Categoriearchief: Geen categorie

Klimaathysterie


Je weet dat het gaat gebeuren:  elke keer dat er weer een klimaatconferentie gehouden wordt betekent dit dat er een golf van propagandistische berichten over ons uitgestort gaat worden. Voor wetenschappers is zo’n conferentie een uitgelezen moment om hun nieuwe (alarmistische) publicatie naar buiten te brengen. De planning -samen met tijdschriften die natuurlijk ook belangen hebben- lijkt wel geperfectioneerd.  En veel mainstream media doen nijver mee met het verspreiden van de onheilstijding.

De Green Deal van EU-klimaatpaus Frans Timmermans kwam daar nog bovenop.  Ongetwijfeld is het tijdstip van publicatie van de EU plannen zorgvuldig gekozen. Overigens zou het me niet verbazen als die Green Deal voor veel twijfelende kiezers in GB het beslissende duwtje geweest is richting Brexit. Lees verder

Klimaatactivisme verpakt als journalistiek

Nog niet zolang geleden heb ik een onderzoek gedaan naar de waarheid achter het verhaal van Pariaha, het zinkende dorp op de Filipijnen. Journaliste Merel Bem mocht in de Volkskrant een pagina vol schrijven over een dorp dat in de golven verdwenen was door de stijgende zeespiegel en verkeerd bodemgebruik. Ik heb dat uitgeplozen en het bleek volstrekte flauwekul te zijn. Volgt u bovenstaande link naar dat bericht maar eens.

Bron: NPO

Ik werd door een lezer van deze site erop gewezen dat in de uitzending van gisterenavond van het radioprogramma Bureau Buitenland (VPRO) een alarmerende reportage van Aïda Grovestins zat over de stad Saint-Louis in Senegal. Steeds meer huizen zouden ten prooi vallen aan de golven als gevolg van de stijgende zeespiegel. Blijkbaar geïnspireerd door mijn recente zeespiegelbericht is de lezer op onderzoek uitgegaan en had binnen 5 minuten de ware toedracht gevonden. Lees verder

De zee stijgt maar bij ons niet zo hard

Bron: NRC

Onder bovenstaande kop schreef Marcel aan de Brugh afgelopen zaterdag in het NRC een artikel over de zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust. Voor de Nederlandse kust wordt geen versnelling van de zeespiegelstijging gezien. Een tweetal lezers van NRC (wat weinig!) vroeg aan de krant waarom dáárover met geen woord gerept werd in de (overigens nogal alarmerende) NRC-berichtgeving over het klimaat/de zeespiegel. Dat probeert Aan de Brugh in het artikel goed te maken. Waarom wijkt de stijging van de Noordzee zo af van het wereldwijde gemiddelde vraagt hij zich af.

Grafieken: sealevel.info

Ik houd al een aantal jaren de zeespiegelstijging aan onze kust bij. In het rapport  “Waarom de KNMI-scenario’s niet zullen uitkomen” van Marcel Crok en ondergetekende heb ik de zeespiegelgrafieken van de 6 hoofdpeilstations aan onze kust getoond, vanaf 1900 t/m 2016, de grafieken hierboven. Lees verder

Hoogwater in Rijn en Maas

Enkele weken geleden schreef ik een tweetal berichten over het Waterschap Limburg. Het waterschap heeft meer geld van de Limburgse bevolking nodig om hen te beschermen tegen de verschrikkelijke gevolgen van klimaatverandering. Over de neerslag en de hevige buien  in Limburg heb ik enkele weken geleden hier en hier al het een en ander geschreven. De uitslag van mijn onderzoek was dat er geen spoor van bewijs is dat Limburg inderdaad ten prooi dreigt te vallen aan hevige neerslag.

In het stuk van de dijkgraaf op de website van het Waterschap Limburg staat o.a. te lezen dat het waterschap de komende jaren gaat investeren in de hoogwaterveiligheid van 60.000 Limburgers. Ik wil dat laatste wat breder trekken en de waterafvoer van de Maas en de Rijn bekijken over een zo lang mogelijke periode. Die waterafvoer, het debiet in m3/sec, wordt al heel lang gemeten door Rijkswaterstaat op diverse plaatsen langs de grote rivieren. Ik bekeek het debiet op de plaatsen waar de rivieren ons land binnenkomen, bij Eijsden en Lobith.


