David Attenborough en het klimaat

De bekende filmer David Attenborough maakt prachtige natuurfilms, waar veel mensen van genieten. David is van huis uit bioloog en heeft ook een graad in de geologie behaald. Een van de co-auteurs van ons rapport “Het Raadsel van de Verdwenen Hittegolven” , Jan Ruis, is ook van huis uit bioloog en gepromoveerd op een moeilijk onderwerp. Hij heeft bovendien een grote kennis opgebouwd over klimaatverandering.

Onlangs had Jan een griepje en greep dat aan om alle 8 delen van Attanboroughs “Our Planet” op Netflix achter elkaar te kijken. Jan is een echte natuurliefhebber. Hierboven ziet u de trailer. Prachtige beelden, maar het viel hem wel op dat Attenborough, de verteller bij de documentaire, niet zo veel kaas heeft gegeten van klimaatverandering. Hij lijkt gegrepen door het virus dat klimaathype heet. Dat is jammer, want het doet afbreuk aan de film. Jan heeft een schrijfblok erbij genomen en de pertinente fouten van Attenborough genoteerd. Dat is uitgemond in onderstaande tekst. Uiteraard met grafiekjes en alles met bronvermelding. Als u de sprookjesachtige documentaire van Attenborough niet wil laten bederven door klimatologische scherpslijpers raad ik u aan niet verder te lezen.

De onjuistheden zijn genummerd, daaronder staat steeds uitgelegd waarom de uitspraak onjuist is, met grafieken en bronvermeldingen.

1             “..the polar regions are warming faster than any other part of the planet”.

Onjuist. De Noordpool warmt inderdaad op sinds de metingen begonnen in 1979, maar de Zuidpool niet (bron):

De Noordpool warmde ook op van 1910-1940 en CO2 was daarvan niet de oorzaak (bron):

Bovenstaand patroon hangt sterk samen met de natuurlijke cyclus in de zeewatertemperatuur op de Atlantische Oceaan die via de Golfstroom/Noordatlantische Drift de temperatuur op de Noordpool beïnvloedt (de AMO) en als gevolg daarvan het zeeijs-oppervlak:

 2            “… sea ice is disappearing, within the lifetime of these polar bear cubs, the Arctic could be ice-free in summer”.

Onjuist. Het zomerijs (september-minimum) neemt al sinds 2007 niet verder af (bron):

Het is erg onwaarschijnlijk dat het zomerijs binnen 15-20 jaar nul zal worden (bron):

Dat het Arctische zeeijsoppervlak sinds 2007 niet verder afneemt kan samenhangen met de natuurlijke cyclus op de Atlantische Oceaan (AMO) die sinds 2007 maximaal is (en binnen afzienbare tijd weer naar de negatieve fase zal gaan).

3               “Greenland has been losing ice for the past 20 years and this is accelerating”.

Onjuist. De ijsafname op Groenland versnelt niet maar vertraagt juist de laatste 7 jaar (bron):

De laatste 2 jaar is er sprake van enige aangroei van het ijs op Groenland (bron):

Bovendien werd de sterke temperatuurstijging op Groenland in de twintiger jaren niet veroorzaakt door CO2 (bron):

En de landijsmassa op Groenland was 5000-9000 jaar geleden minder dan nu (bron):

4             “What we do in the next 20 years will determine the future of all life on earth“.

Onjuist. Deze dramatische uitspraak veronderstelt dat al het leven op aarde uitsluitend afhangt van wat Homo Sapiens doet, alsof de natuurprocessen zelf geen rol spelen of hebben gespeeld. Bovendien verwijst deze uitspraak naar de opwarming door menselijke CO2 uitstoot, niet naar de habitatvernietiging die het gevolg is van bevolkingsgroei:

Overbevolking is veruit de belangrijkste factor van het verlies van biodiversiteit als gevolg van wereldwijde ontbossing, landschapsverandering door aanleg landbouwgronden en veehouderij, aanleg van dammen voor zoet water irrigatie, doden van predatoren, overbevissing, stroperij,  stedenbouw en wegenbouw,  en de aanleg van oliepalmplantages voor de westerse “duurzame” energie waarvoor regenwoud wordt gekapt.

Dat heeft allemaal niets met opwarming door onze CO2-uitstoot te maken. Overigens hebben de bovengenoemde veranderingen wel effect op het lokale en mondiale klimaat, maar dat heeft niets met de CO2-uitstoot te maken als gevolg van verbranding fossiele brandstoffen. Er wordt een gevaarlijk misleidend beeld geschetst dat als we maar overstappen op duurzame energie we het leven op aarde zullen redden.

Pas veel verderop in de film (het deel over de tijgers in India) noemt Attenborough even de gevolgen van de overbevolking, maar dit onderwerp wordt sterk onderbelicht. Het is bovendien opvallend dat Attenborough bij andere gelegenheden wel uitgebreid melding maakt van de hierboven genoemde gevolgen van overbevolking (bron). Blijkbaar is de tekst van Attenborough door de BBC gedicteerd.

