Categoriearchief: oceanen

Hoe zit dat met dat CO2 en opwarming?

Sinds 1850 is de gemiddelde temperatuur op aarde met ongeveer 0,8 °C  gestegen. Dat is niet schokkend veel lijkt me. Maar vanaf het moment dat er een verband werd gelegd tussen die opwarming en de stijging van het atmosferisch CO2 zoals we dat sinds 1958 meten is het hek van de dam. ‘Klimaatverandering’ is hot, very hot. Tijd dus om eens ‘cool’  naar de cijfers te gaan kijken.

Momenteel wordt breed gedragen dat de recente opwarming van het aardse klimaat vooral het gevolg is van het stijgend CO2-gehalte van de atmosfeer. En dat is weer vooral het gevolg van menselijke activiteiten. Dat brede draagvlak voor deze hypothese is het gevolg van een statement van het IPCC:

ipcc en co2

Bron:  IPCC, Climate Change 2014 Synthesis Report, Summary for Policymakers

Hoe het IPCC er bij komt om te beweren dat de stijging van broeikasgassen vanwege menselijke activiteiten  “…. extremely likely to have been the dominant cause of the observed warming since the mid-20th century”  blijft vooralsnog onduidelijk. Boze tongen beweren Lees verder

Temperatuur in de troposfeer deel 3

In de vorige bijdrage over de temperatuur in de troposfeer heb ik geschreven  dat waterdamp in de vrije atmosfeer (ruwweg midden en boven troposfeer) gereguleerd wordt door wolkvorming, en dat daarbij microfysische processen een rol spelen die nog nauwelijks begrepen worden.  Hier hebben we denk ik de crux te pakken van de onzekerheid over de energiebalans van de aarde.

waterdamp oceanen

Bron:  RSS

Bovenstaande grafiek is afkomstig van RSS, researchbedrijf dat satellietdata verwerkt. Het is de anomalie van totale waterdamp in de atmosfeer gemeten vanaf 1988. De lineaire trendlijn toont een toename van waterdamp vanaf 1988. Maar net zoals bij de globale temperatuur is er sprake van een sprong rond het super El Niñojaar 1998.

Interessant is de ruimtelijke spreiding van Lees verder

Super El Niño

Het ECMWF gebruikt modellen om een medium-range termijnvoorspelling te doen over ENSO. ENSO zijn de opmerkelijke temperatuurschommelingen in het zuidelijk deel van de tropische Pacific. Die schommelingen hebben effect op het weer in grote delen van de tropen en subtropen. El Niño heeft betrekking op een warmere oceaan dan ‘normaal’ en komt zo eens in de 4 a 7 jaar voor. Zo nu en dan zit er een ‘super’ El Niño bij, die het weer in de tropen en subtropen flink kan ontregelen.

el nino 2015

 

Bron:  ECMWF

Dit voorjaar voorspelde ECMWF  een super El Niño  voor dit jaar.  Omdat de modellen er tot nu toe niet veel van bakten was ik benieuwd of het deze keer wel zou lukken. Zie het bericht van mei j.l. En dat doet het.  El Niño van 2015 is een zeer krachtige, en het einde is nog niet in zicht. Het oceaanwater in de tropen tussen Indonesië en Peru is momenteel zo’n 3 graden warmer dan gemiddeld. Dat heeft vaak grote effecten op het weer in de tropen en subtropen, niet alleen doordat de verdamping in het gebied flink groter is (per 1°C  temperatuurverhoging stijgt de hoeveelheid waterdamp met 7%) en daarmee de neerslag, maar ook doordat de luchtdrukverdeling verstoord raakt. Droge gebieden worden nat en andersom, en allerlei andere effecten zijn het gevolg. De top van El Niño ligt in december, vandaar de naam (=kerstkindje). Daarna wordt alles weer ‘normaal’. Soms wordt El Niño direct gevolgd door La Niña, met tegenovergestelde kenmerken, maar vaak ook niet. De voorspellingen dat het wel eens een record warmtejaar kan worden hebben te maken met de aanwezigheid van deze super El Niño en niet met plotselinge opwarming als gevolg van toegenomen atmosferisch CO2.

