Categoriearchief: co2

Nogmaals de temperatuursprong

Op 30 juni j.l. was het laatste bericht over de brightening in De Bilt sinds het midden van de jaren ’80. Dat onderwerp kwam als vanzelf naar boven drijven toen ik me kort daarvoor verbaasde over de plotselinge temperatuurstijging eind jaren ’80 in De Bilt van wel 1 °C. Het bleek dat die ‘uptick’ in grote delen van Europa voorkwam. Hieronder is die sprong goed te zien in de temperatuurreeks van centraal Nederland (CNT).

cnt allData: KNMI

Bij het analyseren van de temperatuur per maand viel op dat met name de wintermaanden die scherpe sprong eind jaren ’80 ook weergaven. Lees verder

Nogmaals de extra zonnestraling in De Bilt

In het vorige bericht heb ik laten zien dat zowel de TMAX als TMIN in De Bilt tussen 1985 en 1991 flink gestegen zijn als gevolg van de toegenomen kortgolvige straling van de zon en langgolvige straling vanuit de atmosfeer. De stijging van TMAX was in deze periode wat groter dan van de TMIN, wat begrijpelijk is omdat TMIN  (afgezien van advectie) bepaald wordt door naar beneden gerichte langgolvige straling en TMAX ook door binnenvallende kortgolvige straling. Opvallend is wel dat het verschil minder groot is dan wellicht verwacht.  Ook bij de lichte daling van beide grootheden na 1998 zien we dat TMIN wat harder daalt dan TMAX, daarover later meer.

trenberth stralingsbalans

 

Bron: Trenberth 2009

De vraag is nu waarom de temperatuur in De Bilt vanaf pakweg begin jaren ’90 van de vorige eeuw eigenlijk niet reageert op de sterk toegenomen zonne-energie, en ook niet op de toegenomen langgolvige straling vanuit de atmosfeer. Het antwoord moet te vinden zijn in de stralingsbalans, die hierboven is afgebeeld en die al vaker een rol op deze site heeft gespeeld. Lees verder

Waar blijft die extra energie in De Bilt?

In het vorige bericht heb ik laten zien dat er in De Bilt vanwege ‘brightening’  vanaf 1985 een enorme hoeveelheid zonne-energie méér binnenkwam, veel meer dan er vanwege de toegenomen broeikasgassen extra aan langgolvige straling binnengekomen is in dezelfde periode.  Het is een raadsel waar al die energie gebleven is, de temperatuur in De Bilt is vanaf 1992 nauwelijks meer toegenomen.

Voor dat ik dat laatste – de verdwenen warmte – bekijk, wil ik eerst weten welk effect de toename van kortgolvige energie en langgolvige energie afzonderlijk hebben gehad op de oppervlaktetemperatuur in De Bilt. Dat is tamelijk makkelijk te scheiden. Immers, kortgolvige energie is zonne-energie en komt alleen overdag binnen, langgolvige energie die vanuit de atmosfeer naar de aarde straalt komt 24 uur per etmaal binnen. Dat betekent dat ’s nachts uitsluitend langgolvige straling de aardkorst ‘verwarmt’. Lees verder

Nogmaals brightening en de temperatuur in Nederland

Met een toename van 10 W/m2 behoort De Bilt tot de plekken in Europa waar vanwege brightening tussen 1985 en 2010 de inkomende zonne-energie het sterkst is gestegen. Hoe verhoudt zich dit getal tot de toename van de binnenkomende langgolvige straling als gevolg van broeikasgassen? Daar valt wel iets over te zeggen.

Hansen et al hebben in 2007 een paper gepubliceerd getiteld:  Dangerous human-made interference with climate: a GISS modelE study. Daarin is een interessante grafiek afgebeeld waarin de  invloed is weergegeven van de belangrijkste  klimatologische ‘forcings’, uitgedrukt in W/m2 .

forcings1

Bron: Hansen et al 2007

Lees verder

De temperatuursprong 1988-1991

Voordat ik me überhaupt ga wagen aan de vraag wat de oorzaak geweest is van die enorme temperatuurstijging in Europa tussen 1988 en 1991 (zie vorige bericht) ben ik benieuwd of de temperatuurstijging seizoensgebonden is of dat deze ‘verborgen’  zit in een kleine maandelijkse stijging door het gehele jaar heen.

