Categoriearchief: Geen categorie

Hitte voorbij: alarmisten klimmen uit hun holen

Het is opvallend dat juist gisteren en vandaag in respectievelijk het NRC en de Volkskrant grote artikelen staan over de afgelopen hitte in NW Europa. Het NRC spande de kroon met de kop: “Elke vijf jaar een hittegolf – en dat komt door onszelf”.

Geert Jan van Oldenborgh van het KNMI komt ruim aan het woord in het NRC, en datzelfde gebeurt vandaag in de Volkskrant. Samen met nog een paar vertegenwoordigers van WWA, World Weather Attribution.  Die organisatie is een samenwerkingsverband tussen een zestal weer- en klimaatonderzoeksorganisaties, waaronder het KNMI.

Op basis van statistiek gaan hete zomers vaker voorkomen dan in het verleden. In het snelle onderzoek naar de geëindigde hitteperiode  in NW Europa hebben de onderzoekers van het WWA, waaronder Van Oldenborgh, de gemeten hoge temperaturen op 7 stations van 1 mei tot 24 juli 2018 afgezet tegen de verwachtingen van enkele modellen.

Een van die 7 stations was De Bilt. De Bilt sprong er uit omdat de kans op basis van de observaties dat een dergelijke hete zomer voor kan  komen een keer in de 5 jaar is. Geen enkel van die andere stations had dezelfde lage herhalingstijd:

Bron: WWA Lees verder

Hittegolven uitgezocht

Terwijl Nederland geniet maar ook last heeft van een warme, zonnige en zeer droge zomer doemt de onvermijdelijke vraag op hoe uitzonderlijk de huidige warme periode is in historisch perspectief en in hoeverre dit met klimaatverandering te maken heeft. Het KNMI stelde in het NOS-journaal van donderdag 26 juli bij monde van Geert Jan van Oldenborgh:  “ Een warme zomer zoals we die nu hebben, gaan we in de toekomst nog veel vaker zien. Hittegolven komen nu frequenter voor: van een keer in de twintig jaar een eeuw geleden, tot elke twee tot drie jaar nu.”

De frequentie waarmee hittegolven voorkwamen in ons land zag er in 2015 nog zo uit:

Data:  KNMI 2015

Dat hittegolven nu vaker voorkomen dan vroeger is pas sinds 2016 ‘waar’. Toen presenteerde het KNMI namelijk een nieuwe gehomogeniseerde temperatuurreeks voor De Bilt. Die homogenisatie hield in dat metingen vóór 1951 gecorrigeerd werden. Dat bleek met name gevolgen te hebben voor de hoogste temperaturen in De Bilt: waarden boven de 27 °C zijn met maar liefst 1,9 graden naar beneden bijgesteld. Dit heeft ingrijpende consequenties voor met name het aantal hittegolven in de periode 1906-1951. Dat waren er 23 maar door de correcties bleven daar nog maar 6 van over.

Hoewel niemand bestrijdt dat correcties door stationsverplaatsingen en veranderde meetmethoden nodig kunnen zijn, roept deze ingrijpende aanpassing van de metingen in De Bilt wel grote vragen op. De metingen moesten destijds met 0,1 graden Celsius nauwkeurigheid afgelezen worden. Kan het werkelijk zo zijn dat met terugwerkende kracht alle historische waardes boven de 27 graden er bijna twee graden naast zaten?

Om dat te kunnen beoordelen dienen een hele reeks vragen beantwoord te woorden:

  • Laten de ongecorrigeerde temperatuurmetingen in De Bilt in de jaren 1950/1951 (de periode van veranderingen) inderdaad een trendbreuk zien en zo ja hoe groot is die? Met andere woorden, is de noodzaak om te homogeniseren aangetoond?
  • Hoe veranderde de temperatuur bij andere meetstations in dezelfde periode?
  • Waarom besloot het KNMI om de metingen in De Bilt te homogeniseren aan de hand van station Eelde (bij Groningen) dat 143 km noordoostwaarts ligt. Zijn er geen andere stations dichterbij die geschikter zijn?
  • Kunnen we de resultaten reproduceren?
  • Hoe verhouden het aantal warme en tropische dagen in De Bilt zich ten opzichte van andere (hoofd)stations in Nederland en eventueel ten opzichte van omringende landen?