Een belangrijk punt in dit verband is dat door de atmosferische CO2-toename, en door de milde mondiale opwarming van gemiddeld 0,8°C sinds 1860, de fotosynthese snelheid  sterk is toegenomen. Aangezien alle voedselketens van de fotosyntheseproductie afhangen heeft de CO2-verrijking een positief effect op de natuur (bron):

Daarnaast zijn ontwikkelingslanden (verantwoordelijk voor 65% van de mondiale CO2-uitstoot!) vrijgesteld van uitstootbeperking. Wat Attenborough bedoelt met “we” heeft kennelijk betrekking op de westerse wereld. Maar als ontwikkelingslanden economisch kunnen blijven groeien met energie uit fossiele brandstof heeft westerse CO2 reductie nauwelijks zin. Bovendien gaat de habitatvernietiging door bevolkingsgroei in ontwikkelingslanden gewoon door met als gevolg verdere afname biodiversiteit en aantasting ecosytemen, westerse CO2-beperking heeft daar geen enkele invloed op, je redt er geen planeet mee.

5             “The last 50 years warming temperatures and disappearing sea ice has halved the krill stocks in the Southern Ocean. All life in Antarctic seas depends on Antarctic sea ice. With Antarctic sea ice disappearing, South Georgia’s future is far from certain“.  

Onjuist. Het Antarctische zeeijs is niet aan het verdwijnen:

Over de hele meetperiode 1979-2019 is er juist een kleine opwaartse trend in het zeeijs-oppervlak (bron):

Het continent Antarctica warmt niet op en bovendien was de temperatuur op Antarctica zo’n 1000-2000 jaar geleden hoger dan nu (bron):

6             “For thousands of years there has been a balance between advance and retreat of sea ice“.

Onjuist: het zeeijs-oppervlak op de Noordpool is niet constant geweest. Dat komt door wisselende oceaanstromingen en variërende zonnestraling (bron). De temperatuur varieerde aanzienlijk in de afgelopen duizenden jaren:

Tijdens het Holoceen-optimum (9000-5000 jaar geleden) was het enkele graden warmer dan nu. De zeeijsbedekking varieerde sterk tijdens het Holoceen en het huidige zeeijsoppervlak is zelfs groter dan tijdens het mid-Holoceen 6000 jaar geleden (bron1, bron2):

Attenborough doet het voorkomen alsof het zeeijs en het klimaat altijd constant zijn geweest en dat het nu pas verandert door de menselijke CO2-uitstoot.

De film toont walrussen die van rotsen vallen en dat wordt geweten aan “klimaatverandering”. Maar de zeeijs-afname rond 1930 zal de walrussen voor de NO-kust van Rusland naar verwachting eveneens parten hebben gespeeld, niet alleen de recente ijsafname. Zie ook dit artikel. Door het verleden niet te tonen en de kijker te suggereren dat de natuur zonder menselijke CO2-uitstoot mooi constant zal blijven is misleidend.

De dramatische scènes van ijsberen en het bijbehorende commentaar van Attenborough schetst het beeld dat de ijsbeerpopulatie in het verleden mooi constant was en dat de huidige zeeijsafname uniek is. Maar bovenstaande plaatjes tonen dat ijsberen de geringe ijsbedekking in het verleden moeten hebben overleefd. Tussen 1910 en 1940 nam het zeeijs eveneens sterk af. Bovendien neemt het zeeijsoppervlak de laatste 12 jaar niet verder af.  Volgens Susan Crockford zou er geen dramatische afname van de ijsbeerpopulatie, maar dat wordt haar door alarmisten niet in dank afgenomen (bron).

Minder zeeijs betekent meer fotosynthese door zonlicht dat fytoplanton dan bereikt, dus meer voedsel voor zeeorganismen (bron). Het zomerijs (Juli – September) is niet erg belangrijk voor ijsberen en bovendien bemoeilijkt dikker zeeijs het maken van ademgaten door zeehonden dus minder voedsel voor ijsberen.

 7            “photosynthesis of seagrass is 35 times that of an equal area of tropical rainforest and that reduces the damage caused by the recent warming of our seas“.

Onjuist.  De recente opwarming van oceanen (0,2°C) is zeer gering vergeleken bij de veranderingen in het verleden. De Noord Pacific en het zeewater rond Antarctica waren respectievelijk 2,1°C en 1,5°C warmer tijdens het Holoceen maximum (6000-8000 jaar geleden) dan gedurende de afgelopen eeuw.  Beide watermassa’s waren ~0,9°C warmer tijdens de Middeleeuwse Warme Periode dan gedurende de Kleine IJstijd (17e-19e eeuw) en ~0,65° warmer dan de afgelopen decaden (bron). De schade die de recente opwarming veroorzaakt zou dus vele malen kleiner moeten zijn dan die in het verleden, maar het leven floreerde en koralen stierven niet af.

