Zweefvliegweer

De weersomstandigheden van de afgelopen dagen zoals ik die in het vorige bericht heb beschreven (N-NE wind, helder weer) zorgen in de maanden april en mei voor ideale zweefviegomstandigheden.

Bron: www.onlinecontest.org

Een lezer van de site stuurde me de vluchtinformatie van een vlucht vanaf Terlet van 11 mei j.l., een driehoek naar Noord-Duitsland en via Münster weer terug naar Terlet. De vlucht begon om 9.30 (grafiek) en eindigde om 15.05. De piloot had toen ruim 557 km afgelegd op zonne-energie. Nou ja, op stijgende luchtbellen die ontstaan door opwarming van de grond door de zon. Zolang de zon het aardoppervlak direct kan verwarmen ontstaan dergelijke convectiebellen, thermiek genaamd. Bij helder weer kan een piloot dus de hele dag in de lucht blijven, tenminste als hij op tijd thermiek kan vinden om weer hoogte te winnen.

In het grafiekje ziet men dat hij een aantal malen zo’n stijgende luchtbel oppikt en al rondjes draaiend hoogte wint.  Daarna zweeft hij langzaam naar beneden tot het tijd wordt weer hoogte te winnen. Deze link brengt u naar de desbetreffende vlucht. Door met de muis in de grafiek te gaan staan is de vlucht op het kaartje te volgen. Onder ideale weersomstandigheden kan een piloot zeer grote afstanden afleggen, zelfs tot meer dan 1000 km.

Normaal gesproken kan de piloot zich oriënteren op cumuluswolken.  Die ontstaan immers door convectie. De thermiek vindt hij dan onder die wolk.  Als de lucht echter zeer droog is ligt het condensatieniveau hoog in de lucht en kunnen convectiebellen dat niveau soms niet bereiken. Er ontstaan dan geen wolken.  Een dergelijke situatie was aanwezig op 11 mei. Als het geheel wolkeloos is  (‘blauwe thermiek’) wordt het zoeken naar thermiek lastiger en moet de piloot afgaan instrumenten en terreinomstandigheden. Mooi hoor.