In een vorig bericht heb ik een vergelijking gemaakt tussen de fameuze warme zomer van 1947 versus de zomer van 2020. Het bleek dat de zomer van 1947 veel warmer was. De methode die ik heb gebruikt is gebaseerd op de data van de maanden mei t/m september, een ‘extended’ zomer dus. Dat is niet ongebruikelijk in de klimatologie. Van elk zomer-etmaal heb ik de Tx (maximum etmaaltemperatuur) van 2020 afgetrokken van die van 1947, dus Tx 1947 minus Tx 2020. Datzelfde deed ik met Tn (minimum etmaaltemperatuur) en Tg (gemiddelde etmaaltemperatuur).
Ik gebruikte de etmaalgegevens zoals die door het KNMI gemeten werden en verstrekt worden. Nu weten trouwe lezers inmiddels wel dat het KNMI voor de data van De Bilt tussen 1 januari 1901 en 1 september 1951 in 2016 een correctie hebben toegepast, homogenisatie geheten. Men meende daar in De Bilt goede redenen voor te hebben. U kunt het rapport dat ik samen met drie kompanen daarover geschreven heb hier downloaden.
Het gevolg van de homogenisatie was dat met name Tx soms fors naar beneden werd bijgesteld. Op die manier verloor het jaar 1947 door de ‘correctie’ maar liefst 10 van zijn 18 tropische dagen (≥ 30 °C). Zelfs ten opzichte van de homogenisatieresultaten van de vier andere hoofdstations steken de gehomogeniseerde temperaturen van De Bilt schril af. Vandaar dat ik voor de periode 1901-1951 liever gebruik maak van de gemeten cijfers dan van de gehomogeniseerde cijfers. Ik ben er van overtuigd dat de niet gecorrigeerde meetgegevens dichter bij de werkelijke temperatuur liggen dan de gecorrigeerde cijfers.
Maar ik wil niet flauw zijn en heb ook de gecorrigeerde temperatuurdata van de zomer 1947 van De Bilt vergeleken met die van 2020:
Fig. 3 Data: KNMI
In figuur 3 en 4 ziet u het resultaat van deze vergelijking: nog steeds is de zomer van 1947 warmer dan die van 2020. Wel is als gevolg van de homogenisatie het aantal graaddagen van Tx fors geslonken van +245 naar +96 en van Tg van +150 naar +58 graaddagen, maar daarmee was de zomer van 1947 nog steeds aanmerkelijk warmer dan die van 2020. Zelfs op basis van de gehomogeniseerde data ligt Tx van de zomer 1947 0,6 °C hoger dan die van 2020 en de Tg 0,4 °C hoger.
Ter herinnering: een graaddag heb ik hier gedefinieerd als een etmaal (in dit geval in 1947) waarvan de temperatuur 1 °C hoger is dan van een ander jaar (2020). Ik heb daarvoor van alle etmalen van mei t/m september van Tx 1947 minus Tx 2020 de som bepaald. Is de som positief, dan is voor de betreffende zomertemperatuur 1947 gemiddeld warmer dan 2020. Bij een negatieve som is 2020 warmer dan 1947. Datzelfde deed ik ook voor Tn en Tg. Op deze wijze is snel te zien in een vergelijking welk jaar een warmere zomer had.
Omdat ook het jaar 1976 bekend staat als een erg warm jaar heb ik de zomer van dat jaar vergeleken met die van 2020:
Tx (etmaal maximumtemperatuur) heeft in 1976 32 graaddagen meer dan 2020, terwijl Tg (gemiddelde etmaaltemperatuur) in 1976 23 graaddagen minder had dan in 2020. Dus wat hogere maximumtemperaturen in de zomer van 1976 maar wat lagere gemiddelde temperaturen. Dat heeft te maken met het feit dat de zomernachten in 1976 wat koeler waren dan die van 2020. De zomer van 1976 was dus vergelijkbaar met die van 2020, met een iets hogere Tx en een iets lagere Tg.