Categoriearchief: oceanen

De hobbelige zeespiegel

Impressie van Jason-2 satelliet voor zeespiegelmetingen (altimetrie)

Bron:  NASA

We proberen al heel lang de hoogte van de zeespiegel te meten. Een van de oudste meetreeksen is die van Amsterdam, beginnend in 1700. Die gegevens zijn niet erg betrouwbaar. Betrouwbare gegevens komen pas aan het eind van de 19e eeuw ter beschikking. Dat zijn cijfers op basis van zogenaamde getijdemetingen. Momenteel kennen we bijna 2000 getijdestations over de hele wereld. Vanaf 1992 meten we ook met behulp van satellieten het zeeniveau.

Ondanks dat uitgebreide netwerk van getijdestations en die satellieten valt het niet mee om de hoogte van de zeespiegel te meten, en dus ook niet om veranderingen te meten. De hoogte van stilstaand water in een emmer is tamelijk makkelijk te meten, maar dat geldt niet voor de zeespiegel. Niet alleen omdat de aarde rond is, of liever gezegd ellipsoïde van vorm, maar ook omdat er allerlei krachten op dat zeeoppervlak werkzaam zijn. Meer krachten in elk geval dan er werkzaam zijn op het water in de emmer.  Lees verder

Zucht…

Trouwe lezers weten dat ik zo nu en dan foute informatie (nepnieuws heet dat tegenwoordig) op het gebied van klimaat uit de Volkskrant aan de orde stel.  Niet omdat de Volkskrant op dat gebied de allerergste is maar omdat ik die krant lees. Veel erger is het op dit vlak gesteld met de NRC die welhaast een religieuze opdracht lijkt te hebben om de ondergang van de wereld vanwege klimaatverandering te verkondigen. Een lezer wees me op een recent artikel van de hand van NRC-wetenschapsredacteur Marcel aan de Brugh waarvan de kop er zo uitzag:

Bron:  NRC

De bron van het artikel is de European Marine Board (EMB) die onlangs een publicatie het licht deed zien getiteld The ticking time bomb of climate change’.  Lees verder

IJs en sneeuw op Groenland deel 2

In het eerste deel van het bericht over Groenland liet ik zien dat gletsjers aan de rand van de ice shelf vanaf begin deze eeuw een negatieve massabalans hebben. Ook liet ik zien dat vanaf 2012 de trend van de massabalans minder negatief wordt en dat er na het smeltseizoen van 2016 sprake is van een opmerkelijke hoeveelheid sneeuw- en ijstoename.

Aan de ice shelf zelf heb ik in dat bericht weinig aandacht besteed. Een lezer van Klimaatgek maakte me attent op een publicatie van Johannessen et al uit 2005, getiteld “Recent Ice-Sheet Growth in the Interior of Greenland” .

Bron:  Johannessen et al 2005

Daarbij maakten ze gebruik van de hoogtemeters aan boord van de European Remote Sensing satellites (ERS-1 and ERS-2) van 1992 tot 2003. Lees verder

IJsberen

ijsbeer2                                Bron:    Bron: Pinterest

U kent bovenstaand plaatje wel. Het is al jarenlang de mascotte van mensen en organisaties die zich grote zorgen maken over de antropogene opwarming (sinds die opwarming niet meer zo opschiet heet het ‘klimaatverandering’, altijd raak 😉 ). De ijsbeer zou met uitsterven bedreigd worden doordat er steeds minder van zijn natuurlijke habitat zou overblijven vanwege het smelten van drijfijs.

Het beeld is ijzersterk, daarom wordt het graag ingezet. Net zoals filmpjes van gletsjers die afbreken in zee. Maar klopt het ook? Lees verder

Help, de dokter verzuipt! (met dank aan Toon Kortooms)

smeltBron:  Nature  (excuses voor het ontbreken van een ijsbeer, Antarctica he 😉 )

Als trouwe lezer van Climategate.nl op Facebook werd ik vandaag opmerkzaam gemaakt op een heuse klimaatconferentie die momenteel in Rotterdam plaatsvindt. Heu?  Jazeker.  De C40, waar 40 steden in de wereld bijeen zijn gekomen om een vuist te maken tegen klimaatverandering. Ja! Dat doet me denken aan de tijd dat steden zich konden uitroepen tot kernwapenvrije gemeente.

Nou wil het geval dat ik al heel erg lang het NOS-Journaal mijdt als de pest.  Het is geen nieuws, of voorgebakken nieuws.  Maar vandaag zette ik toevallig de tv aan terwijl het journaal bezig was, en ik viel met mijn kont in de boter: een bericht over verschrikkelijk afsmelten van ijs op Antarctica.  Er werd zelfs een meneer van het KNMI bij gehaald om te vertellen waar het over gaat! Nou , dan zal t wel waar zijn, toch?  Op de achtergrond deelnemers van de C40 conferentie die druk met elkaar in gesprek waren om de wereld te redden, denk ik.

