PAGES2K

Een paar dagen geleden heb ik gelinkt naar een bericht op Science Matters over de drie papers die vorige week tegelijk zijn gepubliceerd bij dezelfde uitgever. Die drie publicaties zijn afkomstig van een groep onderzoekers rond PAGES2K die hun hoofdkwartier hebben binnen de universiteit van Bern. Dat gezamenlijk uitkomen was natuurlijk gepland en een fraai stukje marketing, want drie tegelijk, dan móet er wat aan de hand zijn, toch? Drie papers die alle drie dezelfde boodschap hebben, namelijk dat de temperatuur-ups en –downs in het verleden regionale verschijnselen waren maar de recente temperatuurstijging mondiaal is.

De Volkskrant kopte: “…  laat geen spaan heel van het argument dat klimaatverandering van alle tijden is en dus ook best een natuurlijke oorzaak kan hebben.”  Huh? En de afgelopen 2,6 miljoen jaar dan, toen de aarde gebukt ging onder een reeks van ijstijden, afgewisseld door korte warme interglacialen? Er bestaat wetenschappelijk weinig twijfel  over de oorzaak van die afwisseling van glacialen en interglacialen: de relatie tussen de zon en de aarde, de natuur dus. Lees hier.

Bron:  Science Matters

De groep onderzoekers rond PAGES2K moeten, gezien het feit dat de drie studies tegelijk verschenen,  méér voor ogen hebben gehad dan alleen de conclusies van hun onderzoek naar buiten brengen. En dat gelijktijdig naar buiten brengen kan alleen maar als de drie papers bij dezelfde uitgever gepubliceerd worden. De uitgever moet dan natuurlijk wél bereid zijn om mee te werken. Dat is allemaal gelukt.

Ik heb in het bericht van 24-7-2019 verteld dat een van de drie papers een Letter to the Editor was, en dus normaal gesproken niet peer reviewed is. Dat is uitgerekend ook de paper met de duidelijkste uitspraken, waar veel journalisten zich op hebben gefocust. De andere twee waren gematigder van toon. Immers, de werkelijkheid is vaak complex en zelden in een oneliner te vangen. De tabel hierboven laat zien hoe snel het nieuws zich  vorige week in amper 4 uur verspreidde. Lees de koppen ook! De tabel is van Ron Clutz van de erg goede website Science Matters.

PAGES2K onderzoekers hebben hun eigen paleoklimatologische databank die gebruikt is bij de onderzoeken. Die data van ongeveer 200 locaties werden verzameld via onderzoek aan ijskernen, boomringen, sedimenten, koralen en tweekleppigen. Op basis van deze proxies werd de temperatuur van de studielocatie gereconstrueerd. Zo is de beruchte hockeystickgrafiek uit 1998, die een vlak verloop toonde vanaf het jaar 1000  en aan het eind een sterke opwaartse trend liet zien, gebaseerd op boomringdata.  Die grafiek werd het boegbeeld van het IPCC en andere organisaties, totdat o.a. McIntyre aantoonde dat de methodiek van Mann fout was en de hockeystick langzaam uit beeld verdween.

Door de drie nieuwe studies is de hockeystick weer uit de dood herrezen. De auteurs van PAGES2K beweren namelijk dat de warme Middeleeuwen (MWP) en de Kleine IJstijd regionale verschijnselen waren, en dat de opwarming na pakweg 1880 mondiaal is, dus overal gemeten wordt. Dus uniek is en alleen maar de mens als oorzaak kan hebben. Die boodschap is door veel mainstream media met open armen ontvangen als een godsgeschenk: dit moet de doodsteek zijn voor die verschrikkelijke klimaatsceptici J .

In een van de studies, “No evidence for globally coherent warm and cold periods over the preindustrial Common Era” genaamd (Neukom et al) staat een kaartje met de locatie van de proxies. Dat zijn er ongeveer 200, verspreid over de hele wereld. De meeste proxies liggen op het NH, in Noord-Amerika, West-Europa en Oost-Azië. Ruim 30 liggen op het ZH. Van die laatste heb ik een kaartje gemaakt:


Vrijwel alle proxylocaties op het ZH liggen op het vasteland of aan de kust. Toch presteert het onderzoeksteam om een complete wereldkaart te vullen met ‘Mediaeval Climate Anomaly (751–1350 AD)’ zoals ze in figuur 3b van genoemde studie doen. Dat is vooral op het ZH bijzonder omdat het grootste deel daarvan uit oceaan bestaat waar vrijwel geen gegevens van zijn.

Een tweede ding dat me opviel is dat de auteurs beweren dat de opwarming van de aarde in het (post)industriële tijdperk een mondiaal verschijnsel is, terwijl in de periode daarvoor van de Middeleeuwen opwarming een regionaal verschijnsel was. Om te zien of er werkelijk sprake is van een over-all mondiale opwarming heb ik met behulp van de GISS NASA site het volgende kaartje gemaakt:

Bron:  GISS NASA

Het kaartje laat de temperatuuranomalie zien van de periode 1881 t/m 2018, met als referentieperiode 1881-1890. De data komen van GHCN-V4 (land) en ERSST_v5 (oceaan). Wit betekent ongeveer gelijk gebleven in temperatuur, groen en blauw betekent afkoeling. Geel/oranje/rood is opwarming, grijs betekent geen data. Van een werelddekkende opwarming sinds 1880 is geen sprake.

Hoe zit het met die warme Middeleeuwen, die door de nieuwe studies gereduceerd zijn tot een regionaal verschijnsel? Dr. Sebastian Lüning en prof. Fritz Vahrenholt zijn paleoklimatologen en onderzoeken al lange tijd de temperatuurreconstructies van met name het voorkomen van een warme periode in de Middeleeuwen (MWP). Voor de buitenwereld houden ze via de website Kalte Sonne een interactieve kaart bij:

Bron: Kalte Sonne

De gekleurde ballonnetjes geven de onderzoekslocaties weer van studies die op basis van een of meer proxies temperatuurreconstructies hebben gemaakt. Dat zijn er meer dan 1230! De kaart is bijgewerkt tot 2017. Rood is warmer in MWP, blauw is kouder, de rest is hier minder van belang. Het beeld is duidelijk: op een handvol blauwe ballonnetjes na was de wereld toch grotendeels warm in de MWP. De overgrote meerderheid van alle paleoklimatologische studies tot nu toe vertonen een prominente opwarming gedurende de MWP. Inclusief Antarctica en het noordpoolgebied.

Voor wie wil weten welke studie achter elk ballonnetje zit is de kaart ook interactief. Die kaart vindt u hier.

Het laatste woord over de ‘drie studies’ is nog lang niet gesproken denk ik.