Categoriearchief: broeikastheorie

Nogmaals het ijs op de Noordpool

arc zonnebadenBron: http://sugarlessdelight.blogspot.nl/

In het vorige bericht heb ik aandacht geschonken aan de omvang van het Arctische drijfijs. De voorspelling van een wetenschapper enkele jaren geleden dat in 2013 de Noordpool ‘s zomers geheel ijsvrij zou zijn is bij lange na niet uitgekomen. Klimatologisch bezien mindere goden, zoals diverse ‘weermannen’  van de Nederlandse televisie, mogen nog steeds hun op gevoel gebaseerde voorspellingen doen. Lees verder

Korte zomer op Noordpool

De Noordpool kent dit jaar een hele korte zomer. Ook het afsmelten van het drijfijs blijft dit jaar ver achter bij wat we de afgelopen jaren gewend waren.

arctic sea ice extend 8 2013 bBron: http://sunshinehours.wordpress.com/

Nu zou je verwachten dat vooral diegenen die zich ernstig zorgen maken over de afname van het zomerijs blij verrast zijn met dit bericht, maar niet iedereen kan daar in meegaan. Kijk eens naar deze reactie op een Amerikaans forum: Lees verder

Atmosferisch CO2 tikt 400 ppm aan.

co2 aug 2013Bron: NOAA

In juni van dit jaar tikte het atmosferisch CO2 even de 400 ppm aan. Een historisch feit? Lijkt me niet.  De lezers van deze site die de paragraaf over CO2 gelezen hebben weten wel beter. Zo’n 520 miljoen jaar geleden (geologisch tijdvak Cambrium) was het atmosferisch CO2-gehalte  zelfs meer dan 7000 ppm. In de grafiek hieronder is de gang van het atmosferisch CO2 te zien vanaf 570 miljoen jaar BP, volgens diverse reconstructies. Lees verder

Nogmaals de temperatuursprong

Op 30 juni j.l. was het laatste bericht over de brightening in De Bilt sinds het midden van de jaren ’80. Dat onderwerp kwam als vanzelf naar boven drijven toen ik me kort daarvoor verbaasde over de plotselinge temperatuurstijging eind jaren ’80 in De Bilt van wel 1 °C. Het bleek dat die ‘uptick’ in grote delen van Europa voorkwam. Hieronder is die sprong goed te zien in de temperatuurreeks van centraal Nederland (CNT).

cnt allData: KNMI

Bij het analyseren van de temperatuur per maand viel op dat met name de wintermaanden die scherpe sprong eind jaren ’80 ook weergaven. Lees verder

Nogmaals de extra zonnestraling in De Bilt

In het vorige bericht heb ik laten zien dat zowel de TMAX als TMIN in De Bilt tussen 1985 en 1991 flink gestegen zijn als gevolg van de toegenomen kortgolvige straling van de zon en langgolvige straling vanuit de atmosfeer. De stijging van TMAX was in deze periode wat groter dan van de TMIN, wat begrijpelijk is omdat TMIN  (afgezien van advectie) bepaald wordt door naar beneden gerichte langgolvige straling en TMAX ook door binnenvallende kortgolvige straling. Opvallend is wel dat het verschil minder groot is dan wellicht verwacht.  Ook bij de lichte daling van beide grootheden na 1998 zien we dat TMIN wat harder daalt dan TMAX, daarover later meer.

trenberth stralingsbalans

 

Bron: Trenberth 2009

De vraag is nu waarom de temperatuur in De Bilt vanaf pakweg begin jaren ’90 van de vorige eeuw eigenlijk niet reageert op de sterk toegenomen zonne-energie, en ook niet op de toegenomen langgolvige straling vanuit de atmosfeer. Het antwoord moet te vinden zijn in de stralingsbalans, die hierboven is afgebeeld en die al vaker een rol op deze site heeft gespeeld. Lees verder

Waar blijft die extra energie in De Bilt?

In het vorige bericht heb ik laten zien dat er in De Bilt vanwege ‘brightening’  vanaf 1985 een enorme hoeveelheid zonne-energie méér binnenkwam, veel meer dan er vanwege de toegenomen broeikasgassen extra aan langgolvige straling binnengekomen is in dezelfde periode.  Het is een raadsel waar al die energie gebleven is, de temperatuur in De Bilt is vanaf 1992 nauwelijks meer toegenomen.

