Het drijfijs op de Noordpool in 2018

Het oppervlak aan drijfijs is een onderwerp dat al vaker op deze site aan de orde is geweest. Dat oppervlak fluctueert met de seizoenen: ’s zomers, zo rond 1 september, heeft het zijn minimale oppervlakte. Maar er zijn ook fluctuaties op een langere termijn. We meten dat oppervlak systematisch sinds 1979. Voor die tijd waren er incidentele metingen. Sinds 1979 is het oppervlak aan drijfijs op de noordpool afgenomen. Die langjarige schommelingen hebben natuurlijke oorzaken.  Een belangrijke is de AMO, de Atlantische Multidecadale Oscillatie.  Dat is de schommeling van de watertemperatuur in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan.

Bron:  ClimateExplorer

In bovenstaande grafiek is die AMO (detrended) weergegeven. Onder “Feiten”  bovenaan deze pagina vindt u het hoofdstuk “Opwarming tot 2100”. Daarin is een poging gedaan om met behulp van regressie-analyse te achterhalen wat de belangrijkste factor is voor die langjarige schommelingen van het drijfijs op de Noordpool.  De conclusie is dat de AMO voor ongeveer 80% de afname van het drijfijs sinds 1979 verklaart.

Bron:  Klimaatgek

Die overige 20% zou wel eens verklaard kunnen worden door de antropogene opwarming vanwege het versterkt broeikaseffect, maar zeker is dat niet.

De berichtgeving over het drijfijs op de Noordpool is echter heel anders. Kern van die berichtgeving is dat het drijfijs op de Noordpool in rap tempo verdwijnt, en dat dat vooral de schuld is van de mens door de uitstoot van CO2. Daarmee gaat men voorbij aan de natuurlijke factoren die van invloed zijn op de omvang van het drijfijs. Het drijfijs is de thermometer geworden van de Apocalyps, het einde der tijden dat ons te wachten staat.

Bron foto:  EO

Al Gore voorspelde in 2009 dat in 2013 de Noordpool ijsvrij zou zijn. In 2012 voorspelde de Nederlandse weerman Reinier van den Berg dat de Noordpool in de zomer van 2015 ijsvrij zou zijn.

Interessante vraag is natuurlijk of die voorspellingen zijn uitgekomen? In onderstaande grafiek is de omvang van het drijfijs weergegeven vanaf 2011 t/m 21 juli 2018.

Bron:  NERSC

De grafiek spreekt voor zich: Het zomerijs is niet verdwenen.  De minimale oppervlakte ’s zomers schommelt de afgelopen jaren rond de 4.000.000 km2. En tot nu toe zit het oppervlak in de zomer van 2018 bovenaan de bandbreedte vanaf 2011.

Kan ik voorspellen wat er de komende decennia met het oppervlak drijfijs gebeurt? Natuurlijk niet. Maar Al Gore en Reinier van den Berg zeker niet lijkt me. Hun blik wordt vertroebeld door het einde der tijden dat volgens hen nabij is. Klimaatalarmisme is de nieuwe religie.