Nieuwe hockeystick deel 7

Steve McIntyre,  Canadese wiskundige en luis-in-de-pels van menig gevestigde klimatoloog, heeft op zijn website mogelijk de oorzaak gevonden van de merkwaardige uptick in de publicatie van Marcott in Science. Op onderstaande figuur is die uptick goed te zien. De rode lijn is de reconstructie van de temperatuur op het noordelijk halfrond, de gele lijn de reconstructie zonder de aanpassingen die Marcott et al gemaakt hebben aan de datasets van de 73 proxies.

mcintyre1

Die aanpassingen zijn werkelijk heel bijzonder. In mijn bericht van 11 maart j.l. heb ik voor de grafieken van de proxies die het recentst in de tijd doorlopen de published age en de published temperature gebruikt, zoals vermeld.  Dat deed ik omdat de onderzoekers om voor mij onopgehelderde redenen met name de recente originele data van een aantal proxies in de publicatie hebben gewijzigd.

Hieronder heb ik een stukje afgebeeld van de Excelsheet van een van de proxies die het verst doorlopen in de tijd, genaamd Lake 850.

marcott7

De gegevens zijn afkomstig van de sedimenten van het meer Torneträsk in het N van Zweden. Met een rode lijn heb ik aangegeven wat de onderzoekers hebben gedaan: ze hebben de gepubliceerde gegevens over de ouderdom van de data aangepast. Die gewijzigde data staan in de kolom ‘ IntCal09 age’.  Voor deze proxy betekent de wijziging dat het jongste gegeven niet meer gedateerd is op -50 BP maar op 0 BP. Deze ingreep in de datasets (in veel datasets is de ouderdom van de gegevens ‘herberekend’) heeft natuurlijk gevolgen voor de uitkomsten van de temperatuurreconstructie. Welke precies wordt nog uitgezocht; in de bovenste grafiek is al te zien dat de verschillen aanzienlijk kunnen zijn.

Nu naar het begin van een ontknoping van het raadsel van de uptick in de temperatuurreconstructie door Marcott et al.  McIntyre denkt gevonden te hebben wat er gebeurd is. Het lijkt inderdaad een fout in het algoritme en geen ‘plaktruc’.  Laat ik proberen uit te leggen aan de hand van een voorbeeld wat er gebeurd is/kan zijn. Ik neem een denkbeeldig voorbeeld uit het voortgezet onderwijs.

Stel je hebt een klas met 5 leerlingen. U ziet hier al aan dat dit voorbeeld fictief is:  de meeste klassen in het Nederlands voortgezet onderwijs zitten volgepropt met vaak wel 32 pubers. Maar dan wordt mijn tabel hieronder te bewerkelijk.  U ziet overigens ook al aan de namen dat het voorbeeld uit andere tijden zou moeten stammen. Dit klasje krijgt 4 proefwerken (PW).  Nu is het algoritme het volgende: bereken van elk proefwerk het gemiddelde en teken een grafiek van deze gemiddelden.

klas

Nu ziet u in de tabel dat tijdens het laatste proefwerk de griep heeft toegeslagen:  alleen Jan was aanwezig. De rest van de klas was ziek, althans was door hun ouders ziek gemeld. De grafiek die getekend moet worden op basis van het geldend algoritme ziet er als volgt uit:

klas1

Zoals u ziet is er in de grafiek een fraaie uptick ontstaan. De conclusie van de directie van de school is dat er sprake is van een opzienbarende stijging van het gemiddelde, die zijn gelijke niet kent in de gemeten periode.  De docent en u en ik weten dat dat niet verwonderlijk is.

Nu terug naar het artikel van Marcott et al. Ik heb al een aantal malen gewezen op het feit dat er zeer weinig datasets zijn in de groep van 73 die de ‘eindstreep’  ( 0 BP)  halen. Let op de analogie met ons klasje! Het laatste stukje van de reconstructie van Marcott ziet er in tabelvorm zo uit:

mcintyre2

Ziet u wat er aan de hand is?  U gelooft uw ogen niet denk ik.  Wordt vervolgd.