Paul Matthews van de University of Nottingham is wiskundige en gespecialiseerd in o.a. nonlineaire systemen. Paul heeft van de73 proxies die Marcott et al zeggen te hebben gebruikt voor hun reconstructie van de temperatuur in het Holoceen een grafiek samengesteld van die proxies waarvan de dataset eindigt tussen 300 BP en -50 BP. Dat zijn er ruim 30. Die grafiek ziet er zo uit:
Het heden ligt links in de grafiek. De rest van de datasets eindigt dus (ruim) vóór 1650 n. Chr. Die laatste paar honderd jaar zijn erg belangrijk, omdat in de reconstructie van Marcott et al de temperatuur aan het einde van de grafiek als een raket omhoog schiet.
Zoals u ziet geeft de bovenstaande grafiek geen enkele aanleiding om die ‘raketlancering’ van de temperatuur in recente tijd te veronderstellen. De datasets die door Marcott et al zijn gebruikt geven een geheel ander beeld.
Hoe komen Marcott et al dan aan die razendsnelle stijging van de temperatuur? Hebben ze misschien leentjebuur gespeeld bij Michael Mann van de omstreden (eerste) hockeystickgrafiek, of bij thermometerdata? Van Mann weten we dat hij op omstreden wijze data van proxies heeft laten ‘samenvloeien’ met thermometergegevens. De publicatie van Marcott et al geeft geen inzicht in deze kwestie.
Streve McIntye heeft zich nu ook op publicatie gestort. Hij heeft contact gezocht met Marcott en hem gevraagd hoe hij aan die ‘uptick’ van 1,4 °C gekomen is. Marcott gaf daarop geen antwoord (sic) maar zei dat …the 1890-on portion of their reconstruction was “not robust”. Een verklaring voor de zeer snelle stijging van zijn grafiek na 1940 gaf hij niet.
McIntyre gelooft niet dat de snelle uptick van Marcott het gevolg is van ‘splicing’ van proxydata met thermometerdata of Mann’s data. Splicing is een techniek uit de genetische manipulatie waarbij stukjes mRNA aan elkaar worden geplakt, een mooie analogie. Ik ben daar (dat er geen sprake is van splicing) nog niet zo zeker van.
Voorlopige conclusie van McIntyre: “… I am at present totally baffled. I’m disappointed that Marcott refused to explain the phenomenon when asked politely. It is clear that the uptick is, at a minimum, “not robust”. My own surmise is that the situation is worse than that: that the uptick in the alkenone (and other reconstructions) is an artifact, but of what I don’t know.”
Het lijkt erop dat de geschiedenis zich herhaalt. Intussen dansen klimaatalarmisten nog steeds de horlepiep, voor zolang het duurt. Wordt ongetwijfeld vervolgd.