Op 8 februari j.l. verscheen in het blad VN een groot artikel over de afzwakking van de enorme warmwaterstroom vanaf de Caribische zee langs de kust van Europa. In de volksmond heet die Golfstroom, maar voor onze kust draagt hij de naam Noord-Atlantische Drift. En in de wetenschap is dat een onderdeel van de Atlantic Meridional Overturning Circulation (AMOC). En de AMOC is weer onderdeel van de Global Conveyor Belt, een grote stroom die de hele aarde omspant.
Die enorme hoeveelheid relatief warm water zorgt er voor dat het in West-Europa veel warmer is dan wanneer we het zonder die stroom moeten stellen. Het zorgt er zelfs voor dat de havens tot in het uiterste noorden van Noorwegen ’s winters ijsvrij blijven. En dat wij met zoveel mensen in West-Europa op een klimatologisch aangename manier kunnen wonen en ons voedsel verbouwen.
Zo nu en dan verschijnen er berichten in de pers dat die AMOC aan het afzwakken is, wat zou betekenen dat het op termijn bij ons een stuk kouder zou kunnen worden. Het artikel in VN van Rolf Schuttenhelm past in die ‘traditie’. De titel is: “De warmteregelaar van de aarde zwakt af. En dat kan ons idee van de klimaatverandering op z’n kop zetten”. De eerste vraag die bij me opkomt als ik zoiets lees is dan: is dat ook zo?
De auteur schetst eerst een uitgebreid vergezicht over de klimatologische ontwikkelingen sinds de laatste ijstijd, zo’n 13.000 jaar geleden. Een aardig overzicht, alhoewel dat deel over Lake Agassiz nog steeds een hypothese is en geen feit. Het heeft een groot ‘what if’-gehalte, waardoor lezers vaak denken dat de rampspoed die geschetst wordt als de AMOC er mee ophoudt aanstaande is. Daar horen ook altijd zogenaamde ‘tipping points’ bij: ga je voorbij dat punt dan is er geen houden meer aan.
De aanleiding voor het artikel, begrijp ik, is een publicatie die in 2018 verscheen in Nature (Caesar et al 2018) en waarin opnieuw sprake is van een afzwakking van de AMOC. Stefan Rahmstorf is co-auteur van die publicatie. Rahmstorf: ‘Wij zien sinds de jaren vijftig een afzwakking van 15 procent. En ik denk dat dat pretty big is. Omdat we uit reconstructies kunnen afleiden dat zo’n afzwakking in elk geval in de voorliggende duizend jaar niet is voorgekomen. En omdat we nog maar net iets meer dan één graad opwarming hebben gehad.’ Nu heb ik persoonlijk last van een tipping point als ik de naam Rahmstorf lees, want dat is behalve een wetenschapper ook een gekende klimaatactivist. Maar dat is een contradictio in termines. Rahmstorf: ‘We hebben nu bewijs dat de afzwakking die voorspeld was door klimaatmodellen ook daadwerkelijk plaatsvindt. Dat wordt ook benoemd in het nieuwe IPCC-rapport over ijskappen en oceanen.’
In bovenstaande grafiek is te zien dat de SST (sea surface temperature) van de Golfstroom voor de oostkust van de USA met de jaren toeneemt, terwijl de SST in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan afneemt. Dit zou de ‘fingerprint’ zijn die de verzwakking van de AMOC aantoont. Men berekende dat er sprake is van een verzwakking van de AMOC in de orde van grootte van 3 ± 1 sverdrups (~15 %) sinds het midden van de 20e eeuw. (1 Sverdrup = 106 m³/s)
De grafiek is gebaseerd op reconstructies van de SST sinds 1900 en een ensemble van klimaatmodellen. De uitkomsten van de runs van de modellen kwamen opmerkelijk goed overeen met de temperatuurreconstructies. Maar hoe betrouwbaar is dat? Ik heb hier al vaker mijn twijfels geuit over de kwaliteit van klimaatmodellen, zie het laatste bericht hierover.
Maar we hebben sinds april 2004 ook een continu meetsysteem via het RAPID project, dat op 26° NB over de gehele breedte van de Atlantische Oceaan continu meet. Op basis van de beschikbare data hebben onlangs een team onder leiding van Ben Moat een publicatie het licht laten zien getiteld “Pending recovery in the strength of the meridional overturning circulation at 26°N”. De paper bevat onder andere deze grafiek:
Te zien is dat de aanvoer van relatief warm water tot 2010 afnam en daarna weer toeneemt. De lijn is de gesmoothede versie van de rode lijn in de grafiek van het RAPID project, waar de jaarlijkse variabiliteit uit verwijderd is:
In de figuur van RAPID is nog een tweede meet-array weergegeven, namelijk die van het OSNAP project. De bedoeling van dit project is om door continumetingen met behulp van een lijn van zwevende meetsystemen de stromingen op hogere breedte (50 – 60 °NB) te monitoren. Van dit recente project heb ik nog geen data kunnen vinden.
Bron: OSNAP
Wat wel beschikbaar is zijn de temperatuurdata van de zwevende Argo-boeien die sinds het begin van deze eeuw een groeiend netwerk over de alle oceanen vormen. Onderstaande grafiek geeft het maandelijks temperatuurverloop weer van de bovenste 800m van de Atlantische Oceaan langs de 59 ° N breedtecirkel tussen de zuidpunt van Groenland en IJsland naar de Shetlandeilanden ten N van Schotland.
Bron: Climate4you
De dalende tendens van de temperatuur vanaf 2007 buigt rond 2015 om naar een positieve tendens.
Onderstaande grafiek van de warmte-inhoud (anomalie) van het deel van de Atlantische Oceaan dat in de inzet (kaartje) met blauw is weergegeven is afkomstig van NOAA. De data vanaf 1955 zijn beschikbaar. De periode 2004 tot juni 2019 heb ik met roze weergegeven: dat is de periode van de Argo temperatuurmetingen in de grafiek hiervoor. Let op de overeenkomsten tussen beide grafieken vanaf 2004.
Data: NOAA
Opvallend is dat de warmte-inhoud van het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan ( 30-65 °NB, 60-0 °WL) tussen 1973 en 2007 toe nam, van 2007 tot 2015 afnam en daarna weer toeneemt.
Conclusie: Rahmstorfs opmerking ‘Wij zien sinds de jaren vijftig een afzwakking van 15 procent’ wordt niet gesteund door de NOAA data. Ook de recente data van het RAPID project tonen een ander beeld, namelijk een stijging van de aanvoer van relatief warm water het afgelopen decennium via de AMOC. De alarmistische conclusies van Rahmstorf deugen niet, en daardoor valt ook de bodem uit het verhaal in VN. Daar helpen wat relativerende woorden van Caroline Katzman van TU Delft niets aan.