Deze vragen wil ik samen met wetenschapsjournalist Marcel Crok en een paar andere mensen proberen te beantwoorden. Daarvoor is veel research nodig, interviews, schrijftijd, reizen etc. Zo hadden we vandaag een vergadering over deze materie aan de andere kant van het land. Vrijwel altijd is dat liefdewerk-oud-papier, maar voor grotere klussen zoals deze hebben we hulp nodig. We vragen uw financiële steun om dit werk te kunnen doen. Doneren kan door te klikken op “doneren”. U komt dan op de donatiepagina van de website van Marcel. Vermeld bij uw donatie svp  “hittegolven”. Alle beetjes helpen!

De resultaten zullen gepubliceerd worden in een rapport en in artikelen voor de media en op blogs.

PS:  ons vorige gezamenlijke rapport kunt u gratis downloaden via deze link van de Groene Rekenkamer.

 

Tweede hittegolf

De NOS maakte vandaag op haar website bekend dat de tweede hittegolf van dit jaar een feit is: het werd vandaag in De Bilt iets meer dan 30 °C.  Ik lees:

Bron:  NOS

Dat het nog maar twee keer eerder gebeurd is dat er in 1 jaar twee hittegolven waren is onjuist.  Hieronder is de tabel die tot 2016 op de website van het KNMI te vinden was. Te zien is dat er niet alleen in 1941 en 2006 sprake was van 2 hittegolven, maar dat er ook in 1911 en 1948 twee hittegolven waren.  En dat het jaar 1947 zelfs 4 hittegolven telde, waarvan er  één maar liefst 17 dagen duurde. Lees verder

Het raadsel van de verdwenen hittegolven deel 2 aanvulling

Een lezer maakte me er op attent dat in de laatste tabel van het vorige bericht (hittegolven in 1947) de vierde (!!)  hittegolf van 1947 ontbrak. Dat was een omissie van mijn kant die ik meteen corrigeer:

Het jaar 1947 telde dus in eerste instantie 4 hittegolven, door homogenisatie teruggebracht tot 1 hittegolf. Dat maakt het allemaal nog absurder.

Het raadsel van de verdwenen hittegolven deel 2

In het eerste deel van “Het raadsel van de verdwenen hittegolven” liet ik   zien dat er in de periode 1901 – 1951 maar liefst 16 van de 23 hittegolven geschrapt zijn door het KNMI. Dat gebeurde in 2016, toen het KNMI in 5 hoofdstations – waaronder De Bilt – de oude temperatuurwaarnemingen naar beneden bijstelde.

Omdat hittegolven in Nederland officieel alleen maar vastgesteld worden met behulp van de temperaturen in De Bilt gaat daar mijn belangstelling naar uit. Ik lees regelmatig over  ‘hittegolven’  in andere delen van het land, dus niet in De Bilt.  Dat is dus onzin, en blijft onzin, ook al noemen sommige weermannen en -vrouwen dat dan ‘regionale hittegolven’.

Data:  KNMI

In het eerste deel van wat nu een serie dreigt te worden liet ik bovenstaande grafiek zien. Daarin is goed te zien dat de temperatuur van 1901 – 1951 naar beneden is bijgesteld, en het sterkst in de zomer met ~0,5 °C. De data in de grafiek hebben betrekking op de gemiddelde etmaaltemperatuur. Lees verder

Het raadsel van de verdwenen hittegolven

We zitten de afgelopen dagen in een hittegolf. In Nederland is officieel sprake van een hittegolf als de maximumtemperatuur bij het KNMI in De Bilt gedurende tenminste 5 dagen elke dag 25 graden of hoger is. Bovendien moet het in die 5 dagen op zeker 3 dagen minstens 30 graden zijn. In onderstaande tabel van de website van het KNMI zijn de hittegolven sinds 1901 weergegeven (op die van 2018 na).