Lees verder

De sneeuwbedekking op het noordelijk halfrond

Afgelopen weekend kwam ik bij toeval op mijn wandeling door de Peel een Duitse vakbroeder, een fysisch geograaf, tegen. We raakten over het klimaat aan de praat, hij was somberder dan ik. Maar hij zei er meteen bij dat dat gestoeld was op gevoelens, niet op cijfers. Ik ben niet zo van de gevoelens op klimaatgebied (dat wordt al te vaak gedaan) en vertelde hem onder andere dat de sneeuwbedekking op het NH bij mijn weten geen dramatische afname laat zien. Hij was daar verbaasd over en ik eigenlijk ook. Daarom ben ik maar eens in de sneeuwcijfers gedoken.

Bron: NSIDC

De seizoensafhankelijke  sneeuwbedekking op het Noordelijk Halfrond speelt een belangrijke rol in het klimaatsysteem van de aarde. De maximale sneeuwbedekking wordt vrijwel elk jaar in januari bereikt en heeft dan een oppervlak van ongeveer 47 miljoen km2.  In augustus wordt meestal de kleinste sneeuwbedekking gemeten en is die beperkt tot  Groenland en wat kleine gebiedjes in Noord-Amerika en Eurazië. De sneeuw  heeft dan een oppervlak van ongeveer 3,5 miljoen km2. Strikt genomen behoort deze minimale sneeuwbedekking dus niet tot de seizoensafhankelijke sneeuw omdat ze overblijvend is. Ongeveer 98% van de seizoensafhankelijke  sneeuwbedekking is op het Noordelijk Halfrond te vinden. Lees verder

Susan Crockford en de ijsberen


Afgelopen weekeinde organiseerde Clintel een tweetal lezingen van Susan Crockford over de ijsberenpopulatie. Crockford is een Canadese zoöloge, gespecialiseerd in ijsberen. Daar schrijft ze regelmatig over op haar website.  Maar ze heeft ook een hele lijst aan peer reviewed publicaties over het onderwerp op haar naam staan. Zie hier. Nu ga ik het hier niet hebben over de positie van de ijsbeer in de Arctische regio, maar over de consequenties die een ‘afwijkende’ mening kan hebben op het functioneren van een wetenschapper.

Susan Crockford bestudeert al heel lang de ijsberenpopulaties en is tot de conclusie gekomen dat het eigenlijk uitstekend met de ijsbeer gaat. Het aantal ijsberen is momenteel veel groter dan zo’n halve eeuw geleden en de dieren zijn over het algemeen in goede conditie. Het vervelende is echter dat de ijsbeer al een hele tijd het symbool is van wat klimaatverandering doet met de natuur. Foto’s van  (al of niet gefotoshopte) zielige ijsberen die eenzaam op een ijsschots afdrijven zijn al een hele poos het handelsmerk van natuurorganisaties en van lieden die zich bezig houden met het verkondigen van het einde der tijden vanwege ‘klimaatverandering’. Crockford werd voor hen symbool van de klimaatontkenner die niet deugt. Lees verder

Maastricht: ‘It’s the sun, stupid!’

Onderstaande grafiek toont de gemiddelde hoeveelheid zonlicht die elk jaar tussen 1965 en 2018 gemeten werd op station Maastricht. Dat weerstation heet weliswaar nog steeds Maastricht maar is al sinds 1950 gelegen op vliegveld Beek.

Het KNMI geeft de cijfers in J/cm2 per etmaal.  Dat is de hoeveelheid energie die gemiddeld per etmaal op 1 cm2 valt. Omgerekend naar W/m2 betekent dit dat je het aantal Joules moet delen door het aantal seconden in een etmaal (3600×24) en dan vermenigvuldigen met 10.000.

Data: KNMI

De sterke schommelingen van jaar tot jaar zijn het gevolg van verschillen in bewolkingsgraad, vooral doordat de wind niet altijd uit dezelfde hoek blaast. Zo is 2018 een jaar met meer dan gemiddelde zonne-energie in Beek: wekenlang vrijwel wolkeloos weer in de zomer zorgde daar voor.

Maar veel interessanter is de stijgende trend sinds 1980. Die is te zien aan de LOESS smoothing die ik op de jaargemiddelde cijfers heb toegepast. Sinds 1980 is de hoeveelheid zonlicht in Beek met meer dan 12% toegenomen! Een poosje geleden heb ik datzelfde al een berekend voor De Bilt en kwam toen op een toename van ongeveer 10%. Lees verder

Waterschap Limburg deel 2

In het vorige bericht heb ik laten zien dat op basis van extreme en zeer extreme etmaalsommen, gemeten op de 10 Limburgse neerslagstations sinds 1951, is niet af te leiden dat in de nabije toekomst extra maatregelen in Limburg nodig zijn.

