De wind in Nederland sinds 1904: de herfst

Dit zijn alweer de laatste drie maanden van de 12 die ik de afgelopen 2 weken bekeken heb. De echte windrichtingsignalen springen alle kant op. Om toch trends te kunnen waarnemen heb ik de data gesmoothed met een LOESS-filter span 0.3. Voor de lange periode 1904 t/m 2018 betekent dit dat trends duidelijk zichtbaar worden maar details verdwijnen, precies wat ik nodig had. Overigens ben ik van mening dat een dergelijke smoothing spaarzaam ingezet moet worden, alleen wanneer dat perse noodzakelijk is.


September ziet er bijzonder uit. Van de zeven windrichtingen steekt er 1 met kop en schouders boven de rest uit: SW.  Dat is al zo sinds de jaren ’20 van de vorige eeuw.  Sinds 2000 neemt de dominantie van SW in deze maand sterk toe, met als gevolg dat september daardoor sinds 2000 warmer geworden is. De andere windrichtingen laten weinig beweging zien de afgelopen 115 jaar.


Ook in oktober is  de SW wind dominant vanaf de jaren ’20, het aandeel blijft sindsdien rond de 25% van de dagen schommelen.  Opvallend is het grote aandeel van S wind in deze maand: sinds de jaren ’70 waait gemiddeld 20% van de oktoberdagen de wind uit de zuidhoek.  De andere windrichtingen laten weinig beweging zien. Al een eeuw lang zorgen dus de dominante SW en S wind voor vaak zachte oktobermaanden in Nederland.


Dat laatste geldt zeker ook voor november, de verdeling van de windrichtingen lijkt sterk op die van oktober. Opvallend is de bult in SW tussen 1960 en 1990 en de stijging van SW en S vanaf 1990. Ook in deze maand komt er de afgelopen decennia regelmatig veel zachte lucht Nederland binnenwaaien.

Die dominantie van SW en S wind is niet alleen iets voor de herfstmaanden: in december en januari blijven beide windrichtingen dominant. Pas in februari waait de Nederlandse vlag zodanig dat we kans hebben op ‘echt’  winterweer.

Er zijn twee zaken die me in de 12 maanden het meeste opgevallen zijn. Dat is in de eerste plaats dat het aandeel van SW wind in het jaarlijkse windpatroon al sinds het begin van de metingen in 1904 stijgt. Dat aandeel van SW wind is in die 115 jaren met maar liefst 27% toegenomen. Hier hebben we ongetwijfeld een belangrijke oorzaak van de gestegen temperatuur in ons land te pakken. De NAO?


Het tweede dat me opviel is het keerpunt rond 2000. Rond dat jaar verandert het aandeel van alle windrichtingen opvallend sterk. Er zijn meer van dergelijke keerpunten waarneembaar, maar die van 2000 is het sterkste. De ligging van hoge- en lagedrukgebieden boven Europa en het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan bepaalt de windrichting in ons land. Het bestaan van keerpunten zou dus betekenen dat de luchtdrukverdeling in onze regio in plaats van geleidelijke veranderingen meer stapsgewijze verschuivingen laat zien. Ik ben dat al vaker tegengekomen. Iets om over na te denken.