Bron:  KNMI

Lees verder

Het drijfijs op de Noordpool in 2018

Het oppervlak aan drijfijs is een onderwerp dat al vaker op deze site aan de orde is geweest. Dat oppervlak fluctueert met de seizoenen: ’s zomers, zo rond 1 september, heeft het zijn minimale oppervlakte. Maar er zijn ook fluctuaties op een langere termijn. We meten dat oppervlak systematisch sinds 1979. Voor die tijd waren er incidentele metingen. Sinds 1979 is het oppervlak aan drijfijs op de noordpool afgenomen. Die langjarige schommelingen hebben natuurlijke oorzaken.  Een belangrijke is de AMO, de Atlantische Multidecadale Oscillatie.  Dat is de schommeling van de watertemperatuur in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan.

Bron:  ClimateExplorer Lees verder

Droogte

Het is de laatste maanden erg droog in ons land.  Het KNMI tekent dat voor ons uit in een grafiek:

Bron: KNMI

Van een doorlopend neerslagtekort is sprake als de hoeveelheid neerslag in een bepaalde periode kleiner is dan de verdamping. In bovenstaande grafiek laat een stijgende lijn een toename in de droogte zien. Bij een dalende lijn is de hoeveelheid neerslag groter dan de verdamping en neemt de droogte gemiddeld over Nederland af. Daalt de lijn dan wordt het gras weer groen. Er is dan nog steeds sprake van een neerslagtekort omdat het water in de bodem (m.n. hangwater en grondwater) nog niet volledig is aangevuld. Daarom spreken we in dit geval van een doorlopend neerslagtekort. Een strenge grafiek dus, want met name oppervlakkig wortelende planten kunnen al weer voldoende water hebben terwijl de grafiek nog steeds van droogte spreekt. Lees verder

Energieprof David Smeulders: laat gas nog niet los

Interview met prof David Smeulders, hoogleraar Energy Technology aan de TU/e, die een week geleden een waarschuwend briefje naar de Volkskrant stuurde. Helder verhaal in het blad Cursor van de TU/e, en dat merkwaardige zinnetje “Voor de duidelijkheid: Smeulders is geen conservatieve klimaatontkenner” vergeef ik de redactie van Cursor graag. 😉

Bron: Cursor

“Door het hoge tempo waarmee we in Nederland opeens van het gas af willen, zal onze CO2-uitstoot de komende jaren alleen maar stijgen. Dat voorspelt TU/e-hoogleraar Energy Technology David Smeulders. Hij keert zich tegen de huidige ‘duurzaamheidsreligie’ waarin volgens hem rationele argumenten niet meer worden gehoord. Lees verder

Klimaatakkoord

Bron: Volkskrant

De Tweede Kamer praat vandaag over het Klimaatakkoord. Hopelijk ook over wie de gigantische rekening ervan gaat betalen. Tot nu toe zijn het vooral de huishoudens die de rekening van de energietransitie betalen. Dat gaat via de Heffing Opslag Duurzame Energie (ODE). In 2018 betalen de huishoudens ruim 13x zoveel ODE over aardgas dan de bedrijven (grootverbruikers). Over elektriciteit betalen huishoudens momenteel 66x zoveel als grootverbruikers. Ik heb al zo’n vermoeden waar het op uit gaat draaien. De komende jaren gaat elk huishouden er zeker enkele honderden euro’s per jaar aan bijbetalen. En dat bedrag kan nog flink oplopen tot 2030. Wat doet onze VOLKSvertegenwoordiging? Of moet ik dat woord beter niet meer gebruiken? Lees verder