Wat begon als een bijzonder emailtje van een lezer een paar dagen geleden lijkt nu uit te groeien tot een heuse berichtencyclus. Voor lezers die nieuw binnenvallen: begin met het bericht over de warme junimaand. Het gaat steeds over de gevolgen van de homogenisatie van de temperatuurreeksen van De Bilt. Dat gebeurde op 1 juni 2016, tegelijk met de homogenisatie van de temperatuurreeksen van de KNMI-stations De Kooy (Den Helder), Eelde (Groningen), Vlissingen en Beek (Maastricht). Ik wil het in dit bericht niet hebben over nut en noodzaak van homogenisaties (daar heeft onder andere William Briggs duidelijke taal over gesproken) maar over de gevolgen. Later duik ik graag een keer in het technische verhaal.
Data: KNMI
De vorige twee berichten zijn door veel mensen gelezen, en dat heeft weer een interessant reactie van een lezer opgeroepen. Op 19 mei dit jaar was de eerste zomerse dag van het jaar. De NOS-weerman maakte een vergelijking met het verleden (data vanaf 1951) en stelde dat er steeds meer zomerse dagen kwamen. De lezer had zelf in 2015 de dagwaarden van De Bilt gedownload (vanaf 1901) en heeft van die waarden (aangevuld met de data van 2015 en 2016) een Excelfile gemaakt. Hij kwam tot de conclusie dat er juist in de periode tussen 1901 en 1950 jaren waren met veel zomerse dagen. Zie de figuur hierboven. Emailtje naar de weerman en die schreef een uitgebreid verhaal terug. Enfin, de crux van het verhaal was – u begrijpt het al- dat de weerman de gehomogeniseerde data had gebruikt en de lezer de ruwe (=de gemeten) data.
Bron: KNMI
Op deze pagina van de daggegevens staat netjes vermeld dat de data van De Bilt en die 4 andere stations gehomogeniseerd zijn. Maar op de pagina’s waar de niet-gehomogeniseerde daggegevens beloofd worden, hier en hier, zijn -anders dan gesteld wordt- niet de ruwe data te vinden maar de gehomogeniseerde cijfers. Zie de screendumps hierboven. Duik je iets verder de databank van het KNMI in dan zijn ze hier te vinden.
Maar wie wat bewaart die heeft wat, en zo kunnen we de ruwe data toch vergelijken met die van de gehomogeniseerde reeks:
Data: KNMI
In de grafiek zijn heel goed de gevolgen te zien van de aanpassingen die door de homogenisatie zijn opgetreden. De homogenisatie loopt van 1 januari 1901 tot 1 september 1951 en laat een heleboel zomerse dagen in deze periode als sneeuw voor de zon verdwijnen. Het effect op het 30-jarig voortschrijdend gemiddelde is enorm: er ontstaat in de grafiek een voortdurend stijgende lijn. In de niet gehomogeniseerde reeks vallen de jaren met erg veel zomerse dagen op, en het voortschrijdend gemiddelde van de ruwe meetgegevens laat een fraaie bult zien.
Tellen we de aantallen zomerse dagen per jaar in De Bilt per 30-jarige klimaatperiode dan ziet dat er voor de gemeten reeks en de bewerkte reeks zo uit:
Data: KNMI
De oplettende lezer heeft tot slot van 1901 en 1902 een grafiek gemaakt met de gemeten maximum temperaturen per dag in De Bilt plus de afwijkingen per dag door homogenisatie. De afwijkingen zijn het grootst in de zomer en het kleinst in de winter. Dat waren we al tegengekomen in het vorige bericht.
Data: KNMI
Laat het maar even op u inwerken. Ik kom hier zeker nog op terug. En o ja: let ook even op de berichten over de warmste juni ooit gemeten die vandaag en morgen gaan komen in de reguliere media 😉 .