Voor dat ik dat laatste – de verdwenen warmte – bekijk, wil ik eerst weten welk effect de toename van kortgolvige energie en langgolvige energie afzonderlijk hebben gehad op de oppervlaktetemperatuur in De Bilt. Dat is tamelijk makkelijk te scheiden. Immers, kortgolvige energie is zonne-energie en komt alleen overdag binnen, langgolvige energie die vanuit de atmosfeer naar de aarde straalt komt 24 uur per etmaal binnen. Dat betekent dat ’s nachts uitsluitend langgolvige straling de aardkorst ‘verwarmt’. Lees verder

Nogmaals brightening en de temperatuur in Nederland

Met een toename van 10 W/m2 behoort De Bilt tot de plekken in Europa waar vanwege brightening tussen 1985 en 2010 de inkomende zonne-energie het sterkst is gestegen. Hoe verhoudt zich dit getal tot de toename van de binnenkomende langgolvige straling als gevolg van broeikasgassen? Daar valt wel iets over te zeggen.

Hansen et al hebben in 2007 een paper gepubliceerd getiteld:  Dangerous human-made interference with climate: a GISS modelE study. Daarin is een interessante grafiek afgebeeld waarin de  invloed is weergegeven van de belangrijkste  klimatologische ‘forcings’, uitgedrukt in W/m2 .

forcings1

Bron: Hansen et al 2007

Lees verder

Brightening en de temperatuur in Nederland

In het vorige bericht heb ik laten zien dat Van Beelen en Van Delden uit betrouwbare metingen in De Bilt een toename van het totale binnenvallende zonlicht  tussen 1985 en 2010 van meer dan 15 W/m2  in de zomer hebben vastgesteld.

sunshine db

Bron: Van Beelen en Van Delden

Omdat ik nieuwsgierig was naar de jaarlijkse toename van de inkomende zonnestraling in De Bilt heb ik van de site van het KNMI de data van de globale straling (in J/cm2) per uurvak in De Bilt gedownload. In Excel is het dan niet moeilijk om de gemiddelde jaarlijkse instraling/uurvak te berekenen en om te rekenen naar W/m2. Dit is het resultaat: Lees verder

Recente opwarming

Naar aanleiding van de berichten over de ‘sprong’  in de temperatuurreeks van De Bilt tussen 1988 en 1991 werd me gewezen op een publicatie van Van Beelen en Van Delden (UU) uit 2012 over brightening in ons land.

visibility

Bron: onbekend

Dimming en Brightening zijn twee gekoppelde begrippen en hebben te maken met de mate waarin je door de onderste troposfeer kan kijken, ‘zicht’  dus. Zicht wordt – afgezien van regen en sneeuwval – vooral bepaald door aerosolen en vochtigheid.  Aerosolen kunnen natuurlijk zijn of afkomstig van menselijke activiteiten. Ongeveer 85% van de aerosolen op aarde komen van nature in de lucht voor  (bijvoorbeeld zout en opwaaiend stof), 15% is antropogeen (vooral verbrandingsprocessen). Lees verder

De temperatuursprong 1988-1991

Voordat ik me überhaupt ga wagen aan de vraag wat de oorzaak geweest is van die enorme temperatuurstijging in Europa tussen 1988 en 1991 (zie vorige bericht) ben ik benieuwd of de temperatuurstijging seizoensgebonden is of dat deze ‘verborgen’  zit in een kleine maandelijkse stijging door het gehele jaar heen.

Om dat te zien heb ik weer gebruik gemaakt van de onvolprezen databank van het KNMI, de Climate Explorer. Om het werk beperkt te houden heb ik me alleen op Nederland gericht, met een datareeks die een groter gebied dekt dan alleen meetstation De Bilt.  Het betreft de datareeks van de Central Netherlands Temperature, CNT. CNT is een datareeks die de maandelijkse gemiddelde temperaturen weergeeft vanaf 1906 tot heden. De data zijn het ongewogen gemiddelde van dagwaarden van 6 stations, te weten De Bilt, Winterswijk, Gilze-Rijen, Volkel, Eindhoven en Deelen.  De laatste twee zijn er respectievelijk in 1951 en 1958 bijgekomen.

sprong                                                                   Bron: Jan Ruis Lees verder