Categoriearchief: Geen categorie

Het IPCC en de opwarming

Er is de laatste paar weken enig onrust ontstaan over een paar conclusies in het laatste rapport van het IPCC uit 2018, “Global Warming of 1.5°C“. Die conclusies staan in het deel van het rapport dat heet ‘Summary for Policymakers’   (SPM). Alle IPCC rapporten kennen een dergelijke Summary. Maar laat ik eerst even naar die opzienbarende conclusies kijken. De bal werd aan het rollen gebracht door een artikel op de website www.science-climat-energie.be, een initiatief van een groep hoogleraren. Op 17 april j.l. schrijft Jean N een artikel (in het Frans) over de bijdrage van België aan het terugdringen van CO2 uitstoot. Hij constateert dat in het laatste rapport van het IPCC er sprake is van een ‘stille revolutie’ in het denken over klimaatverandering bij het IPCC.

In de SPM,  ‘Understanding Global Warming of 1.5°C’ , lees ik:

A.1 Human activities are estimated to have caused approximately 1.0°C of global warming above pre-industrial levels, with a likely range of 0.8°C to 1.2°C. Global warming is likely to reach 1.5°C between 2030 and 2052 if it continues to increase at the current rate. (high confidence) (Figure SPM.1) {1.2}

Nu is er een verschil tussen de ‘Summary for Policymakers’ en de samenvatting die de aan het rapport verbonden wetenschappers maakten. Die laatste heet ‘Technical Summary’  (TS).  Daarin lees ik:

Human-induced warming reached approximately 1°C (likely) between 0.8°C and 1.2°C) above pre-industrial levels in 2017, increasing at 0.2°C (likely between 0.1°C and 0.3°C) per decade (high confidence). Lees verder

Interview met prof. Judith Curry

 

Wetenschapsjournalist Edwin Timmer van de Telegraaf heeft een erg interessant interview gehad met klimaatprof Judith Curry.  Of eigenlijk met voormalig klimaatprof, want ze heeft begin 2017  vrijwillig afscheid genomen van de academische wereld aan het Georgia Institute of Technology. Ik schreef daarover hier. Ze ging verder met haar eigen bedrijf en informeert belanghebbenden over klimaatverandering.

Curry is een klimaatwetenschapper naar mijn hart: ze kijkt naar de cijfers, maar weet ook feilloos de vinger op de gevoelige plekken van de academische klimatologie te leggen. En ze laat zich niet (af-)leiden door politieke belangen.  Lees het hele interview in de Telegraaf door op deze link te klikken.

Een video van een aardig en niet te lang interview met Curry vindt U hier.

 

 

David Attenborough en het klimaat

De bekende filmer David Attenborough maakt prachtige natuurfilms, waar veel mensen van genieten. David is van huis uit bioloog en heeft ook een graad in de geologie behaald. Een van de co-auteurs van ons rapport “Het Raadsel van de Verdwenen Hittegolven” , Jan Ruis, is ook van huis uit bioloog en gepromoveerd op een moeilijk onderwerp. Hij heeft bovendien een grote kennis opgebouwd over klimaatverandering.

Onlangs had Jan een griepje en greep dat aan om alle 8 delen van Attanboroughs “Our Planet” op Netflix achter elkaar te kijken. Jan is een echte natuurliefhebber. Hierboven ziet u de trailer. Prachtige beelden, maar het viel hem wel op dat Attenborough, de verteller bij de documentaire, niet zo veel kaas heeft gegeten van klimaatverandering. Hij lijkt gegrepen door het virus dat klimaathype heet. Dat is jammer, want het doet afbreuk aan de film. Jan heeft een schrijfblok erbij genomen en de pertinente fouten van Attenborough genoteerd. Dat is uitgemond in onderstaande tekst. Uiteraard met grafiekjes en alles met bronvermelding. Als u de sprookjesachtige documentaire van Attenborough niet wil laten bederven door klimatologische scherpslijpers raad ik u aan niet verder te lezen.

De onjuistheden zijn genummerd, daaronder staat steeds uitgelegd waarom de uitspraak onjuist is, met grafieken en bronvermeldingen. Lees verder

Leon de Winter analyseert klimaathysterie

Foto: www.cafeweltschmerz.nl

Schrijver Leon de Winter is columnist bij de Telegraaf. Vandaag gaat zijn column over de klimaathysterie. Het is denk ik een goede analyse van de volstrekte gekte die momenteel rondwaart in de westerse wereld.

