Fig.1 Bron: KNMI
“Visualisatie van data is een krachtige manier om informatie over te brengen. ‘Warming stripes’, een klimaatstreepjescode, laat zowel de jaar-op-jaar variaties als de opwarming van het klimaat goed zien.” Zo begint de uitleg van het KNMI bij de eerste klimaatstreepjescode die werd toegepast. Figuur 1 toont die code voor De Bilt voor 1901-2023, waarbij het koudste jaar 1963 zeer donkerblauw is (gemiddelde temperatuur 7,8 °C) en 2023 zeer donkerrood (11,8 °C).
Fig.2 Bron: WUWT
Die van-blauw-naar rood streepjes zijn bedacht door prof Ed Hawkins van de University of Reading. Figuur 2 toont de streepjescode volgens Hawking voor de aardse temperatuur van 1850-2023. Deze grafiek is gebaseerd op Hadcrut5 data (anomalieën), waarbij het temperatuurverschil tussen het koudste jaar (1904) en het warmste jaar (2023) ongeveer 1,5 °C. is. Identieke kleuren in de figuren 1 en 2 betekenen dus niet identieke temperaturen. Het is een soort elastische schaal, waarbij het donkerste blauw het koudste jaar vertegenwoordigt en het donkerste rood het warmste jaar.
Zo’n klimaatstreepjescode is dus vooral een visueel ‘hulpmiddel’ en geeft geen exacte informatie. Maar is dat erg? Anthony Watts en Charles Rotter schreven vandaag een mooi artikel op de populaire klimaatsite WhatsUpWithThat over die klimaatstreepjescode. Ze schrijven: “Ziet er onheilspellend uit, toch? Dat is precies wat ze willen dat je denkt. Dit is geen klimaatwetenschap, dit is visuele propaganda voor leunstoelklimatologen aka klimaatactivisten.” Door die elastische schaal van donkerblauw naar donkerrood is er nauwelijks sprake van informatie-overdracht en veel meer van beeldvorming.
Deze visuele campagne van professor Ed Hawkins heeft als doel om “gesprekken op gang te brengen over onze opwarmende wereld en de risico’s van klimaatverandering“. Dat heeft hij gedaan, maar zoals veel klimaatalarmisten laat hij slechts een piepklein deel van de temperatuurgeschiedenis van de aarde zien. Dat laatste doen Watts en Rotter wel:
Fig.3 Bron: WUWT
Figuur 3 toont de klimaatstreepjescode voor een periode met een geologische tijdschaal, het Cenozoïcum. Dat omvat het Tertiair (66 – 2,6 mln jaar BP) en het Kwartair (2,6 mln jaar BP – heden). Het aardige van figuur 3 is dat als je die periode van 66 mln jaar vergelijkt met de grafieken 1 en 2 (met een lengte van respectievelijk 123 en 174 jaren) het beeld omgekeerd is. Het laat zien dat het in het geologische verleden veel warmer was en we ons nu in een koele periode bevinden (op weg naar een nieuwe ijstijd).
Fig.4 Bron: WUWT
Figuur 4 toont dezelfde Cenozoïsche klimaatstrepen, maar nu met δ18O-waarde als temperatuurproxy (reconstructies van temperatuur) erop geplot, afkomstig van Hansen et al., 2008. Met behulp van de data van Hansen is nu af te lezen dat het temperatuurverschil in de afgelopen 66 mln jaar meer dan 18 °C was, van het warmste streepje zo’n 51 mln jaar geleden tot het –meest recente- koudste streepje.
Men zou kunnen tegenwerpen dat die aan de mens toegeschreven opwarming van de laatste decennia in de grafieken van figuur 3 en 4 niet te zien is/zou zijn vanwege het verschil in horizontale schaal. Dat klopt, de horizontale as van het Cenozoïcum heeft noodzakelijkerwijs een veel lagere resolutie. Maar bedenk dat dat resolutieverschil geldt voor alle 66 miljoen jaren. Hadcrut5 non infilled geeft voor de periode 1850-2023 een globale temperatuurstijging van ruim 1 °C. Hoeveel van die relatief korte (174 jaren) periodes met een temperatuurstijging van 1 °C zijn er dus niet te zien in de grafiek van figuur 4 vanwege die lage resolutie?