Hansen bakt ze weer bruin

Zie hier de kop van het artikel dat James Hansen samen met wat anderen publiceerde in het Open Acces medium Atmospheric Chemics and Physics. Hoon was zijn deel.

artikel Hansen

Zelfs New Scientist, dat altijd kritiekloos achter klimaatalarmisten aanloopt, merkt nu op: “Highly speculative. Full of conjecture. Based on flimsy evidence. Not supported by mainstream science. Not peer reviewed. Not suitable for basing policy on. It sounds like climate scientists are talking about the claims of climate deniers. But this time they are talking about a 23 July discussion paper by James Hansen, the most famous and respected climate scientist on the planet. “

Nou ja, ‘ the most famous and respected climate scientist on the planet’ is voor hun rekening. Ik ken deze voormalige toponderzoeker van NASA vooral als iemand die niet schroomt om te overdrijven. Het kan hem eigenlijk niet dol genoeg zijn. Ook nu weer. Dat de kritiek nu van alle kanten komt heeft niet alleen te maken met de extreme standpunten die hij in het artikel inneemt, maar ook omdat het artikel gepubliceerd werd voordat het peer-reviewed is, een doodzonde in wetenschapsland. Wat naar voor al die aanstormende wetenschappers die hij door deze te vroege publicatie meesleurt.

Ik neem hem al langer niet heel serieus, dus was ik van plan niet al te veel tijd in de publicatie te steken. Nou ja, dat lukt niet helemaal. Want er is een figuur in het artikel dat mijn aandacht trok:

zs Hansen 2015

Wat heeft Hansen (et al)  hier gedaan?  Lees verder

2014 recordjaar? deel 2

In het recente Volkskrantbericht over klimaatrecords (zie vorige post) las ik: “Ook het oppervlaktewater van de oceanen was vorig jaar gemiddeld warmer dan ooit eerder.. Omdat verreweg de meeste extra warmte in de diepzee gaat zitten, zal de opwarming zelfs bij het stopzetten van de uitstoot van broeikasgassen  nog lang – mogelijk zelfs eeuwen – doorgaan. De bovenste waterlaag (700m) is nu warmer dan ooit werd gemeten.

In onderstaande grafiek is de temperatuuranomalie (verandering) weergegeven van de gemiddelde temperatuur van de bovenste 700m van het oceaanwater. En inderdaad, de grafiek stijgt en is nog nooit zo hoog geweest. Daarbij moeten wel een paar kanttekeningen gemaakt worden. Ten eerste begint de grafiek pas in 1955. Van de periode daarvoor zijn geen bruikbare gegevens beschikbaar.

temp oceaan 700m

Bron: KNMI

In de tweede plaats zijn de gegevens waarop de grafiek gebaseerd is pas vanaf grofweg 2005 echt betrouwbaar. Lees verder

Modellen: beperkt houdbaar

Op deze website is al regelmatig geschreven over modellen om voorspellingen te doen, en hun beperkte waarde.  Zie o.a. hier . Vorige week werd ik attent gemaakt op het model dat ECMWF gebruikt om een medium-range termijnvoorspelling te doen over ENSO.

ENSO zijn de opmerkelijke temperatuurschommelingen in het zuidelijk deel van de tropische Pacific. Die schommelingen hebben effect op het weer in grote delen van de tropen en subtropen. El Niño heeft betrekking op een warmere oceaan dan ‘normaal’ en komt zo eens in de 4 a 7 jaar voor. Zo nu en dan zit er een ‘super’ El Niño bij, die het weer in de tropen en subtropen flink kan ontregelen.

