Sterfte aan hitte en kou


Fig.1    Data: Metoffice

Hitte en kou zijn bekende risicofactoren voor de menselijke gezondheid. En als je recente berichten mag geloven is vooral toegenomen hitte als gevolg van klimaatverandering een probleem aan het worden. Nu is dat laatste natuurlijk betrekkelijk, want op wereldschaal gaat het om een temperatuurstijging van 1,1 °C vanaf 1850 (zie figuur 1). Bedenk dat 71% van het aardoppervlak uit water bestaat en dat dat wateroppervlak vanwege allerlei fysische eigenschappen minder dan 1,1 °C opgewarmd is, en dat het oppervlak van continenten dus meer dan 1,1 °C moeten zijn opgewarmd. West- en Oost-Europa bijvoorbeeld zijn ongeveer 2 °C warmer dan 170 jaar geleden.

De grafiek van figuur 1 laat zien dat er eigenlijk pas vanaf ongeveer 1975 sprake is van opwarming, van 1935 tot 1975 was er zelfs sprake van enige afkoeling. Overigens moet men zelfs een gezaghebbende temperatuurgrafiek van Hadcrut met enige voorzichtigheid benaderen. Zo zijn data van voor 1900 schaars en waren weerstations ruimtelijk zeer ongelijk verspreid, en ook van beide poolgebieden zijn heel weinig oudere meetgegevens voorhanden. Ook temperatuurdata boven de oceanen waren tot de komst van satellietmetingen in 1979 schaars.

Fig.2    Bron: REMSS

Nu zou men kunnen denken dat die opwarming vooral in de tropen een probleem vormt, maar dat valt reuze mee zoals figuur 2 toont. Het kaartje en de grafiek zijn gemaakt aan de hand van satellietdata voor de onderste laag van de dampkring (zie inzet rechtsonder). De tropen behoren tot de minst opgewarmde delen van onze planeet. Een groot deel van de tropen is vanaf 1979 minder dan 0,2 °C/decennium opgewarmd. Dat is in de periode van 1979-2022 ongeveer 0,8 °C. De sterkste opwarming vond plaats waar Noord-Amerika en Eurazië grenzen aan de Noordelijke IJszee. Dat is vooral het gevolg van de afname van zee-ijs in de zomers van 1980 tot 2007, waardoor de albedo (reflectie van zonlicht) sterk daalde (Arctische Amplificatie).

Desondanks sterven er elk jaar mensen als gevolg van koude en hitte. Dan heb je aan kaartjes en grafieken zoals hierboven niet veel, het gaat dan vooral om de temperatuur van de directe leefomgeving. Het is bekend dat mensen bij temperaturen boven 0 °C kunnen sterven aan onderkoeling. Ook zeer plaatselijke hitte kan dodelijk zijn, vooral bij mensen met een zwakke gezondheid.

Door de bij veel media overdreven belangstelling voor ‘opwarming’ wordt veel meer aandacht geschonken aan sterfgevallen als gevolg van hitte dan van koude. Onjuiste voorstelling van zaken in UN-rapporten triggeren automatisch mediaberichten over de kwestie, en daarna mogen aan de diverse tv-praattafels artiesten en politici hun bezorgdheid uitspreken. Zo lijkt het dat hitte dodelijker is dan koude, maar dat is onjuist.

Fig.3    Bron: Lancet 2015

Ik ben voor dit onderwerp al eerder in de cijfers gedoken, zie o.a. hier. De grafiek van figuur 3 is afkomstig van een wetenschappelijke publicatie in The Lancet in 2015. Uitleg overbodig lijkt me. Het in kaart brengen van sterfte als gevolg van kou en hitte is een moeilijke taak vanwege de complexiteit van de verbanden en de verschillen in kwetsbaarheid en demografische verdelingen van diverse bevolkingen.