Daar wilde ik wel het mijne van weten. Eerst de site van het KNMI opgezocht, waar het bericht prominent op stond.  Toen de site van Nature bezocht, waar ik dit bericht vond (volg link). Ik las:  ‘Sea levels could rise by more than 15 metres by 2500 if greenhouse-gas emissions continue to grow.’ Could…….

Daarna naar het artikel zelf van de hand van David Pollard,  palaeoklimatoloog aan de Pennsylvania State University en Rob DeConto, aardwetenschapper aan de University of Massachusetts. Wat hebben ze gemeten? Wat heb ik gemist?  Nu, ze hebben niets gemeten, maar een model gemaakt dat voorspelt wat er in de toekomst gaat gebeuren. En het worst case scenario van dat model voorspelt dat in het jaar 2500 de zeespiegel wel 15 gestegen kan zijn.  Kan zijn…..

Mooi werk, modellen bouwen ;-). En redactie van het NOS-Journaal: weer even de aandacht gevestigd op die C40 conferentie in Rotterdam! Anders was die geheel aan de aandacht ontsnapt.  En niet te vergeten: dank aan het KNMI dat nooit te beroerd is om mee te werken aan dit prachtige staaltje non informatie.

Ik blijf u regelmatig op de hoogte houden van (gemeten) zeespiegeldata.

 

Nogmaals El Niño

De huidige super El Niño heeft de temperatuur op aarde op ongekende wijze opgestuwd. Hier is het fenomeen uitgelegd:

Om het fenomeen te monitoren hebben wetenschappers de regio op de Grote Oceaan waar zich het fenomeen afspeelt in 3 zones ingedeeld:

nino sst kaartje

Bron:  NOAA

In de meest oostelijke zone is de temperatuur-opstuwing tijdens een El Niño het grootst. Onder normale omstandigheden welt voor de kust van Peru koud oceaanwater van grote diepte op. Dat is het gevolg van de passaatwinden die vanuit Peru bezien aflandig zijn. Tijdens een El Niño verandert dat windsysteem en wordt het water aan de oppervlakte (SST) in de gehele regio sterk opgewarmd, met de grootste verschillen in zone 3.  Hieronder ziet u het verloop en de voorspelling van de SST op 1 maart 2016.

nino3 sst 1 maart 2016

Bron:  ECMWF

Te zien is dat de voorspelling weergeeft dat de SST van zone 3 dit jaar tussen 3° en 4°C zal dalen. Als de SST richting -1°C gaat zal er sprake zijn van een heuse La Niña.

Hoe het temperatuurverloop van de huidige El Niño zich naar de globale SST vertaalt is te zien op de volgende grafiek. Het is de SST3 van HadCRUT.  De SST anomalie piekte in januari j.l. op 0,732 °C , de temperatuur van februari lag op 0,604 °C.

hadsst3 gl

Bron: http://woodfortrees.org/

Zoals al eerder aangegeven ijlt de luchttemperatuur, de temperatuur van de onderste laag van de troposfeer (LTL) wat na op de SST. De satellietdata van UAH, MSU lower troposphere temperature v6.0beta5 ,   laat een stevige top zien in februari 2016. Data van de eerste decaden van maart zijn nog niet beschikbaar, maar het is waarschijnlijk dat de LTL zich alweer in een dalende tendens bevindt.   Het verloop van UAH LTL is hier te zien:

uah tlt maart 2016

Bron: KNMI

Wat een volatiliteit, het lijkt de beurs wel.

 

El Niño  en het warmste jaar 2015

el nino dec 2015

Bron:  NOAA

El Niño  is dit jaar een stevige hoor. Kijk maar eens naar de multivariate enso index van NOAA hierboven. Maar hij lijkt zijn plafond al aangetikt te hebben. !998 had  ongetwijfeld de krachtigste El Niño tot nu toe, nipt gevolgd door die van 1983.

ENSO  , El Niño Souhern Oscillation, stuwt de gemiddelde temperatuur op aarde flink op. Vandaar ook dat klimaatalarmisten al maanden roepen dat 2015 het warmste jaar ooit gemeten wordt. Men vermijdt graag El Niño te noemen als ‘tipping proces’, zodat het lijkt alsof dat alleen het werk is van het stijgende CO2-gehalte in de atmosfeer. Lees verder

2015 warmste jaar ooit gemeten?

Het valt niet mee om het hoofd koel te houden in deze tijden van opwarming. En dan bedoel ik vooral het media-offensief aan de vooravond van de klimaattop in Parijs. Elke dag een waterval van artikelen in de mainstream media, elke dag die NOS-voettocht naar Parijs om de wereld te redden. En het is nu bijna zeker: 2015 wordt het warmste jaar ooit gemeten. Daarom ben ik maar weer eens even in de cijfers gedoken.

‘De’ gemiddelde wereldtemperatuur bestaat helaas niet.  Die moet berekend worden op basis van een source, een bron met waarnemingen.  Er zijn voor die berekeningen maar 2 bronnen:  een databank met thermometermetingen en een databank met satellietmetingen. Alle berekeningen van de gemiddelde temperatuur komen van een van die twee bronnen. De bekendste organisaties die zich bezig houden met die berekeningen op basis van thermometermetingen zijn NOAA, BEST, NASA/GISS en CRU. Twee organisaties gebruiken de satellietdata voor hun berekeningen: MSS en UAH.

