Afgelopen zondag zag ik een interessante aflevering van Tegenlicht op de tv, Deltaplan waterstof genaamd.
Interessante opties om het gasleidingnet daarvoor te gebruiken. Nergens hebben ze zo’n perfect gasleidingnetwerk liggen als hier. Een ondernemer in waterstof kwam aan het woord. Hij had zijn Tesla (sic) omgebouwd met een waterstofcel en kon nu (bij zichzelf) waterstof tanken en zo makkelijk heen en weer van Groningen naar Amsterdam, en misschien zelfs verder. Hij bouwt ook gemeentevoertuigen van de stad Groningen om naar waterstof.
Zwaaipalen in de Noordzee zouden elektriciteit kunnen leveren aan elektrolysecentrales op verlaten booreilanden. Het gas kan dan via de bestaande leidingen naar het land. Ik werd zelfs wel een beetje enthousiast over het voorgestelde plan!
Er was ook een energieprof van de TU Delft die het land rondreist om het blijde waterstofevangelie her en der te verkondigen en een gedeputeerde van Groen Links die het helemaal zag zitten, en plots stond ik weer met beide benen op de grond. Want naast alle enthousiaste berichtgeving ontbrak er één cruciaal ding in de documentaire, namelijk de kosten. Ik herinnerde me dat Fred Udo een tijdje terug een artikel over waterstof had geschreven en wat had zitten rekenen aan de verliezen et cetera. Dat bericht vindt u hier.
De Russen schijnen te experimenteren met het lospeuteren van de C uit hun CH4, zodat je waterstof overhoudt. Als dat lukt kan die mooie nieuwe gaspijpleiding vanuit Rusland daarvoor gebruikt worden. Maar dat stuit misschien weer op bezwaren van politieke en militair-strategische aard. Enfin, ik blijf het volgen.