Een groep onderzoekers onder leiding van Pierre Masselot heeft onlangs de resultaten van een nieuw onderzoek naar kou- en hittesterfte gepubliceerd in The Lancet. Ze onderzochten sterfte als gevolg van hitte en kou in 854 Europese stedelijke gebieden, rekening houdend met geografische verschillen en leeftijdsspecifieke risico’s. Een uitkomst: voor de 854 stedelijke gebieden in Europa komen ze op een jaarlijks sterfteoverschot van 203.620 sterfgevallen toegeschreven aan kou en 20.173 aan hitte.

Fig.4    Bron: Masselot et al 2023

Het staafdiagram kan bedrieglijk zijn omdat de auteurs voor de linker- en rechter x-as van de grafiek verschillende schalen hebben gehanteerd. Voor wetenschappers zal dat geen probleem opleveren, maar een belangstellende leek die even een blik werpt op de grafiek zou wel eens op het verkeerde been gezet kunnen worden. Daarom heb ik in onderstaande grafiek de rechter x-as identiek gemaakt aan de linker:

Fig.5    Data: Masselot et al 2023

Hierdoor zijn de verschillen tussen sterfte aan kou en aan hitte meteen duidelijk. Minstens zo interessant zijn de kaartjes die de ruimtelijke spreiding weergeven van de sterfte aan kou en hitte:

Fig.6    Bron: Masselot et al 2023

Figuur 6 toont de gestandaardiseerde sterfte aan kou per 100.000 persoonsjaren in elk van de 854 onderzochte steden. Gestandaardiseerd betekent hier dat de leeftijdsopbouw van elke stad vergelijkbaar wordt gemaakt met die van de andere steden. Noodzakelijk omdat de leeftijdsopbouw behoorlijke invloed heeft op de sterftecijfers aan kou (en hitte). Persoonsjaar is een maat voor tijd die in medische studies wordt gebruikt. Eén persoonsjaar komt overeen met één jaar geleefd door één persoon.

Opvallend is de ruimtelijke spreiding: in Oost-Europa is de sterfte aan kou veel hoger dan in West-Europa. Dat kan wat te maken hebben met de strengere winters in het oosten. Maar dat gaat natuurlijk niet op voor Groot Brittannië, waar de koudesterfte ook opvallend hoog is. Wellicht het gevolg van stedelijke armoede, die bij hoge energieprijzen dodelijk kan zijn. In dit verband is het opvallend dat de meeste stedelijke gebieden in Zweden en Finland een relatief lage koudesterfte kennen.

Fig.7      Bron: Masselot et al 2023

De ruimtelijke spreiding van hittesterfte is deels te verklaren door de hogere zomertemperaturen in Oost- en Zuid-Europa. Opvallend is dat vrijwel alle Italiaanse steden hogere hittesterftecijfers laten zien dan veel Spaanse steden. Wellicht een gevolg van verschillen in welvaart? Hierbij valt op dat aan de zuidkust van Frankrijk de hittesterfte niet hoog is terwijl de klimatologische omstandigheden ’s zomers vergelijkbaar zijn met die van Spanje en Italië. Lokale variaties als gevolg van stedelijke kenmerken (bijvoorbeeld de hoeveelheid groen in een stad) kunnen hierbij ook een rol spelen, maar hier spelen waarschijnlijk ook verschillen in welvaart (airco’s) een rol.

Dus: in Europese stedelijke gebieden is de sterfte aan kou 10 keer hoger dan de sterfte aan hitte. Warmere zomers kunnen extra sterfte veroorzaken maar hitte is zeker geen dominante factor, zoals de relatief lage hittesterfte in Zuid Franse steden in vergelijk met Italiaanse steden laat zien. Warmere zomers gaan bovendien meestal gepaard met mildere winters, die voor een afname van koudesterfte kunnen zorgen. Van wezenlijk belang in deze lijkt het welvaartspeil van mensen, in combinatie met de energieprijzen.