Omdat ik – met goede redenen- de thermometerberekeningen enigszins wantrouw (hierover later meer) gebruik ik hier als bron de satellietdata. Die zijn beschikbaar vanaf eind 1978. Satellietdata hebben twee voordelen: de satellieten meten overal op aarde (thermometers zijn zeer ongelijk verspreid en hebben nog meer nadelen), en er is weinig/geen ruimte om de berekeningsmethode naar je hand te zetten via ‘adjustments’  en ‘reanalyses’.

tlt uah okt 2015

Bron:  KNMI Climate Explorer

Ik gebruik hier de datareeks van UAH, de laatste versie V6. UAH en RSS wijken nauwelijks van elkaar af. De data zijn bijgewerkt t/m oktober 2015. We zien de bekende en verguisde ‘hiatus’, de stilstand in de opwarming vanaf het begin van de millennium. We zien ook de piek aan het eind, in 2015. Dat is hem! Die piek zal nog wel hoger worden, want ook november is tamelijk warm.  Maar te zien is dat er in de datareeks meer pieken zijn.  De opvallendste in recente jaren is die van 1997/1998, maar ook in 2010 is er een te zien.  En nog veel meer in het eerste stuk van de grafiek.

Die pieken ontstaan niet door CO2 uiteraard, want dat neemt geleidelijk toe. Die pieken ontstaan door een ander fenomeen, El Niño, of beter ENSO. Dat is een verschijnsel in de zuidelijke tropen van de Grote Oceaan waarbij de temperatuur van de SST (sea surface temperature) toeneemt, met allerlei gevolgen voor het weer in grote delen van de wereld.  Zo zijn de recente bosbranden in Indonesië daar een uitvloeisel van.

In 1997/1998 was er sprake van een super El Niño, maar die van dit jaar is ook een hele grote.  Kijk maar eens in deze grafiek:

enso okt 2015 aBron:  NOAA

Het is een grafiek van MEI, Multivariate ENSO Index.  Dat is een datareeks van NOAA. Door beide grafieken met elkaar te vergelijken zie je dat ENSO de gemiddelde wereldtemperatuur in de bovenste grafiek flink opstuwt. Maar het fenomeen duurt maar relatief kort: zodra de ENSO Index daalt stort de temperatuur ook in. Dat gaat volgend jaar gebeuren. Net op tijd, die klimaattop in Parijs! 😉

Wat is de menselijke bijdrage aan Global Warming?

Weer een opzienbarende bijdrage van Jan Ruis in zijn speurtocht naar de feiten achter global warming. Neem even de tijd, want makkelijk is het niet. Maar de conclusies zijn bijzonder!

In het eerste artikel in deze serie werd multipele regressie toegepast van de mondiale oppervlaktetemperatuur van 1860-2014 op de AMO , ENSO en een antropogene forcering. De antropogene forcering werd verondersteld òf lineair te zijn òf logaritmisch. Het beste resultaat werd gevonden met een lineaire trend van 0,051°C/decade. De regressiecoëfficiënt voor de logaritmische forcering is 2,55*ln(CO2), waarin ln(CO2) de natuurlijke logaritme van de atmosferische CO2-concentratie. We noemen het eerste model, 0,051°C/decade, het lineaire model en het tweede model, 2,55*ln(CO2), het logaritmische model. De antropogene component vertegenwoordigt het totaal aan stralingsforceringen door broeikasgassen en aërosolen. Klimaatmodellen van het IPCC rekenen met logaritmische stralingsforcering. Voor de duidelijkheid zijn hier het lineaire en het logaritmische model grafisch naast elkaar gezet:

ajb15

ajb16
Guido van der Werf , die een artikel publiceerde over de resultaten van multipele regressie met 5 factoren, gebruikte een vertraging van 6 maanden voor de AMO en de ENSO. Daar zijn goede argumenten voor. Hieronder zijn de nieuwe resultaten, met vertraging van AMO en ENSO, voor de mondiale temperatuur met het lineaire model en daaronder met het logaritmische model: Lees verder

De temperatuur, het zeeijs op de Noordpool en de arctische amplificatie

In het bericht van 4 oktober 2015 werden aanwijzingen gevonden dat de klimaatgevoeligheid voor CO2 veel geringer is dan in klimaatmodellen wordt gehanteerd. Het blijkt dat met name de AMO, de Atlantische Multidecadale Oscillatie, van grote invloed is op de wereldtemperatuur. Die schommelingen in de watertemperatuur van de Atlantische Oceaan hebben zelfs een grotere invloed op de mondiale temperatuur dan CO2, zo bleek uit de multipele regressie analyse in het bovenstaand bericht.

amo 1860 2014

 

Er zijn meer aanwijzingen dat de klimaatgevoeligheid erg gering moet zijn, en die komen uit het noordpoolgebied. Lees verder