De echte wetenschapper leest voortdurend boeken en publicaties, maar blijft vinden dat er nog veel te ontdekken valt. Hoe meer hij weet , des te meer beseft hij dat hij eigenlijk weinig weet.
Karl Popper stelde dat wetenschappelijke theorieën geen waarheidspretentie hebben. We moeten ze beschouwen als voorlopig en dienen juist proberen te bewijzen dat ze onjuist zijn. Zo wordt wetenschap een proces van gissing en weerlegging. Haar vooruitgang schuilt hierin, dat theorieën in de loop van de tijd worden vervangen door betere theorieën, die de waarheid steeds dichter benaderen. De logische kracht van één falsificatie is sterker dan een oneindig aantal verificaties van een hypothese.
Er zijn nogal wat mensen in en rond het vakgebied van de klimatologie die vinden dat het in twijfel trekken van de theorie dat de recente opwarming van de aarde louter of grotendeels het gevolg is van menselijk handelen absurd is. Een persoon die vindt dat “the science is settled” kan dus geen echte wetenschapper zijn.