De meetgegevens van hoofdstation Ukkel van het Belgische KMI zijn altijd met een waas van onzekerheid omgeven. Veel meetgegevens van het Nederlandse KNMI zijn vrij verkrijgbaar via de website van het KNMI, en wat er niet op staat kan vaak verkregen worden door een emailtje te sturen. Bij de Belgische evenknie gaat dat moeilijker. Veel data zit achter een betaalmuur. Maar ook dat geeft geen garantie dat data beschikbaar komen. Ik heb tot tweemaal toe data besteld maar er gebeurde niets. Nu moet ik er wel bij vertellen dat ik met name nieuwsgierig was naar de homogenisering van temperatuurdata van station Ukkel en homogeniseren ligt vaak wat gevoelig. Een Belgische meteoroloog schreef eens dat de reeks van Ukkel al zo dikwijls gecorrigeerd is dat “een kat haar jongen er niet meer in terugvindt”.
Lezers van deze website kennen intussen het verhaal wel van de homogenisatie van de temperatuurgegevens van De Bilt (download hier). Homogenisatie is het ‘corrigeren’ van oudere meetgegevens, vaak naar aanleiding van een wisseling van apparatuur, meethut of meetlocatie. De normale procedure is dat er gedurende een aantal jaren parallelle metingen worden uitgevoerd in de oude en nieuwe situatie. Bij De Bilt ontbraken die parallelle data en heeft men de temperatuurgegevens van januari 1901 – september 1951 gehomogeniseerd met behulp van de meetgegevens van Eelde (Groningen).
De data van Ukkel zijn interessant omdat het een zeer lange reeks is (vanaf 1833) en 155 km ten ZZW van De Bilt gelegen is. Dat is ook ongeveer de afstand tussen De Bilt en Eelde in Groningen. De wat zuidelijker ligging zou moeten zorgen voor ietwat hogere temperaturen in Ukkel. Beide stations liggen in (peri-)urbane gebieden zodat het Urban Heat Island effect op beide stations een rol zal spelen. Brussel is aanmerkelijk groter dan Utrecht, maar rond De Bilt is sprake van meer verspreide verstedelijking. De dominante ZW wind in aanmerking nemend zou het me niet verbazen als het UHI effect van Ukkel niet veel sterker is dan dat van De Bilt.
Op de website van Weerstation Ransberg vond ik voor Ukkel zowel de Tx (maximum temperatuur per etmaal) en Tn (minimum temperatuur per etmaal) van Ukkel. Het betreft de ruwe, niet gehomogeniseerde data ( onder voorbehoud). Voor De Bilt gebruik ik de etmaaldata Tx, Tn en Tg , zowel de gemeten als de gehomogeniseerde gegevens. Alle cijfers reken ik om naar jaargemiddelden vanaf 1901 t/m 2018.
Figuur 3 toont het verloop van de gemiddelde jaarlijkse Tx van Ukkel, De Bilt gemeten (ruw) en De Bilt gehomogeniseerd. Te zien is dat de homogenisatie van Tx in De Bilt van 1901 tot september 1951 een daling teweeg heeft gebracht. Die daling is niet spectaculair maar heeft er wel voor gezorgd dat vanwege de homogenisatie het aantal hittegolven tot september 1951 daalde van 23 naar 7 stuks. Tx Ukkel Ligt tot ongeveer 1975 zichtbaar hoger dan De Bilt, daarna lopen Tx Ukkel en Tx De Bilt nagenoeg gelijk en is het verschil klein. Vanaf eind jaren ’80 gaan Tx Ukkel en Tx De Bilt gelijk omhoog.
Ook opvallend is dat zowel in de reeks van Ukkel als die van De Bilt is vanaf ongeveer 1950 een scherpe daling te zien is. Die daling is, zoals we in het homogenisatierapport hebben aangetoond, in heel Nederland te zien in de Tx reeksen en ook in de Duitse Tx reeksen tot aan de Alpen. Het KNMI heeft die sprong echter opgevat als het gevolg van verandering van hut en locatie in 1950-1951 in De Bilt en is op grond daarvan de oude data van De Bilt gaan homogeniseren. Het verbaast me niet dat ook Tx Ukkel vanaf ongeveer 1950 diezelfde sprong laat zien.
