Warmste 3 maart

Veel nieuwsmedia schreven het bericht van elkaar over dat op station De Bilt op zondag 3 maart 2024 een maximum temperatuur (Tx) van 14,9 °C gemeten is, en dat dat de warmste 3 maart was sinds het begin van de meetreeks. Die meetreeksen met de heel veel dagwaarden van 50 KNMI meetstations zijn hier te vinden. https://daggegevens.knmi.nl/

Nu is zo’n dagrecord -in dit geval de maximum dagtemperatuur Tx- klimatologisch gezien nietszeggend: alleen al voor De Bilt zijn er sinds 1901 al  meer dan 1000 temperatuur dagrecords te breken. En in een dynamisch systeem als het weer zou het wel heel raar zijn als dat niet met regelmaat zou gebeuren. En dan hebben we het alleen nog maar over de temperatuurcijfers Tg, Tn en Tx. Behalve die temperatuurcijfers zijn er nog 36 andere weersfactoren als dagwaarden beschikbaar. Kortom, met een dagrecord kun je klimatologisch bezien eigenlijk niets, behalve de krant vullen natuurlijk.


Fig.1   Data: KNMI

De kranten en andere nieuwsbronnen vertellen dat het oude record uit 1930 van 14,7 °C met 0,2 graden is gebroken. Bij mij gaat dan een alarmbelletje rinkelen, want alle gemeten temperatuurcijfers op station De Bilt van 1 januari 1901 tot 1 september 1951 zijn in 2016 ‘gecorrigeerd’. Homogeniseren heet dat en daar heb ik wel vaker wat over geschreven. In de grafiek van figuur 1 zijn de maximum dagtemperaturen (Tx) van alle 3 maartdagen vanaf 1901 in De Bilt weergegeven. Let wel: dit zijn de door het KNMI gemeten dagwaarden. Zoals te zien is is op 3 maart 1930 een hogere temperatuur gemeten dan op 3 maart 2024, namelijk 15,1 °C. Niet dat dat klimatologisch van belang is, het gaat hier om de berichtgeving.

Toch staat die 14,7 °C voor 3 maart 1930 in de databank van het KNMI en niet die destijds gemeten 15,1 °C. Het KNMI maakt in haar daggegevens nog steeds gebruik van de ’gecorrigeerde’ data  zoals ze die in 2016 hebben vastgesteld. Het KNMI meende toen, 60 jaar na dato, de gemeten dagtemperaturen  van 1901 tot 1 september 1951 van station De Bilt te moeten bijstellen. En bijstellen betekende voor dat station dat de hoogste etmaaltemperaturen, Tx genaamd, tot wel 2 graden naar beneden werden bijgesteld. Daardoor werd de periode 1901-1951 kouder en werd bijvoorbeeld het aantal hittegolven t/m 1950 teruggebracht van 23 tot slechts 7 stuks.

Figuur 2 toont de dramatische gevolgen van de homogenisatie op het aantal hittegolven per jaar van 1901 t/m 2015, in de bovenste grafiek gebaseerd op de gemeten temperaturen, in de onderste op de gehomogeniseerde temperaturen. De grafiek is afkomstig uit het technische rapport TR356 van het KNMI. Opvallend is overigens dat het KNMI nog maar 6 overgebleven hittegolven telt.

Fig.2    Bron: KNMI TR356

In 2019 hebben Frans Dijkstra, Jan Ruis, Marcel Crok en ik nauwkeurig beschreven wat het KNMI bij die homogenisatie van Tx van De Bilt heeft gedaan en waarom dat na onze mening fout was. Dat rapport, ‘Het raadsel van de verdwenen hittegolven’ , is door aanklikken te downloaden.

We vroegen een gesprek met het KNMI aan om onze bezwaren toe te lichten, maar daar werd niet op ingegaan. Dan is er nog maar één weg open en dat is de wetenschappelijke weg.

Fig.3    Bron: Springer

We hebben onze bezwaren tegen de homogenisatie van de oude temperaturen van De Bilt in een wetenschappelijk jasje gegoten  en aangeboden aan een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift, ‘Theoretical and Applied Climatology’. Na de peer review periode werden onze bevindingen in december 2021 gepubliceerd, de link naar de paper staat onder figuur 3.

In onze paper onderzochten we hoe gevoelig de uitkomsten van die homogenisatie door het KNMI waren voor een aantal keuzen die bij de statistische procedure door het KNMI zijn gemaakt. Het gaat daarbij om de keuze van de referentiestations, de lengte van temperatuurreeksen, de berekening van de statistische verdeling van de hoogste dagtemperaturen per maand en de manier waarop uitschieters in de data worden afgevlakt.

Fig.4    Bron: Dijkstra et al 2021

We merkten dat het KNMI bijna alle keuzes in het homogenisatietraject zodanig had genomen dat de uitkomst wel móest leiden tot maximale bijstelling naar beneden van hoogste temperaturen. Dát was de voornaamste oorzaak van het feit dat De Bilt maar liefst 16 van zijn 23 hittegolven van vóór 1951 verloor.

We vroegen over hun bevindingen een gesprek aan met het KNMI  maar dat werd wederom afgewezen.  Ondanks het rondsturen van persberichten zwegen alle traditionele media in ons land over die publicatie. Alleen journalist Peter Baeten van De Andere Krant wijdde er een artikel aan.  Hij zocht contact met het KNMI en vroeg om een reactie op onze publicatie. Die kwam er:


Fig.5    Bron: Peter Baeten

Mooie woorden, maar intussen is 2023 al voorbij en zijn die gehomogeniseerde gegevens nog steeds niet van tafel. Intussen gaat het KNMI gewoon door met het gebruiken van die gehomogeniseerde temperaturen. Mocht er ooit nog een correctie op de correctie volgen, dan zullen we die wederom met een ‘wetenschappelijk mes‘ fileren.