Afgelopen week werden we opgeschrikt door een alarmerend bericht: een publicatie in Nature zou hebben aangetoond dat de smelt op Groenland van pakweg de afgelopen 25 jaar niet meer valt onder de natuurlijke schommelingen en dus aan de mens moet worden toegeschreven. Nu is het merkwaardige dat juist rond klimaatconferenties dit soort berichten vaker lijken te verschijnen. Ik heb een paar weken geleden al voorspeld dat met de naderende conferentie in Katowice de klimaat-alarmerende berichtgeving ook flink zou gaan toenemen. Een makkelijke voorspelling.
Aan die publicatie in Nature werkte ook een Nederlander mee, Michiel van den Broeke. Die is professor in Utrecht en heeft veel meer verstand van Groenland dan ik. Daarom ga ik binnenkort die publicatie eens grondig doorlezen. Als ik wat leuks vind meld ik het natuurlijk. Overigens stond onder de foto hierboven (Trouw) : Een gletsjer in West-Groenland hangt met zijn uiteinde in de Noord-Atlantische Oceaan. Dat water op de voorgrond is dus geen smeltwater maar zeewater en het plaatje paste dus eigenlijk niet bij het onderwerp. Maar een kniesoor die daar op let, ijs met veel water is al o.k.
Bron: DMI
Voorlopig heb ik ander nieuws over Groenland, of eigenlijk hetzelfde nieuws als vorig jaar. Vorig jaar schreef ik een aantal berichten over de sneeuwval in Groenland, zie o.a. hier (lezen denk ik).
Dat ging om precies te zijn over de surface mass balance (SMB). Die oppervlakte-massabalans geeft aan wat er aan sneeuw bijkomt minus wat er smelt en verdwijnt door sublimatie, in Gt. De totale massabalans van een gletsjer is de SMB plus wat er afglijdt in zee. Op Groenland komen vrijwel alle gletsjers in zee uit. In bovenstaande grafiek is het verloop van de SMB in het arctische jaar 2016-2017 weergegeven. Zo’n jaar loopt van 1 september tot 1 september. Rond 1 september is de korte zomersmelt afgelopen en begint de nieuwe accumulatie van verse sneeuw, vandaar. Te zien is dat de blauwe lijn veel hoger ligt dan de gemiddelde SMB (donkergrijze lijn) van 1981-2010.
In het jaar 2017-2018 is het eigenlijk hetzelfde als het jaar ervoor: de SMB was dit jaar veel groter dan het gemiddelde van 1981-2010. Ruth Mottram, Peter Langen en Martin Stendel zijn klimaatwetenschappers aan het DMI (Danish Meteorological Institute) en schreven hierover onlangs op de website Carbonbrief.org. Ze berekenden dat de SMB dit jaar uitkomt op 517 Gt, bijna 150 Gt meer dan het langjarig gemiddelde van 1981-2010. In 2016-2017 was de SMB zelfs 540 Gt.
De SMB van jaar tot jaar is sterk afhankelijk van regionale klimaatvariabiliteit en specifieke weerpatronen benadrukken de onderzoekers. In dit geval van de hoeveelheid sneeuw die valt en de luchttemperaturen aan het ijsoppervlak.
Bron: GISS/NASA
Op bovenstaand kaartje is de temperatuur-anomalie (afwijking) te zien in juli 2018 ten opzichte van de gemiddelde julitemperatuur van 2008 t/m 2017. De warme omstandigheden in juli 2018 in West- en Noordwest-Europa steken schril af tegen de opvallend lage temperaturen boven Groenland. Deze situatie wordt de Noord-Atlantische ‘wip’ genoemd: is het in Europa warm, dan is het boven Groenland en een deel van Noord-Amerika koud. Over dat patroon heb ik laatst wat geschreven naar aanleiding van die warme 13e oktober dit jaar (in Nederland! ).
Dus deze zomer extra veel verse sneeuw op met name Oost-Groenland. Dat zorgde er bovendien voor dat de smelt lager was dan normaal, omdat verse sneeuw witter is dan ouder ijs en dus de normale “ice-albedo feedback” minder sterk was.
De totale massabalans bestaat uit de SMB (massa van sneeuwtoename minus smelt) en de massa van afkalvende gletsjers in zee. Die TMB werd tot voor kort bijgehouden door een satelliet, Grace. Maar die is er in juni 2016 mee opgehouden. Zijn opvolger, Grace-FO , is dit jaar de ruimte ingegaan (foto hieronder) maar geeft nog geen bruikbare data. Jammer, want nu weten we niet wat de overall balans geweest is van het ijs op Groenland tussen september 2016 en september 2018, de jaren met veel sneeuwval. Het zou me niet verbazen als die positief geweest is.
O ja, ik heb het even nagekeken: Van den Broeke en zijn collega’s hebben ijskernen gebruikt die t/m 2015 data gaven. Dus die 2 uitzonderlijke arctische jaren 2016-2017 en 2017-2018 zijn niet meegenomen in de studie. Jammer.
Twee jaren met flinke sneeuwaccumulatie op Groenland geven nog geen garantie voor de toekomst. Maar enige aandacht in de reguliere pers zou wel op zijn plaats geweest zijn denk ik. Na de conferentie in Katowice misschien? Grapje 😉 .