Figuur 4 toont het verschil tussen Tx Ukkel en Tx De Bilt (ruw en gehomogeniseerd). De Tx van Ukkel ligt tussen 1901 en 1969 ruim 1 °C boven Tx_h van De Bilt. Dat verschil slinkt plotseling tot gemiddeld 0,15 °C in de periode 1969 t/m 2018, vooral als gevolg van een scherpe daling van Tx Ukkel. Een dergelijk scherpe discontinuïteit in een tijdreeks duidt meestal op een verandering van apparatuur, meethut of meetlocatie. Bekend is dat In 1983 de temperatuurmetingen in Ukkel officieel van een open hut naar een gesloten hut zijn gegaan. De discontinuïteit ligt echter niet in 1983 maar in 1969. Mogelijke oorzaak kan zijn dat het KMI reeds in 1969 begonnen is met parallelmetingen van open hut en gesloten hut en dat de sprong van 1968 naar 1969 het gevolg is van die wisseling van open naar gesloten hut.
Figuur 5 toont het verloop van de gemiddelde jaarlijkse Tn van Ukkel, De Bilt gemeten en De Bilt gehomogeniseerd. Te zien is dat de homogenisatie van Tn in De Bilt van 1901 tot september 1951 een daling teweeg heeft gebracht in de gemiddelde jaarlijkse minimum temperatuur. Gedurende de gehele periode 1901-2018 ligt Tn in Ukkel hoger dan Tn De Bilt.
Bekijken we in figuur 6 het verschil tussen Tn Ukkel en Tn De Bilt, dan valt onmiddellijk ook hier de sprong op van 1968-1969. Alleen gaat Tn, in tegenstelling tot Tx, nu met een forse sprong van meer dan 1 °C van een laag naar een hoger niveau. Dat is het gevolg van een scherpe stijging van Tn Ukkel rond 1969. Ook dit wijst op een verandering van meting, waarschijnlijk dus de overgang van open naar gesloten hut. Opvallend is wel dat het verschil tussen Tn Ukkel en Tn De Bilt vanaf 1969 rond de 1 °C schommelt. Ook hier gaan Tn Ukkel en Tn De Bilt de afgelopen decennia omhoog, De Bilt vanaf eind jaren ’80 en Ukkel al vanaf 1969 (waarschijnlijk vanwege hutwisseling). Zowel Tx als Tn liggen in Ukkel hoger dan in De Bilt, wat te verwachten is gezien het verschil in breedteligging. Opvallend is wel dat het verschil Tx minus Tn in Ukkel vanaf 1969 kleiner is geworden vergeleken met De Bilt.
De etmaalgemiddelde temperatuur Tg in Ukkel is beschikbaar als maandgemiddelde temperatuur, gecorrigeerd voor de hutwisseling in 1983 (Weerstation Ransberg). De maandgemiddelde temperaturen zijn omgerekend naar jaargemiddelden. De etmaalgemiddelde temperatuur Tg (ruw en gehomogeniseerd) van De Bilt is eveneens omgerekend naar jaargemiddelden. Figuur 7 toont het verschil tussen de gecorrigeerde (gehomogeniseerde) temperatuur van Ukkel en de ruwe temperatuur van De Bilt. Het verschil tussen Tg_h Ukkel en de Bilt ruw is net geen 0,4 °C en gedurende de gehele periode opvallend horizontaal. De zeer lichte daling is statistisch niet significant.
Figuur 8 toont het verschil tussen de gecorrigeerde (gehomogeniseerde) temperatuur van Ukkel en de gehomogeniseerde temperatuur van De Bilt. Het verschil tussen Tg_h Ukkel en de Bilt_h neemt nu toe in de tijd van 0,2 °C naar 0,4 °C . Dat wil zeggen dat de temperatuur in Ukkel sneller stijgt dan in De Bilt. Mogelijk is dat zo, het is niet uitgesloten dat bijvoorbeeld het UHI effect in Brussel sterker toegenomen is dan in De Bilt. Gezien de ligging van Ukkel ten opzichte van de agglomeratie Brussel en de ligging van De Bilt ten opzichte van der agglomeratie Utrecht en rekening houdend met de overheersende ZW windrichting lijkt me dat echter niet aannemelijk. Aannemelijker is het dat de temperatuur in Brussel sinds 1901 sneller is toegenomen dan in De Bilt vanwege het naar beneden bijstellen van de oudste meetgegevens in De Bilt. Een gevalletje statistische opwarming dus.