Categoriearchief: metingen

Het fabeltje over opwarming/geen opwarming

In mijn vorige bericht  heb ik onder andere het gastblog van Ernst Schrama aan de orde gesteld. Dat gastblog verscheen op de website van Bart Verheggen, notoir verdediger van de opwarming. Al ‘bladerend’ door die website kwam ik een paar interessante dingen tegen die ik u niet wil onthouden. De afgelopen tijd komen reacties los van klimaatwetenschappers over de ‘stand still’ van de wereldtemperatuur en de afwijking van de gemeten temperatuur ten opzichte van de voorspelde temperatuurgang. Maar er zijn in de wetenschap en ook daarbuiten ook mensen die van een stilstand van de opwarming niets willen weten.

jos1Bron: Klimaatverandering

Zo schreef Jos Hagelaars  op 30 juni 2013 een vlammend betoog  onder de titel ‘Het fabeltje over 16 jaar geen opwarming’.   Lees verder

Wetenschap en wetenschappers deel 2

Adjiedj Bakas, trendwatcher, auteur en wat dies meer zij,  nam vandaag in de Volkskrant de “Groene Kerk” op de korrel. Aanleiding was de tegenstand die milieubewegingen kweken tegen de mogelijke winning van schaliegas. Dat onderwerp is hier onlangs nog aan de orde geweest , toen 55 hoogleraren te hoop liepen tegen de winning van schaliegas in Nederland. In het bericht van 5 juli 2013 heb ik aangetoond dat vrijwel niemand van die 55 hoogleraren kaas gegeten heeft van gaswinning, maar er wel een overduidelijke mening over heeft.

Bakas pluist dit fenomeen, de invloed van groene clubs op de politieke besluitvorming, verder uit. In zijn artikel zegt hij ook een paar duidelijke dingen over de klimatologie:

bakas1                                         Bron: Volkskrant

Lees verder

Nogmaals de extra zonnestraling in De Bilt

In het vorige bericht heb ik laten zien dat zowel de TMAX als TMIN in De Bilt tussen 1985 en 1991 flink gestegen zijn als gevolg van de toegenomen kortgolvige straling van de zon en langgolvige straling vanuit de atmosfeer. De stijging van TMAX was in deze periode wat groter dan van de TMIN, wat begrijpelijk is omdat TMIN  (afgezien van advectie) bepaald wordt door naar beneden gerichte langgolvige straling en TMAX ook door binnenvallende kortgolvige straling. Opvallend is wel dat het verschil minder groot is dan wellicht verwacht.  Ook bij de lichte daling van beide grootheden na 1998 zien we dat TMIN wat harder daalt dan TMAX, daarover later meer.

trenberth stralingsbalans

 

Bron: Trenberth 2009

De vraag is nu waarom de temperatuur in De Bilt vanaf pakweg begin jaren ’90 van de vorige eeuw eigenlijk niet reageert op de sterk toegenomen zonne-energie, en ook niet op de toegenomen langgolvige straling vanuit de atmosfeer. Het antwoord moet te vinden zijn in de stralingsbalans, die hierboven is afgebeeld en die al vaker een rol op deze site heeft gespeeld. Lees verder

Waar blijft die extra energie in De Bilt?

In het vorige bericht heb ik laten zien dat er in De Bilt vanwege ‘brightening’  vanaf 1985 een enorme hoeveelheid zonne-energie méér binnenkwam, veel meer dan er vanwege de toegenomen broeikasgassen extra aan langgolvige straling binnengekomen is in dezelfde periode.  Het is een raadsel waar al die energie gebleven is, de temperatuur in De Bilt is vanaf 1992 nauwelijks meer toegenomen.

Voor dat ik dat laatste – de verdwenen warmte – bekijk, wil ik eerst weten welk effect de toename van kortgolvige energie en langgolvige energie afzonderlijk hebben gehad op de oppervlaktetemperatuur in De Bilt. Dat is tamelijk makkelijk te scheiden. Immers, kortgolvige energie is zonne-energie en komt alleen overdag binnen, langgolvige energie die vanuit de atmosfeer naar de aarde straalt komt 24 uur per etmaal binnen. Dat betekent dat ’s nachts uitsluitend langgolvige straling de aardkorst ‘verwarmt’. Lees verder

Nogmaals de temperatuursprong

In een van de vorige berichten is de temperatuursprong aan de orde geweest die te zien is in de temperatuurreeks van De Bilt, maar ook van veel andere meetstations in Europa.  Het beeld is dat de temperatuur vanaf het begin van de 20e eeuw tot 1988 is gestegen met 0,4 °C (erg weinig), en daarna tussen 1988 en 1991 een sprong maakt van maar liefst 1 °C, om na 1991 weer min of meer vlak te worden. De ‘sneller dan gemiddelde opwarming’ van grote delen van Europa ( globaal in dezelfde periode ongeveer 0,7 °C ) komt daarmee in een geheel andere daglicht te staan. Wat veroorzaakt die enorme sprong van 1 °C in 3 jaren?

