dan 12%, dat is een extreem grote toename. Limburg is net zoals Nederland als geheel de afgelopen decennia wat warmer geworden. De oorzaak daarvan wordt automatisch gezocht in de toename van CO2 in de atmosfeer.Dat automatisme is een gevolg van de hersenspoeling vanwege oneindig veel nieuwsberichten waardoor het lijkt alsof er maar één factor van betekenis is momenteel: CO2.
Maar met een stijging van het zonlicht met ruim 12% heb je helemaal geen versterkt broeikaseffect nodig om de temperatuur omhoog te krijgen. Om de proef op de som te nemen heb ik Tg (gemiddelde etmaaltemperatuur) van Maastricht per jaar voor de periode 1965-2018 berekend en een smoothing toegepast:
De smootings van beide grafieken (zonlicht en Tg) lijken erg sterk op elkaar. Toen ik de correlatiecoëfficiënt van beide smoothreeksen berekende kwam ik op 0,957169, een nagenoeg perfecte correlatie! Uiteraard is dit geen bewijs dat de stijging van de hoeveelheid zonlicht ‘de’ oorzaak is van de temperatuurstijging in Maastricht. Maar een vanuit fysisch oogpunt plausibeler verklaring voor de opwarming van Zuid-Limburg is denk ik niet te vinden.