Het valt niet mee om het hoofd koel te houden in deze tijden van opwarming. En dan bedoel ik vooral het media-offensief aan de vooravond van de klimaattop in Parijs. Elke dag een waterval van artikelen in de mainstream media, elke dag die NOS-voettocht naar Parijs om de wereld te redden. En het is nu bijna zeker: 2015 wordt het warmste jaar ooit gemeten. Daarom ben ik maar weer eens even in de cijfers gedoken.
‘De’ gemiddelde wereldtemperatuur bestaat helaas niet. Die moet berekend worden op basis van een source, een bron met waarnemingen. Er zijn voor die berekeningen maar 2 bronnen: een databank met thermometermetingen en een databank met satellietmetingen. Alle berekeningen van de gemiddelde temperatuur komen van een van die twee bronnen. De bekendste organisaties die zich bezig houden met die berekeningen op basis van thermometermetingen zijn NOAA, BEST, NASA/GISS en CRU. Twee organisaties gebruiken de satellietdata voor hun berekeningen: MSS en UAH.
Omdat ik – met goede redenen- de thermometerberekeningen enigszins wantrouw (hierover later meer) gebruik ik hier als bron de satellietdata. Die zijn beschikbaar vanaf eind 1978. Satellietdata hebben twee voordelen: de satellieten meten overal op aarde (thermometers zijn zeer ongelijk verspreid en hebben nog meer nadelen), en er is weinig/geen ruimte om de berekeningsmethode naar je hand te zetten via ‘adjustments’ en ‘reanalyses’.
Bron: KNMI Climate Explorer
Ik gebruik hier de datareeks van UAH, de laatste versie V6. UAH en RSS wijken nauwelijks van elkaar af. De data zijn bijgewerkt t/m oktober 2015. We zien de bekende en verguisde ‘hiatus’, de stilstand in de opwarming vanaf het begin van de millennium. We zien ook de piek aan het eind, in 2015. Dat is hem! Die piek zal nog wel hoger worden, want ook november is tamelijk warm. Maar te zien is dat er in de datareeks meer pieken zijn. De opvallendste in recente jaren is die van 1997/1998, maar ook in 2010 is er een te zien. En nog veel meer in het eerste stuk van de grafiek.
Die pieken ontstaan niet door CO2 uiteraard, want dat neemt geleidelijk toe. Die pieken ontstaan door een ander fenomeen, El Niño, of beter ENSO. Dat is een verschijnsel in de zuidelijke tropen van de Grote Oceaan waarbij de temperatuur van de SST (sea surface temperature) toeneemt, met allerlei gevolgen voor het weer in grote delen van de wereld. Zo zijn de recente bosbranden in Indonesië daar een uitvloeisel van.
In 1997/1998 was er sprake van een super El Niño, maar die van dit jaar is ook een hele grote. Kijk maar eens in deze grafiek:
Bron: NOAA
Het is een grafiek van MEI, Multivariate ENSO Index. Dat is een datareeks van NOAA. Door beide grafieken met elkaar te vergelijken zie je dat ENSO de gemiddelde wereldtemperatuur in de bovenste grafiek flink opstuwt. Maar het fenomeen duurt maar relatief kort: zodra de ENSO Index daalt stort de temperatuur ook in. Dat gaat volgend jaar gebeuren. Net op tijd, die klimaattop in Parijs! 😉