Over het Zweedse klimaatmeisje Greta Thunberg: “Klimaatactivisten, politieke partijen en de media hebben haar op een sokkel geplaatst, een meisje dat nu onder het mom van klimaatpassie publiekelijk haar ziektes uitleeft, als een middeleeuwse martelares. De aanblik van het klimaatcircus waarin zij optreedt is behoorlijk misselijkmakend, het eersteklas online tijdschrift Quillette heeft er onlangs een onthullend artikel over gepubliceerd.”

En over de energietransitie: “De transitie gaat honderden miljarden kosten. Wie een echte stap vooruit wil maken in de ontwikkeling van fossielvrije energie mag onder geen beding het verbranden van gas opgeven. In de tussentijd moeten we vol inzetten op de ontwikkeling van kernfusie. Als daar honderden miljarden onderzoeksgeld in geïnvesteerd worden, brengen we de mensheid verder zonder de aarde en de atmosfeer schade aan te doen en worden we een echt gidsland.”

Alleen over de CO2- compensatie door bosaanplant is wel een kanttekening te maken die te maken heeft met het verschil in tijdschaal. Hout kun je theoretisch in 30 jaar compenseren, bij gas (een fossiel jonkie) duurt dat al gauw 30 miljoen jaar en voor het vastleggen van CO2 in steenkool mag je wel 300 miljoen jaar rekenen. Maar er zijn meer redenen om boskap tegen te gaan. Bossen zijn een belangrijke natuurlijke regulator voor de luchttemperatuur en de waterkringloop. En misschien nog belangrijker: bossen zijn een belangrijke databank voor genetisch materiaal. Dat genetisch materiaal hebben we keihard nodig voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en voor het in stand houden van de voedselproductie. Bovendien vormen bossen het woongebied voor onnoemelijk veel dieren.

Op dus naar meer kernenergie, weg met de bangmakerij van Greenpeace en kameraden.

Lees het hele artikel van Leon de Winter hier.

 

Warmste tweede paasdag ooit gemeten?

Bron: www.weerplaza.nl

Weerplaza  schreef op 22 april j.l.: “Sinds de metingen is het op een tweede paasdag nog nooit zo warm geweest. Om half vijf werd het in De Bilt 24,8 graden. Voor landelijke records kijken we altijd naar De Bilt…. Het oude record stond op naam van tweede paasdag in 1949. Op 18 april in dat jaar werd het in De Bilt 24.7 graden.

Nu hangt een paasrecord natuurlijk ook af van de vraag op welke datum tweede paasdag valt. Het vorige record viel volgens Weerplaza (en alle andere media in Nederland) 4 dagen eerder, namelijk op 18 april 1949. Nu is er met die dagtemperaturen van De Bilt tussen 1901 en 1951 wat aan de hand. Het KNMI heeft gemeend om de gemeten temperaturen gedurende de eerste helft van de vorige eeuw te moeten corrigeren. Volgens die gecorrigeerde temperatuurreeks werd het op 18 april 1949 inderdaad 24,7 graden.

Trouwe lezers van deze klimaatwebsite weten inmiddels dat ik samen met 3 anderen een onderzoek heb gedaan naar die correctie die het KNMI op de gemeten cijfers heeft toegepast. Daar is een rapport van verscheen dat gratis hier te downloaden is. Nu hebben we de gemeten ‘oude’ data goed bewaard, dus is het een fluitje van een cent om te achterhalen wat de werkelijke maximum temperatuur op 18 april 1949 in De Bilt was. Lees verder

Recent NASA-bericht over invloed oceaan op Groenlands ijs

Groenlands grootste gletsjer groeit weer aan sinds 2016.  Dat heeft volgens NASA te maken met de aanvoer van relatief koud water vanaf het noorden van de Atlantische Oceaan. Dit bericht komt mooi overeen met wat ik ook sinds 2016 constateer, namelijk dat vanaf het arctische jaar 2016-2017 de surface mass balance (sneeuwval minus oppervlaktesmelt) op Groenland erg positief is en de totale massabalans vanaf 2016 waarschijnlijk positief is. Dus meer ijs in plaats van minder. Zie hier.

Dat is een heel ander geluid dan de overzichtsstudie die ervoor zorgde dat begin van de week alle main stream media in ons land op scherp stonden. Die overzichtsstudie ging over de periode 1971-2017 en herhaalde dus de bevindingen van de afgelopen 45 jaar.  Wat die overzichtsstudie niet meenam was de recente veranderingen in het Arctische gebied.

