In een van de vorige berichten is de temperatuursprong aan de orde geweest die te zien is in de temperatuurreeks van De Bilt, maar ook van veel andere meetstations in Europa. Het beeld is dat de temperatuur vanaf het begin van de 20e eeuw tot 1988 is gestegen met 0,4 °C (erg weinig), en daarna tussen 1988 en 1991 een sprong maakt van maar liefst 1 °C, om na 1991 weer min of meer vlak te worden. De ‘sneller dan gemiddelde opwarming’ van grote delen van Europa ( globaal in dezelfde periode ongeveer 0,7 °C ) komt daarmee in een geheel andere daglicht te staan. Wat veroorzaakt die enorme sprong van 1 °C in 3 jaren?
Het is moeilijk te geloven dat de sprong het gevolg is van de stijging van het CO2-gehalte. Immers, die gaat zeer geleidelijk. Ik ben geneigd om te denken aan een plotselinge verandering van luchtdrukverdeling, waardoor andere luchtsoorten binnenstromen dan gebruikelijk. Om te achterhalen of daar indicaties voor te vinden zijn heb ik de ClimateExplorer van het KNMI geraadpleegd. Het KNMI houdt al sinds jaar en dag het dagelijkse windveld van haar meetstations bij. Ik heb gekozen voor De Bilt.
De dagelijkse overheersende windrichting is uitgedrukt in graden. Die heb ik in Excel teruggebracht tot 8 categorieën, van 0° tot 45° et cetera. 0° is het N, 90° het O enzovoorts. Vervolgens heb ik voor de maanden januari t/m maart van 1981 t/m 1990 en 1991 t/m 2000 tabellen gemaakt met de dagelijkse windrichting en daarvan zogenaamde spinnewebgrafieken gemaakt. De gedachte was dat ik wellicht een verschil in windverdeling per maand zou kunnen constateren tussen de jaren ’80 en de jaren ’90. De keuze van de maanden is gebaseerd op de constatering in het bericht van 20 mei j.l. dat de sprong vooral zichtbaar was in de grafieken van de eerste drie maanden van het jaar.
Het resultaat ziet u hier:
Zoals u ziet is er met name in de gegevens van de maand februari een flinke verandering in windrichting tussen de periode 1981-1990 en 1991-2000. In het windpatroon gaat ZW wind (zacht) overheersen en neemt NO wind (koud) af. Voor de maanden januari en maart is de verandering veel minder duidelijk .
Er zijn hier enkele opmerkingen te maken. In de eerste plaats is de indeling in 8 categorieën nogal grof en willekeurig. Kleinere verschuivingen die soms grote gevolgen voor de luchttemperatuur hebben worden zo niet opgemerkt. In de tweede plaats is de gekozen periode van 2x 10 jaar erg kort: hoe korter de gekozen periode, des te groter de schommelingen in de cijferreeksen. Dat ik hier desondanks voor gekozen heb is louter uit tijdgebrek. Het is nogal een werk om de gegevens voor de windrozen te maken, maar wellicht heb ik nog niet alle wonderen van Excel onder de knie (dat is zeker). Bovendien gaat het hier alleen om de gegevens van De Bilt!
Ondanks alle gebreken is het heel opvallend dat het windpatroon in februari een zeer grote verandering laat zien, die met name in dit deel van het jaar grote gevolgen heeft voor de temperaturen van de binnenstromende lucht. Wellicht een andere keer meer hierover.