Om dat te zien heb ik weer gebruik gemaakt van de onvolprezen databank van het KNMI, de Climate Explorer. Om het werk beperkt te houden heb ik me alleen op Nederland gericht, met een datareeks die een groter gebied dekt dan alleen meetstation De Bilt.  Het betreft de datareeks van de Central Netherlands Temperature, CNT. CNT is een datareeks die de maandelijkse gemiddelde temperaturen weergeeft vanaf 1906 tot heden. De data zijn het ongewogen gemiddelde van dagwaarden van 6 stations, te weten De Bilt, Winterswijk, Gilze-Rijen, Volkel, Eindhoven en Deelen.  De laatste twee zijn er respectievelijk in 1951 en 1958 bijgekomen.

sprong                                                                   Bron: Jan Ruis Lees verder

Nieuwe hockeystick deel 9

In de vorige aflevering van 18 maart j.l. was een grafiek te zien waarin de proxies die gebaseerd zijn op alkenonen een merkwaardige omkering krijgen. Gebruikt men de originele datasets van de deze proxies dan is er aan het eind van de grafiek sprake van een sterke daling, terwijl Marcott et al op het tegenovergestelde uitkomen.  Dat is het gevolg van de ‘redating’  die zij hebben uitgevoerd.

mcintyre6 Lees verder

Nieuwe hockeystick deel 8

Voor de mensen die ‘nieuw’  de site opduiken: begin te lezen bij het bericht van 10 maart j.l. Zoals ik al meermalen geschreven heb, bijvoorbeeld op 16 maart j.l., is het raadselachtig waarop en hoe het onderzoeksteam van Marcott de bestaande onderzoeksgegevens van 73 proxies opnieuw heeft gedateerd. Dat dat verregaande consequenties heeft gehad voor de interpretatie van deze gegevens lijkt duidelijk. Hieronder ziet u de analyse van Steve McIntyre voor de 31 proxies die alkenonen hebben gebruikt om de temperatuur te reconstrueren.

mcintyre3

 

Lees verder

Nieuwe hockeystick deel 5

Paul Matthews van de University of Nottingham is wiskundige en gespecialiseerd in o.a. nonlineaire systemen. Paul heeft van de73 proxies die Marcott et al  zeggen te hebben gebruikt voor hun reconstructie van de temperatuur in het Holoceen een grafiek samengesteld van die proxies waarvan de dataset eindigt tussen 300 BP en -50 BP. Dat zijn er ruim 30. Die grafiek ziet er zo uit:

marcott pm

Lees verder

Nieuwe hockeystick deel 4

Nullius in Verba, een actieve blogger met kennis van zaken , heeft van de 73 proxies die door Marcott et al gebruikt zijn om de Holocene temperatuurgang te reconstrueren er 60 geplot. De overige 13 waren erg kort en besloegen slechts een deel van het Holoceen, zodat hij deze ongebruikt liet. Die 60 plots, dus het temperatuurverloop van die 60 proxies, heeft hij in drie groepen ingedeeld. Het heden ligt aan de linkerkant.

marcott low

Lees verder

Nieuwe hockeystick

marcott1

Enkele dagen geleden verscheen in Science een publicatie van Marcott et al die al snel veel stof heeft doen opwaaien. De conclusie is dat het momenteel warmer is dan in 72% van het Holoceen. Nogal opmerkelijk, omdat tijdens het deel van het Holoceen dat Boreaal genoemd wordt, van 9000 tot 7500 jaar BP (= Before Present, 1950), de aarde op zijn warmst was. Althans, dat dachten we. Dergelijke reconstructies zijn belangrijk omdat de huidige mondiale temperatuurstijging in een historische context plaatsen, waardoor wellicht meer zicht komt op de vraag in hoeverre menselijke invloed te onderscheiden is van natuurlijke variabiliteit. Lees verder