8             ” ..if sea temperature rises 2°C then coral bleaching is the result. No reef can survive these changes in CO2 (ocean acidification) and temperature. One third of the Great Barrier Reef bleached in 2016 and 2017 and 50% of the corals in the world have died. The remaining corals will die in the next decades“.

Onjuist.  Het gaat niet om de CO2-concentratie (die in het verleden ooit vele malen hoger is geweest dan nu) maar om de snelheidsverandering daarvan. Als de snelheidsverandering van de pH groter is dan de evenwichtsreactie van het carbonaatsysteem kan onderverzadiging van kalk optreden waardoor deze oplost. Aan de andere kant lijkt er geen verband te zijn tussen atmosferisch CO2 en pH  en is er geen reden om alle veranderingen in het oceanische CO2 gehalte aan een enkel fenomeen toe te schrijven, temeer daar natuurlijke variaties veel grotere veranderingen in de oceanische CO2-concentratie teweeg kunnen brengen (bron). De pH varieert van nature al sterk van locatie tot locatie en van tijd tot tijd. In het water boven het Groot Barrière rif varieert de pH van 8,9 overdag tot 7,8 ’s nachts als gevolg van fotosynthese (pCO2 omlaag) en dissimilatie (pCO2 omhoog). Ook varieert de pCO2 van zeewater enorm per locatie: van 300 ppm tot 450 ppm. Kennelijk hebben de organismen geen last van deze snelle veranderingen en overgangen. Ook zijn koralen blijkbaar bestand tegen de grote variaties in zeewatertemperatuur als gevolg van seizoenen en wisselende zeestromingen.

De toename van pCO2 bevordert de fotosynthese van fytoplankton waardoor meer fytoplankton en meer voedingsstoffen beschikbaar komen voor andere zeeorganismen. Onderzoeksrapporten over koraalgroei komen tot tegengestelde resultaten van zowel toename als afname. De groei van koralen is ook afhankelijk van cyclonen, predatie, visserij en vervuiling waardoor eenduidige conclusies moeilijk zijn te trekken.

Attenborough merkt terecht op dat overbevissing veel schadelijker is dan plasticvervuiling. Plasticvervuiling van de oceanen staat momenteel sterk in de publieke belangstelling, in tegenstelling tot de noodzaak van duurzame visserij. De vraag hierbij is ook hoe duurzame visserij gerealiseerd kan worden bij een explosief groeiende wereldbevolking die ook gezond vis wil eten.

9             “..the droughts are getting worse as the planet warms“.

Onjuist. Het IPCC concludeerde in 2013 dat er weinig bewijs is voor significante trends in droogte die kunnen worden toegeschreven aan klimaatverandering (bron). Een toename van droogte in de toekomst wordt wel verwacht volgens klimaatmodellen die uitgaan van een grote CO2 klimaatgevoeligheid.

Attenborough heeft het over de tot dusverre milde opwarming door CO2; in de hele film blijven natuurlijke factoren die lokale temperatuur, neerslag en droogte beïnvloeden ongenoemd. Maar diverse studies tonen dat lokale regenval sterk afhankelijk is van cyclische zeestromingen; voorbeeld: de periodiek optredende sterke droogte in Spanje wordt bepaald door de combinatie van de NAO en de AMO (bron). Ontbossing zorgt eveneens voor lokale droogte door vermindering verdamping. In het algemeen geldt dat de effecten van de veranderingen die mensen aanbrengen aan het aardoppervlak (door ontbossing, aanleg van dammen, irrigatie van landbouwgebieden, onttrekking van grondwater, uitbreiding van langbouw en veehouderij, stedelijke ontwikkeling, etc.) moeten worden onderscheiden van opwarming door CO2. Bij een groeiende wereldbevolking die op termijn de CO2-uitstoot reduceert blijven de gevolgen van onze verstoring van kringlopen, ecosystemen en biodiversiteit dus gewoon bestaan en deze gevolgen zullen toenemen als gevolg van de exponentiële bevolkingsgroei in ontwikkelingslanden.

Samengevat: de afname van biodiversiteit en de aantasting van natuurlijke ecosystemen door ontbossing, landbouw, veehouderij, stedelijke ontwikkeling et cetera is voor veruit het grootste deel het gevolg van de bevolkingsgroei en huidige bevolkingsomvang, niet van CO2-uitstoot en de geringe (0,8 °C) opwarming sinds 1880. Als we wat er nog rest van de natuurlijke habitats willen conserveren dan moeten we iets heel anders doen dan CO2-uitstoot reduceren. Meer CO2 en iets hogere temperaturen bevorderen namelijk de fotosynthese (de optimale temperatuur voor C3-planten is 15-25 °C en voor C4-planten 25-35 °C). Beneden 200 ppm stopt fotosynthese en de fotosynthese snelheid blijft toenemen tot 1000 ppm (het huidige gehalte is 400 ppm):


De eindconclusie is dat we de natuur helpen door CO2-verrijking en geringe opwarming maar dat we de natuur vooral schade berokkenen door bevolkingsgroei  en de daarmee samenhangende economische groei.