cnt all  Lees verder

Lente 2013 een van de koudste van afgelopen 108 jaar

Nu we toch in het vorige bericht gebruik hebben gemaakt van de datareeks van de Central Netherlands Temperature, CNT, heb ik meteen maar eens gekeken of de koude lente van 2013 uitzonderlijk is. Omdat de gegevens vanaf 22 mei t/m 31 meiop dit tijdstip nog ontbreken heb ik gekeken naar de voorspellingen voor de rest van de maand bij het KNMI en MeteoConsult. Met behulp van deze voorspellingen heb ik de gemiddelde meitemperatuur 2013 vastgelegd op  11,62 °C. Het zal er mijns inziens niet ver vanaf liggen. Vervolgens heb ik alle gemiddelde lentetemperaturen  (maart, april, mei) vanaf 1906 in een grafiek gestopt:

cnt lente   Bron KNMI

Lees verder

De temperatuursprong 1988-1991

Voordat ik me überhaupt ga wagen aan de vraag wat de oorzaak geweest is van die enorme temperatuurstijging in Europa tussen 1988 en 1991 (zie vorige bericht) ben ik benieuwd of de temperatuurstijging seizoensgebonden is of dat deze ‘verborgen’  zit in een kleine maandelijkse stijging door het gehele jaar heen.

Om dat te zien heb ik weer gebruik gemaakt van de onvolprezen databank van het KNMI, de Climate Explorer. Om het werk beperkt te houden heb ik me alleen op Nederland gericht, met een datareeks die een groter gebied dekt dan alleen meetstation De Bilt.  Het betreft de datareeks van de Central Netherlands Temperature, CNT. CNT is een datareeks die de maandelijkse gemiddelde temperaturen weergeeft vanaf 1906 tot heden. De data zijn het ongewogen gemiddelde van dagwaarden van 6 stations, te weten De Bilt, Winterswijk, Gilze-Rijen, Volkel, Eindhoven en Deelen.  De laatste twee zijn er respectievelijk in 1951 en 1958 bijgekomen.

sprong                                                                   Bron: Jan Ruis Lees verder

Nogmaals de temperatuur van De Bilt

In het vorige bericht was te zien dat er al ruim 21 jaar geen opwarming meer is gemeten in De Bilt. Tot mijn verbazing kreeg ik maar een beperkt aantal reacties, en behalve een enkele reactie van een lezer was er in de Nederlandse kranten vanuit redactionele hoek geen belangstelling voor.  En dat terwijl het geconstateerde mijns inziens toch tamelijk spectaculair is, althans vanuit klimatologisch oogpunt bezien.

Nu is het interessant om te bezien wat er in De Bilt aan het bereiken van dit stationaire plateau in de temperatuurreeks vooraf ging. Voor een goed beeld van het temperatuurverloop is de meetreeks van het KNMI verreweg de beste. Die van GISS-NASA is zo sterk gemanipuleerd door soms ondoorgrondelijke homogenisaties dat ik deze niet durf te gebruiken.  Zie voor de homogenisatiemethoden van GISS-NASA de pagina over de temperatuurmetingen in De Bilt.

tdebilt 1901-2013   Bron data:  KNMI Lees verder

De Bilt vertoont al ruim 21 jaar geen opwarming

In mijn bericht van 1 april 2013 liet ik zien dat vanaf 1987 de winters in De Bilt kouder geworden zijn en de zomers warmer. Ook weten we dat het over de gehele wereld al ongeveer 16 jaar niet meer warmer wordt. Dat was fraai te zien de grafiek aan het eind van mijn bericht van 27 april 2013, waarin de modellen de temperatuur alsmaar verder laten stijgen en de satellieten al lange tijd geen stijging meer meten.

bilt 1992 2013   Data:  KNMI

Collega Jan Ruis heeft nog eens in de databank van het KNMI gekeken naar de maandgemiddelden van De Bilt. De grafiek van de gegevens van 1-1-1992 t/m 30-4-2013 ziet u hier boven. De rode streepjeslijn is de lineaire trend van het temperatuursignaal. Zoals altijd kunt u door gebruik te maken van de link zelf zien waar de gegevens vandaan komen en er desgewenst een grafiek van maken.

Zoals te zien is is er vanaf 1 januari 1992 geen opwarming meer in De Bilt. U leest het goed: al ruim 21 jaar geen opwarming in De Bilt.