Het is vervelend te moeten constateren dat de kranten en tv in Nederland wel de deur wijd openzetten voor alarmerend nieuws op het gebied van klimaat, maar vaak muisstil zijn over recent wetenschappelijk  nieuws dat niet alarmerend is. Overigens was die overzichtsstudie natuurlijk geen nieuws, het was een overzicht van wat er al was. Dat bericht van NASA was wel nieuws.

De staatssecretaris en het homogenisatierapport

Op 7 maart j.l. heeft Thierry Baudet tijdens een debat de staatssecretaris gevraagd schriftelijk te reageren op ons homogenisatierapport. Die reactie is er gekomen en is bizar. Maar tegelijk heeft haar reactie daardoor ook hoge amusementswaarde. Dit is de brief:

Bron: staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat

De zienswijzen achter gedachtepuntje 1,2 en 4 zijn ook te vinden in de inleidende hoofdstukken van ons rapport.  De tekst achter puntje 3 is echter interessant. De staatssecretaris schrijft dat de homogenisatie beschreven is in een wetenschappelijk rapport dat er voor zorgt dat de door het KNMI gehanteerde onderzoeksmethodiek ‘….op een transparante, onafhankelijke en reproduceerbare wijze tot stand komt’. Dat is opmerkelijk, omdat de kern van ons rapport nu juist gaat om het feit dat we aantonen dat de correcties die het KNMI toepast nu juist niet reproduceerbaar zijn.

Volgens dezelfde brief wordt de wetenschappelijkheid van de homogenisatie door het KNMI ‘….gerealiseerd door peer reviews, internationale visitaties, presentaties op conferenties en publicatie op de KNMI website’. Echter, van peer reviews is geen sprake omdat het KNMI-rapport een technisch rapport is en geen publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift. Het KNMI schreef ons op 9 november naar aanleiding van onze vraag waarom het KNMI-rapport niet gepubliceerd is in een peer reviewed tijdschrift: “Voor publicatie in een peer-reviewed tijdschrift is het nodig dat onderzoek vernieuwend is. Dat is hier niet het geval.”

Of er internationale visitaties zijn geweest naar aanleiding van het technische rapport weet ik niet, het zou me verbazen. En over conferentie-presentaties en publicatie op de website: dat geldt ook voor ons homogenisatierapport, maar daarmee is het nog geen wetenschappelijk rapport.

Misschien dat we (Frans, Jan, Marcel en ik)  eens moeten kijken of we ons onderzoek naar die homogenisatie van De Bilt kunnen gebruiken voor een wetenschappelijke publicatie. Dan moet er serieus op geantwoord worden. Thierry Baudet is in elk geval met een kluitje in het riet gestuurd.

De temperatuurstijging in Nederland deel 2

Bron: KNMI

Onlangs heb ik hier een bericht gepubliceerd over de mogelijke oorzaken van de temperatuurstijging in ons land.

Nederland is sinds 1901 zo’n 1,7 °C warmer geworden. Het KNMI gaat uit van 1,8 °C, maar dat komt omdat zij tussen 1901 en 1951 gehomogeniseerde cijfers van De Bilt gebruiken. Ik doe dat niet, ik gebruik de niet gecorrigeerde meetgegevens. Lezers die de discussie over de homogenisatie van temperatuurdata van De Bilt hebben gevolgd snappen wel waarom.

Het grootste stuk van de opwarming van Nederland met 1,7 °C vond plaats na 1950. Opvallend is dat die opwarming grotendeels kwam van een temperatuursprong tussen 1988 en 1990 van ruim 1 °C. Het ligt voor de hand om die snelle toename niet toe te schrijven aan het gestaag stijgende CO2-gehalte van de atmosfeer. Ik ben op zoek naar verklaringen voor die opwarming.

In het eerste bericht liet ik de extreme toename van de hoeveelheid zonlicht zien als gevolg van het proces dat brightening heet. Dat proces wordt veroorzaakt door de snelle afname vanaf ongeveer 1980 van aerosolen in de lucht, niet alleen in Nederland maar in heel West-Europa.

