Corona en mobiliteit in Nederland, Zweden en Spanje

Elke keer denk ik: dit is de laatste keer dat ik over corona schrijf: terug naar mijn stiel! Maar dan ‘dwingen’ nieuwe inzichten me om weer wat uit te zoeken. In dit geval zijn dat vooral die geweldig interessante Google mobiliteitscijfers. Maar meerdere klimaatartikelen liggen al klaar.

Ik was nieuwsgierig naar de verschillen en overeenkomsten tussen corona-gerelateerde sterfte en de mobiliteitscijfers op basis van Google data van Nederland , Spanje en Zweden. De laatste twee landen hadden ook andere kunnen zijn, maar Spanje is bijzonder vanwege de zeer hoge sterfte in het voorjaar en de stringente maatregelen, en Zweden vanwege het veelal ontbreken van strenge maatregelen.

Worldometer heeft van alle drie landen grafieken gemaakt van de dagelijkse corona-gerelateerde sterfte. Kanttekening is daarbij dat Worldometer afhankelijk is van aangeleverde data per land en er is geen uniform registratieprotocol.

Figuur 1 Bron: Worldometer

Omdat sterfteregistratie per dag onregelmatig is heb ik het 7-daags gemiddelde aangevinkt. Bovendien heb ik met groene lijntjes de sterfte per miljoen inwoners weergegeven.

Spanje’s voorjaarspiek valt direct op. Kijk vooral naar de sterfte per miljoen, die is dan  2x zo groot als in Nederland en Zweden. In de zomer is sterfte nagenoeg afwezig in alle drie landen. Dat wijst op seizoensafhankelijkheid zoals bij griep. Te denken valt aan de hogere luchtvochtigheid in de zomer vanwege de hogere temperaturen.

De maximale hoogte tot nu toe van de najaarssterfte verschilt niet sterk tussen de drie landen. Maar december verloopt in de landen wel verschillend. Nederland laat een stijging zien van de sterftecijfers, terwijl Spanje (rustig) en Zweden (sterk) een daling laten zien. Ik heb te weinig data om daarover verdere uitspraken te doen.

Van de Google mobiliteitsdata heb ik wat grafieken gemaakt. In het vorige bericht hierover heb ik uitgelegd hoe de Google data te interpreteren. Ik heb van elk land twee grafieken gemaakt. De eerste betreft de data over OV-stations en Werkplekken. De ligging van beide is goed bekend en wordt op Maps gebruikt.

Fig. 2    Bron: Google

Wat opvalt is de sterke weekcyclus in de Werkplekdata per dag, wat niet verwonderlijk is. Die weekcyclus is in de OV-stationsdata ook wel aanwezig maar veel minder sterk. Waarschijnlijk wordt in alle drie de landen de reis naar de werkplek vooral met de auto gedaan. Bovendien lijkt OV vervoer ook in het weekeinde van belang (recreatie, familiebezoek e.d.). In Spanje ontbreekt in maart, april en november de weekcyclus waarschijnlijk als gevolg van de strenge reismaatregelen.

Als gevolg van maatregelen in Nederland en vooral in Spanje zie je de beide cijfers in maart sterk dalen waarna ze weer opkrabbelen tot een niveau van –20% voor de werkplekmobiliteit ten opzichte van de referentieperiode van 3 januari tot 6 februari 2020. Die referentieperiode is de 0-lijn. In Zweden is door het nagenoeg ontbreken van overheidsmaatregelen de daling in maart minder sterk en blijft steken op -20%. Blijkbaar is die -20% in alle drie landen het ‘common sense’ niveau van thuiswerken. In december zijn de Werkplekgrafieken volatiel als gevolg van de feestdagen. Het lijkt er op dat -20% de ‘bodem’  vormt van het thuiswerken. In Zweden valt in de laatste maanden van het jaar de lichte daling op van Werkplekbezoek en de sterkere daling van het OV-gebruik.

Fig. 3    Bron: Google

De grafieken van de mobiliteit richting Supermarkt en Detailhandel is wat eenvoudiger te duiden.  Zie voor een volledige lijst van deze categorieën de website van Google.

De lijnen van het supermarktbezoek laten zowel in Nederland als in Spanje aan het begin van de voorjaarspiek even een hamsterstijging zien, waarna de data naar beneden vallen. In Spanje erg sterk als gevolg van stringente maatregelen destijds met betrekking tot het supermarktbezoek. In Nederland zakt het supermarktbezoek medio maart en april wat in. Dat was een autonome ontwikkeling, van verboden was in Nederland destijds geen sprake. Daarna veren de cijfers in Nederland weer snel op en blijven rond het 0-niveau schommelen. In Spanje is dat opveren wat later als gevolg van de maatregelen, maar bereiken in juli weer het 0-niveau.

In Zweden is aan het supermarktbezoek niets bijzonders te merken. Doordat de Zweedse overheid zich in het begin van de epidemie afzijdig hield is er geen hamsterpiekje te zien en ook gaan daling in maart. Die pieken en dalen zien we wel in alle drie landen terug rond de kerstdagen.

De detailhandel/recreatie in Nederland en Spanje laten de invloed van de overheid goed zien. Opvallend is dat waar in Nederland in de zomer weer normale mobiliteitswaarden worden bereikt dat in Spanje niet het geval is: daar blijft ook in de zomermaanden een afname te zien van rond de -20%.

De cijfers van detailhandel/recreatie in Zweden laten in het voorjaar en vanaf november een lichte daling zien. Die was het gevolg van de relatief lichte maatregelen die Zweden in het najaar nam. Het bleef bij adviezen en wat lichte regels over aantallen mensen, het mondkapje werd ook in het najaar in Zweden geen maatregel.

Er is nog veel meer uit de Google data te halen, dit was slechts een vogelvlucht. Voor mensen die het mobiliteitsgedrag willen koppelen aan de sterftegrafieken moeten rekening houden met een time lag tussen besmetting en sterfte van gemiddeld 2 weken. De mobliliteitscijfers van Zweden laten zien dat de overheid slechts zeer beperkte maatregelen heeft genomen. Desondanks zijn de relatieve corona-gerelateerde sterftecijfers van Zweden en Nederland met elkaar vergelijkbaar. Noorwegen, dat in een aantal opzichten vergelijkbaar is met Zweden, heeft strengere maatregelen genomen, en de sterftecijfers van dat land zijn beduidend lager dan die van Zweden. Of dat het gevolg is van die strengere maatregelen is niet vast te stellen. Ik ben wel benieuwd naar de groepsimmuniteit in Zweden.