Voor het meten van hoosbuien, kortstondige hevige buien, zijn de etmaalsommen te grof en moet gebruik gemaakt worden van stations waar de neerslag per uur gemeten wordt. Dat zijn er in Limburg drie, waarvan er twee (Arcen en Ell) nog maar relatief kort in gebruik zijn. Maastricht is al langer in gebruik en in 1951 verhuisd naar Beek, maar de stationsnaam Maastricht is behouden.

Er is bij uursommen geen officiële grens om de neerslag te kwalificeren zoals bij etmaalsommen. Ik heb als grens >= 10mm gekozen om de grafieken te maken en noem deze data ‘zware buien’. Als je de data filtert op zware buien dan hou je ook voor die jonge stations Arcen en Ell nog voldoende data over om bruikbare grafieken te maken. Het resultaat ziet er dan zo uit:


Lees verder

Waterschap Limburg wil meer geld deel 1

Website Waterschap |Limburg

Waterschap Limburg zegt veel meer geld nodig te hebben om haar taken de komende jaren te kunnen uitvoeren. Dijkgraaf Van der Broeck legt op de website van het waterschap uit hoe dat komt: “De gevolgen van de klimaatverandering treffen ons allemaal. Meer dan ooit ervaren Limburgers hoe belangrijk water is; of het nu te droog of te nat is, of het nu schoon of vies is, we hebben er allemaal mee te maken.” In de Begroting 2020 heeft Waterschap Limburg haar grootste opgaven benoemd. Dit zijn het omgaan met het veranderende klimaat, waterveiligheid langs de beken en de Maas en waterkwaliteit.  Zo investeert Waterschap Limburg de komende jaren onder andere in de hoogwaterveiligheid voor 60.000 Limburgers, het opvangen van de extreme hoosbuien door de aanleg van robuuste buffers en het verwijderen van medicijnresten uit water. Om dit mogelijk te maken zijn extra investeringen nodig en is een belastingverhoging onvermijdelijk. Een gemiddeld huishouden betaalt in 2023 zo’n 46 euro meer  dan in 2019. De komende vier jaar betekent dit een gemiddelde stijging van 1 euro per maand.” Lees verder

Pages2k deel 5: Antarctica revisited

In het voorgaande deel 4 van deze serie toonde ik aan dat de ruimtelijke dekking van de proxies op Antarctica  op basis waarvan Neukom et al concluderen dat er geen sprake was van een middeleeuwse warme periode op dit continent volstrekt onvoldoende is. In dit bericht ga ik nader in op de paper van Lüning et al (2019), ‘The Medieval Climate Anomaly in Antarctica’, die nagenoeg gelijktijdig met het artikel van Neukom et al gepubliceerd werd.

Lüning et al proberen de paleotemperatuur op Antarctica gedurende het MCA ( Medieval Climate Anomaly) in kaart te brengen aan de hand van zoveel mogelijk beschikbare wetenschappelijke onderzoeken en publicaties. Voorwaarde was dat er temperatuurdata beschikbaar moest zijn voor de  periodes 500–900 CE, 950–1250 CE (MCA kernperiode 1000-1200 CE plus foutmarge), 1250–1500 CE en 1500–1800 CE.

In totaal werden voor 60 locaties bruikbare data gevonden in de bestaande literatuur. Beperkten Neukom et al zich tot een handvol ijskerndata, Luning et at gebruikten behalve ijskernen ook data van sedimenten van mariene en meerboringen, data uit veen en ouderdomsbepaling  met behulp van gletsjermorenen en kolonies zeeolifanten.  De gebruikte typen data zijn afkomstig uit de paleontologie, anorganische scheikunde (o.a. δ18O en deuterium), organische scheikunde ( o.a. 14C,  Tex86), geofysica, sedimentologie en ijsmicroscopie.

Hoewel gletsjermorenen en zeeolifanten vooral kwalitatieve gegevens produceren is de variëteit van de door Luning gebruikte proxies te prefereren boven het gebruik van alleen ijskernen. Recent onderzoek wijst namelijk uit dat de correlatie tussen δ18O en temperatuur niet altijd sterk is en vaak een sterke ruimtelijke heterogeniteit kent. Zo toont recent onderzoek in Dronning Maud Land een hoge horizontale variabiliteit voor wat betreft δ18O en blijken stabiele zuurstofisotopen gevoelig voor veranderingen na depositie, vooral in gebieden met een zeer lage neerslag zoals Oost-Antarctica.

Bron: Lüning et al 2019

Lees verder