Behalve aerosolen is er nog een tweede factor die de hoeveelheid invallend zonlicht beïnvloedt, namelijk de bewolkingsgraad. Die bewolkingsgraad, die officieel bedekkingsgraad heet, wordt onder andere in De Bilt elk uur gemeten. Daar wordt dan een etmaalgemiddelde van berekend. Die bedekkingsgraad van de hemel door wolken wordt weergegeven in achtsten (octa’s): Lees verder

Zeespiegelmonitor 2018

Bron: Deltares

De stijging van de zeespiegel langs de Nederlandse kust toont geen versnelling.  Dat is de belangrijkste conclusie in de ‘Zeespiegelmonitor 2018’ , een gezamenlijk project van Deltares en HKV. Bovenstaande grafiek komt uit het rapport en toont de gemiddelde relatieve zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust tussen 1890 en 2017. De zwarte puntjes zijn de gemiddelde jaarwaarden, de groen lijn is de lineaire trendlijn. De oranje en blauwe pluimen zijn de toekomstvisies op basis van 2 klimaatscenario’s van het KNMI.

Een wetenschapsjournalist van de Volkskrant schrijft: “Dat is een heel ander vooruitzicht dan bijvoorbeeld de prognose van het IPCC – het VN-panel voor klimaatverandering – dat een globaal gemiddelde stijging van 80 centimeter in het jaar 2100 aannemelijk acht. En anders ook dan klimaatscenario’s van het KNMI uit 2006 en 2014, waarin rekening wordt gehouden met een stijging van 25 tot 85 centimeter in het jaar 2085. De (verbeterde) metingen van de zeespiegel blijven achter bij de mogelijke stijgingen die in het verleden waren voorzien. Zijn de computermodellen te alarmistisch geweest?

Onderzoeker Baart tegen de Volkskrant:  “Dat neemt niet weg dat de cijfers koren op de molen kunnen zijn van degenen die verkondigen dat het niet zo’n vaart gaat lopen met klimaatverandering en zeespiegelstijging.” Nou Fedor Baart, dat is echt niet nodig, het Deltares-rapport is een (late) bevestiging van wat ik al een aantal jaren meen te constateren. Onderstaande grafiek lijkt heel sterk op die van Deltares:

Bron: Rapport “Waarom de KNMI-scenario’s niet zullen uitkomen

Lees verder

De temperatuurstijging in Nederland deel 1

 

Bron:  KNMI

In het KNMI-rapport “KNMI’14 Klimaatscenario’s voor Nederland” staat bovenstaande grafiek. Het onderschrift luidt: “Waargenomen jaargemiddelde temperatuur in De Bilt. Horizontale lijnen: gemiddelden over 30 jaar.”  De grafiek toont dat De Bilt sinds 1901 is opgewarmd. Die opwarming wordt als volgt beschreven: “Nederland is eveneens opgewarmd. Tussen 1901 en 2013 nam de gemiddelde temperatuur in De Bilt toe met 1,8 °C. Het grootste deel van deze toename, namelijk 1,4 °C, vond plaats tussen 1951 en 2013. Sinds 1951 is de toename ongeveer twee keer zo groot als de wereldwijde toename van de gemiddelde temperatuur over het land- en zeeoppervlak. De opwarming in onze buurlanden was vergelijkbaar.”

Dat ‘eveneens’  slaat op de voorafgaande alinea waarin beschreven wordt dat volgens het IPCC de aarde als geheel in deze periode gemiddeld 0,9 °C is opgewarmd. Het hoofdstukje gaat verder over de 4 klimaatscenario’s. Die scenario’s geven ‘een samenhangend beeld van klimaatveranderingen in 2050 en 2085 ten opzichte van de periode 1981-2010’. Kun je eigenlijk wel voorspellen hoe het klimaat in Nederland er over 30 en 65 jaar zal uitzien? Nee, en dat weet het KNMI ook, daarom spreekt men niet ‘verwachtingen’ maar van ‘scenario’s’. En bij scenario’s horen ‘beelden’. In de categorie toekomstvisies is het ‘scenario’ de vaagste. En dat is maar goed ook, maar er zijn weinig mensen die zich wat aantrekken van deze nuanceverschillen. Ook journalisten en politici denken meestal dat scenario’s voorspellingen zijn.

Marcel Crok en ik hebben twee jaar geleden over dat KNMI-rapport met de toekomstscenario’s een kritisch rapport geschreven, getiteld “Waarom de KNMI-scenario’s niet zullen uitkomen” . U kunt het gratis downloaden als u op de link klikt. In dat rapport staat ook een hoofdstuk over de temperatuur in ons land, met aandacht voor factoren die in het KNMI-rapport weinig aandacht krijgen. Een van die factoren heet ‘brightening’ en daar gaat dit bericht over. De uitkomsten zijn opzienbarend. Lees verder