Maar liefst 82 windmolens werden er onlangs in de Wieringermeer opgeleverd. Genoeg stroom voor 370.000 huishoudens werd er berekend. Nu weet de ervaren Klimaatgek-lezer wel dat dat laatste getal altijd flauwekul is. In werkelijkheid is dat veel lager, windmolens leveren maar zelden hun maximale vermogen. Bovendien kleven er allerlei bezwaren aan het opstellen van dergelijke zeer hoge molens, daar heb ik al vaker over geschreven. Niet alleen voor de omwonenden maar ook voor de belastingbetaler, want er gaat nogal wat subsidie naar die dingen.
In de Wieringermeer is het allemaal nog veel erger. Daar gaat 0% van de stroom naar de bewoners, omdat Microsoft alle stroom opkoopt voor hun nieuwe datacenter in de polder. Met 660 miljoen euro subsidie van de Nederlandse belastingbetaler. De stroomleverancier is het Zweedse Vattenvall, de grootste CO2-uitstoter van Nederland. Daar heb ik kortgeleden al het een en ander over geschreven, zie hier en hier. Op de foto hierboven ziet u de directeur van Vattenfall Nederland in een promotiefilmpje, waarin hij die leugen van 370.000 huishoudens nogmaals naar buiten brengt. Hij wordt, dat zijn we inmiddels van Vattenfall gewend, geïnterviewd door een jong meisje. Ik schreef al eerder over het feit dat Vattenfall schaamteloos gebruik maakt van kinderen in zijn reclames.
Arjen Lubach heeft er een bijtend issue van gemaakt, terecht. Vaak is het makkelijke humor, maar afgelopen zondag was het raak. Stuitend in de video is de arrogantie van minister Wiebes, die zichtbaar verveeld kritische vragen van een Kamerlid pareert met nietszeggende antwoorden. In de video hier onder ziet u hoe de burger een kostbaar oor wordt aangenaaid door hun lokale bestuurders en de bestuurders in Den Haag.
Ik hoop oprecht dat de mensen in de Wieringermeer naar de rechter stappen, zoals de bewoners van de Drentse Veenkoloniën dat doen. Een recente uitspraak van het Europese Hof lijkt ruimte te bieden voor een dergelijke procedure. Dat is belangrijk omdat het aanleggen van windmolenparken door de Nederlandse regering buiten de Wet Ruimtelijke Ordening is gehouden. Dat betekent dat gemeenten en burgers geen enkele zeggenschap en inspraak hebben en die locaties gewoon door Den Haag worden aangewezen.