Waterschap Limburg wil meer geld deel 1

Website Waterschap |Limburg

Waterschap Limburg zegt veel meer geld nodig te hebben om haar taken de komende jaren te kunnen uitvoeren. Dijkgraaf Van der Broeck legt op de website van het waterschap uit hoe dat komt: “De gevolgen van de klimaatverandering treffen ons allemaal. Meer dan ooit ervaren Limburgers hoe belangrijk water is; of het nu te droog of te nat is, of het nu schoon of vies is, we hebben er allemaal mee te maken.” In de Begroting 2020 heeft Waterschap Limburg haar grootste opgaven benoemd. Dit zijn het omgaan met het veranderende klimaat, waterveiligheid langs de beken en de Maas en waterkwaliteit.  Zo investeert Waterschap Limburg de komende jaren onder andere in de hoogwaterveiligheid voor 60.000 Limburgers, het opvangen van de extreme hoosbuien door de aanleg van robuuste buffers en het verwijderen van medicijnresten uit water. Om dit mogelijk te maken zijn extra investeringen nodig en is een belastingverhoging onvermijdelijk. Een gemiddeld huishouden betaalt in 2023 zo’n 46 euro meer  dan in 2019. De komende vier jaar betekent dit een gemiddelde stijging van 1 euro per maand.”

Ik concentreer me in dit bericht op de neerslag, later volgt misschien wat over droogte en het overstromingsgevaar. Omdat ik afgeleerd heb om mensen en instanties op hun blauwe ogen te geloven ben ik in de neerslaggegevens van Limburg gedoken. De ClimateExplorer van het KNMI geeft voor de volgende Limburgse stations neerslaggegevens (tijdvak in hele jaren):

Etmaaltotalen:

Roermond          (1910-2018)
Schaesberg        (1910-2018)
Schinnen             (1910-2018)
Vaals                     (1910-2018)
Valkenburg        (1910-2018)
Weert                  (1910-2018)

Beek                     (1951-2018)
Buchten              (1951-2018)
Stramproy          (1951-2018)
Stein                     (1951-2018)

Uurtotalen:

Maastricht          (1957-2018)
Arcen                    (1993-2018)
Ell                           (2000-2018)

Hieronder staan de etmaaltotalen van de 10 aangegeven neerslagstations:

Bron:  ClimateExplorer KNMI

Als we ons concentreren op de extremen dan laten 9 van de 10 stations geen toename in de tijd zien van  dagen met extreme neerslag.  Van een dag met extreme neerslag is sprake als de etmaalsom >= 20mm is (KNMI). Alleen de grafiek van Roermond vertoont vanaf 1980 een lichte toename van  etmalen met verhoogde neerslag.  Om voor alle neerslagstations in Limburg te bezien of er sprake is van een toename van extreme neerslag heb ik voor de periode 1951-2018 berekend op hoeveel dagen per jaar er op elk van de 10 neerslagstations sprake was van extreme neerslag, dus >= 20mm. De som per jaar van alle dagen met extreme neerslag is in onderstaande grafiek weergegeven:


Om een duidelijker beeld te krijgen van eventuele trends heb ik de data gesmoothed met een LOESS filter span 0.33. Duidelijk is te zien dat er in deze periode van bijna 70 jaren geen toename te constateren is van het aantal dagen met extreme neerslag.

Omdat ik nieuwsgierig was of dat ook zo zou zijn voor de dagen met ‘zeer extreme’  neerslag heb ik dezelfde berekening toegepast maar dan voor etmalen met >= 40mm. Dit is het resultaat:


Ook hier laat het LOESS filter geen toename zien van het aantal dagen met zeer extreme neerslag ( >= 40mm).

Op basis van extreme en zeer extreme etmaalsommen gemeten op de 10 Limburgse neerslagstations sinds 1951 is niet af te leiden dat in de nabije toekomst extra maatregelen nodig zijn.

Voor het meten van hoosbuien, kortstondige hevige buien, zijn de etmaalsommen te grof en moet gebruik gemaakt worden van stations waar de neerslag per uur gemeten wordt. Daarover de volgende keer meer.