De mijns inziens overtrokken belangstelling voor atmosferisch CO2 in het kader van de recente opwarming van de aarde of ‘klimaatverandering’ vindt zijn oorsprong in een tweetal publicaties van Svante Arrhenius, Dat idee is gebaseerd op laboratoriumonderzoek van Svante Arrhenius, gepubliceerd in 1896 en in 1906. De publicaties van Arrhenius hebben lange tijd een sluimerend bestaan geleid. Pas in de jaren ’70 van de vorige eeuw is de belangstelling voor CO2 en temperatuurstijging weer nieuw leven ingeblazen.
Over de zekerheden en de onzekerheden van de rol van CO2 op het klimaat is op deze site al heel veel geschreven. In dit bericht gaat het over een afgeleide ervan, namelijk de zeespiegel. Ook daarover is hier al veel geschreven, onder andere hier.
Bovenstaande grafiek geeft de mondiale zeespiegelstijging weer vanaf 32.000 jaar geleden. Het betreft het laatste en koudste deel van het Weichselglaciaal en de zeespiegelstijging vanaf het eind van die ijstijd tot en met het warmere Holoceen waarin we nu leven. De zeespiegel reageert op opwarming door middel van twee mechanismen: afsmelten van ijs en sneeuw dat op het land opgeslagen is, en uitzetting van water. De zeespiegel is vanaf 20.000 jaar geleden zo’n 120 m gestegen. Dat had onder andere tot gevolg dat de laagte die zich tussen Groot Brittannië en Nederland bevindt langzaam door water bedekt is geraakt: de Noordzee. De zeespiegelstijging die in eerste instantie een versnelling kende neemt vanaf 10.000 jaar gelden af. Dat wil zeggen dat de zeespiegel nog steeg maar in toenemende mate minder snel. In dit bericht richt mijn belangstelling zich op het laatste stukje. Lees verder →