Gasputten dichten


Fig.1    Bron: NOS

De Groningse gasputten worden definitief gedicht met cement. Hoe dat gaat toont de NOS pagina over het onderwerp, met begrijpelijke plaatjes.

Maar hoe definitief is definitief? Het artikel stelt: “Volgens TNO is cement in de put storten inderdaad heel definitief. Als je daarna toch weer gas wilt winnen in dat veld, dan moet je het beton uitboren of een nieuwe put slaan. Dat kost miljoenen. Maar belangrijker: je moet er nieuwe vergunningen voor aanvragen en dat kan jaren duren. Bij onder meer Staatstoezicht op de Mijnen, TNO en het ministerie. Dit zijn langdurige procedures en bezwaartermijnen.”

Ik heb Jan, die zijn hele leven in de gasboringen heeft gewerkt, gevraagd om zijn licht eens te laten schijnen over de technische kant van de kwestie.


Fig.2    Bron: Wikipedia

Je kan een ‘well’ (boorput) op verschillende manieren ‘killen’ zoals dat in vaktermen heet. Je kan er een ‘plug’ in zetten, dat gebeurt vaak om een put tijdelijk even dood te maken voor als je b.v. een ‘wellhead’ moet wisselen. Een wellhead of putmond is de afsluiter aan het oppervlak van een olie- of gasbron dat de structurele en drukbevattende interface vormt voor de boor- en productieapparatuur (fig.2).

Wil je een boorput voor langere tijd sluiten, dan pomp je er bijvoorbeeld een zware vloeistof op zodat de statische druk van de kolom een stuk hoger is dan de ‘bottom hole pressure’, de opwaartse druk van het aardgas. Dat is een oplossing voor langere tijd. Wil je hem afsluiten met het idee dat je toch niet meer gaat produceren dan cementeer je de put met een speciaal cement. Maar als je die put weer in productie wil brengen dan boor je met gemak door dat cement heen. Men boort eigenlijk altijd door cement heen.


Fig.3    Bron: wikipedia

Een productieput is opgebouwd uit een buitenste pijp die in de grond wordt geheid. Daarna volgen meestal 3 casings. Die casings worden gecementeerd zodat ze vast zitten in de voorgaande casing. Men plaatst een casing shoe op de laatste casing, daar zit een soort van terugslagklep in en dan wordt er aan de bovenkant van de casing cement ingepompt. De casing zit dan nog vol boorspoeling. Je kan aan de return van de boorspoeling zien of het cement ook op de juiste plaats komt en niet ergens onderweg in een formatie verdwijnt. Als je op een later moment verder gaat boren moet je dus altijd eerst door een laag cement boren.

As er kans op een blow-out ontstaat pompt men het boorgat vol cement om de lekkage te dichten. Dat doen gespecialiseerde bedrijven zoals Halliburton of Schlumberger. Elke boorlocatie heeft een vaste opstelling voor een cement unit zodat ze te allen tijde kunnen ‘cementeren’. Als na een dergelijke ‘wash-out’ de casing is gecementeerd boort men gewoon verder, meestal met een sidetrack. Men freest dan een opening (‘window’) in de bestaande casing en gaat dan enigszins gedevieerd (met een bochtje) verder de formatie in (een formatie is in de geologie een eenheid van gesteente).


Fig.4    Bron: Strobel et al 2020

Door cement boren is dus geen enkel probleem. De ondoorlatende top rock of cap rock waaronder zich het poreuze reservoirgesteente met aardgas bevindt (figuur 4) is vaak veel harder dan cement. Een boorput cementeren is dus niet voor ‘eeuwig’, daar boor je zo weer doorheen. Het is ook vrij eenvoudig om naast de volgestorte put een nieuw gat te boren als je het gas echt nodig hebt. Je weet dan in elk geval dat er gas zit.

Kortom: 500m cement is technisch bezien niet definitief, zoals veel media schreven. Als men op een later moment dat gas toch nodig heeft dan is datgeen enkel probleem. Maar het is wel duur natuurlijk om eerst bestaande infrastructuur te vernietigen en dan opnieuw te beginnen, en omslachtig.