Wetenschapsjournalist Edwin Timmer interviewde voor de Telegraaf de Australische Roger Underwood, gelauwerde vuurbestrijder en voormalig directeur Conservation and Land Management in de provincie West-Australië. Het idee dat klimaatverandering deze branden veroorzaakt gaat mank stelt hij, zo negeert het de ophoping van brandbaar materiaal in de bossen in de afgelopen jaren. Aboriginals brandden altijd stukken bos preventief af om grote bosbranden in de zomer te voorkomen. Underwood: „Tussen 1950 en 2000 deden wij als parkmanagers exact hetzelfde. Onze flora en fauna zijn goed berekend op regelmatige, beperkte brandjes.”
Rond 2000 veranderde dat: door druk vanuit de groene hoek werden preventieve bosbranden verboden. WWF Australia waarschuwde in 2003 voor preventieve branden, omdat ze zouden leiden tot verlies van ’soorten, gemeenschappen en ecosystemen’. Underwood: „De groenen kregen steevast meer invloed op het beheer van onze bos- en natuurgebieden. Veel bossen zijn nu gesloten voor publiek en het preventief branden is vrijwel gestopt. Met één belangrijk effect: onze bossen liggen boordevol licht ontvlambaar materiaal.” Door die ophoping van dood brandbaar materiaal en de harde wind zijn er bosbranden ontstaan die nauwelijks te beheersen zijn.
Dat het in Australië de afgelopen jaren steeds droger zou worden is onjuist. Afgelopen jaar was inderdaad een zeer droog jaar, maar de klimatologische tendens is anders:
Bron: Australian Bureau of Meteorology
Tussen 1900 en 1973 was het klimaat in Australië veel droger dan na 1973, zoals te zien is aan de grafiek. Een zeer droog jaar zoals in 2019 is geen klimatologische verandering maar de speling van het weer. Klimatologische veranderingen zijn immers per definitie langetermijnveranderingen. Natuurlijk zijn hoge zomertemperaturen van invloed op de droogte van het bosafval, maar bedenk dat Australische zomers altijd heet zijn. De ontvlamtemperatuur van droog hout ligt tussen 250 °C – 350 °C, niet bij 45 °C of 50 °C.
Eucalyptusbossen branden als een fakkel vanwege de olie in de bomen, maar ook omdat het organisch afval nauwelijks afgebroken wordt. De Portugezen hebben ook vaak last van moeilijk te bestrijden bosbranden en hebben spijt gekregen dat ze de Eucalyptus gekozen hebben voor hun herbebossingsprogramma’s. Wikipedia stelt over Australië: “Bosbranden komen veel voor in Australische landschappen en veel soorten Eucalyptus hebben zich daar aan aangepast. Deze soorten ontspruiten weer na een brand of hebben zaden die een brand kunnen overleven.”
Australië kent dus een lange geschiedenis van bosbranden. Het voorkomen van onbeheersbare branden moet denk ik vooral gezocht worden in beter beheer van de bossen, niet in idiote oproepen om bijvoorbeeld de kolenwinning af te schaffen. Volgens NASA zijn er sinds 2003 een kwart minder bosbranden op aarde. Grote bosbranden zoals die in Australië zijn onterecht koren op de molen van klimaathysterici. Klimaathysterie leidt tot niets, behalve tot veel onnodige angst bij burgers.
Lees het artikel van Timmer hier.