Bij het ECMWF, het European Centre for Medium-range Weather Forecasts in Reading (UK) doet men voorspellingen op de middellange termijn. Het afficheert zich als  ‘ World leader in global medium range numerical weather prediction ‘ . Het ECMWF  is een onafhankelijke Europese organisatie, opgericht in 1975, waarin twintig Europese landen, waaronder Nederland (KNMI) participeren. Daar staat de grote computer waar de dagelijkse weersvoorspellingen uit rollen. Dat gaat al heel behoorlijk tegenwoordig. Maar hoe zit het met de voorspellingen ten aanzien van ENSO?  Kijk maar eens op deze pluimgrafiek van 1 mei 2015 voor de komende maanden:

enso 2015

Lees verder

De zeespiegel en de ijskappen deel 2

In het vorige bericht hebben we gezien dat het afsmelten van landijs en gletsjers weliswaar gemiddeld tot een verhoging van de zeespiegel leidt, maar dat dat overal anders is en dat er zelfs sprake kan zijn van een daling. Voor onze kust wordt al heel lang met behulp van boeien de hoogte van de zeespiegel gemeten. Voor de kust van Den Helder al zelfs bijna 150 jaar, vanaf 1865. Het is een van de langste meetreeksen op aarde. Zo’n meetboei zit vast aan de bodem van de zee en meet door middel van drukmeting de hoogte van de waterkolom erboven. De gegevens worden dan omgerekend naar het ‘zeeniveau’ ter plekke.

Nu is die zeebodem ook geen statisch punt, de aardkorst beweegt bijna overal. Die aardkorst drijft als het ware op de mantel dieper in de aarde. Je kunt het het beste vergelijken met een waterbed. De belangrijkste oorzaak van die korstbewegingen is isostasie.  Isostasie betreft verticale bewegingen van de aardkorst  als gevolg van bijvoorbeeld afsmelten van landijs of gebergtevorming, en het zogenaamde gravitatie-effect.

isostasie scan

Lees verder

De warmte-inhoud van de oceaanbekkens tot 2000m.

De prachtige KNMI-site ClimateExplorer heeft ook data van de warmte-inhoud (heat content) van de oceanen. Althans tot  2 km diepte.  De recente data  zijn zeer compleet en zijn afkomstig van de ARGO floats. Elke Argo-boei zakt naar een diepte van  rond de 2000 meter, om vervolgens snel op te stijgen naar het oppervlak terwijl onderweg voortdurend druk, temperatuur en zoutgehalte worden gemeten. De sonde blijft vervolgens een dag aan de oppervlakte om de gegevens via een satellietverbinding te verzenden naar een grondstation en de satelliet hun koers aan het zeeoppervlak kan bepalen. De sonde zinkt dan weer. Dit wordt elke 10 dagen herhaald. Op deze wijze is een schat van gegevens beschikbaar gekomen.

argo4

Lees verder

Eerste erkende klimaatvluchtelingen?

tuvalu vk

 

Bron: Volkskrant

Afgelopen week stond het in alle kranten: Nieuw Zeeland had de eerste klimaatvluchtelingen ter wereld erkend. Nu is ‘klimaatvluchteling’ een beetje raar begrip. Er zijn mensen die voor een catastrofaal natuurverschijnsel vluchten, zoals een vulkaanuitbarsting. Een dergelijk natuurverschijnsel doet zich in relatief korte tijd voor, bewoners worden er als het ware door overvallen en vluchten. Dat geldt nooit voor klimaatveranderingen. Klimaat is immers het gemiddelde weer berekend over 30 jaar, klimaatveranderingen zijn langzame processen. Lees verder

Drijfijs op aarde neemt toe

global sea ice anomaly 6 2014

Bron: University of Illinois

De totale oppervlakte aan drijfijs op het noordelijk en zuidelijk halfrond neemt de laatste tijd weer toe. Dat is te zien in bovenstaande grafiek van de Polar Research Group van de University of Illinois, een van de instituten op aarde die onderzoek doen naar de staat van het drijfijs. De veranderingen in oppervlakte drijfijs worden hier gepresenteerd in de vorm van een anomalie, de relatieve veranderingen die optreden ten opzichte van een bepaalde referentieperiode. Die referentieperiode is hier 1979-2008. 1979 is het jaar waarin de satellietmetingen startten. Lees verder