Neerwaartse infraroodstraling meten

Sinds enkele dagen beschik ik over een eenvoudige infrarood thermometer met een precisie van 0,1 °C (volgens de fabrikant). Ik heb enkele dagen achtereen de infrarood straling vanuit de lucht gemeten. De eerste foto is van een ‘clear sky’  meting recht omhoog op donderdag 25 mei, ’s middags  bij mijn huis. De thermometer geeft -17,9 °C aan.  De lucht is strak blauw en helder. De tweede meting is van  vanmorgen.  De lucht is wolkeloos maar niet blauw.  Dat betekent vaak een hoge luchtvochtigheid. En op grote hoogte is er lichte sluierbewolking. Temperatuur is dan -3,2 °C.

De eigenschappen van de infraroodstraling hangen samen met de temperatuur van het object. Op deze wijze ‘meet’  het instrument de temperatuur van het object dat gemeten wordt.  In het geval van de open  lucht is dat geen vast object, maar een pakket gassen dat de infrarood straling niet helemaal doorlaat. Die doorzichtigheid hangt af van de hoeveelheid infrarood absorbers/emitters in de lucht, de broeikasgassen. Het verschil in de meting heeft vooral te maken met het feit dat er nu dus veel meer broeikasgassen in de atmosfeer zitten dan donderdag. Het gaat dan met name om waterdamp, het belangrijkste broeikasgas  (lees het hoofdstuk over de broeikastheorie!). De hoeveelheid CO2, het bekendste broeikasgas, zal tussen donderdag en vandaag niet noemenswaardig zijn veranderd.

Als de doorzichtigheid van de atmosfeer voor infrarood dus toeneemt meet je verder de atmosfeer in en worden de gemeten waarden dus lager. Donderdag was de temperatuur aan het aardoppervlak tijdens de meting ongeveer 24 °C.  Als we een atmosfeergradiënt van -6 °C /1000m hanteren dan was de gemeten hoogte gemiddeld ongeveer 7 km. Vanmorgen was het ongeveer 20 °C aan de grond.  Dan is de gemiddelde meethoogte 20 + 3,2 =23,2 gedeeld door 6  = ongeveer 4 km hoogte.  Dit omrekenen is erg grof allemaal, het dient slechts als indicatie!

Als je de thermometer schuin de lucht in richt wordt de hoogte van de gemeten temperatuur lager omdat je door een dikkere laag infrarood absorbers/emitters meet als wanneer je recht de lucht in meet. Dan is de gemeten hoogte lager en de temperatuur dus hoger.  Dat is makkelijk te constateren door lager boven de horizon te richten. Ik heb donderdag ook even gericht op een eenzaam wit wolkje dat voorbij kwam: – 6,1 °C.

Dit experiment wordt uiteraard vervolgd, het liefst op een dag met veel blauwe lucht en dikke cumuluswolken. Maar eerst eens kijken of ik de hoek van meting kan verkleinen door een smal buisje voor de lens te monteren.  

IJs Groenland groeit nog steeds

Het is nu eind mei 2017 , en de groei van de massabalans van het Groenlandse ijs zit op de top.  De Groenlandse zomer heeft zich in het zuiden al aangekondigd.

Bron:  Deens Meteorologisch Instituut

Voor diegenen die rauw in het onderwerp vallen: lees eerst deel 1   en deel 2  over Groenland.

Op de grafiek is te zien dat de accumulatie van ijs sinds 1 september 2016 nog steeds ver boven het langjarig gemiddelde van 1981-2010 zit. Hij zit zelfs al maanden boven de lichtgrijze band, wat betekent dat de aangroei van sneeuw en ijs vanaf 1981 nog niet zo hoog is geweest.

De aangroei van het ijs sinds september ziet er ruimtelijk zo uit:

Bron:  Deens Meteorologisch Instituut

Met name de aangroei van het ijs in het zuiden van Groenland is dit jaar groter dan we gewend waren. Nu valt er in het zuiden altijd al veel meer sneeuw dan in het noorden vanwege de aanvoer van relatief vochtige maritieme lucht. Maar de zomer staat voor de deur, en dat betekent smelt.  Het eerste en het meeste uiteraard in het zuiden. Dat is al een beetje begonnen:

Bron:  Deens Meteorologisch Instituut

Op de kaartjes is te zien waar in Groenland op 23 en 24 mei 2017 smelt heeft plaats gevonden. De grafiek rechts toont dat smelt optreedt vanaf begin mei.  De slingerbeweging van de blauwe lijn toont de invloed van de windrichting bij dit proces. Vanaf 1 september 2017 begint dan weer het nieuwe meetjaar. Het smelten stopt begin oktober.  Ik ben benieuwd hoe de zomer er gaat uit zien.

Windenergie nader verklaard

Kees de Lange interviewt Fred Udo over windenergie. Kees de Lange studeerde wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde en was o.a. hoogleraar aan de Vrije Universiteit en de UvA. Hij interviewt natuurkundige dr. Fred Udo, deskundig op het gebied van energie, in het bijzonder windenergie. De oorspronkelijke video is van YouTube verwijderd door Omroep PIM (Publieke Innovatieve Mediadienst), maar een vergelijkbaar interview heeft plaatsgevonden in Cafe Weltschmerz:

 

Neerslag wordt in Nederland steeds extremer, toch?

Dat hoor en lees je de laatste tijd voortdurend. En als het maar vaak genoeg herhaald wordt is het op den duur de waarheid. Nu ben ik gezegend met een forse portie scepsis, dus ik geloof niet alles zomaar. Zeker niet ‘omdat het in de krant staat’ of op tv was, en zelfs niet als een uitspraak gelegitimeerd is door een wetenschapper. Dat wil niet zeggen dat ik geen eerbied heb voor de wetenschap, eerlijk gezegd ben ik er gek op. Zo heb ik heel lang met leerlingen van de hogere klassen op mijn school de jaarlijkse wetenschapsquiz meegedaan, fascinerend. Maar ik weet dat ook wetenschappers niet altijd zonder last of ruggespraak hun werk doen. Dat er targets gehaald moeten worden. Klimatologie is daar momenteel zeer gevoelig voor, het is maatschappelijk ‘hot’.

Momenteel ben ik bezig met een grote klimaatklus, waarover later meer, en zo nu en dan kom ik dingen tegen die ik even wil delen. De afgelopen dagen ben ik druk in de weer geweest met de neerslag in ons land. Onder andere op zoek naar de neerslag die steeds extremer wordt. In mijn woonplaats Deurne en directe omgeving was het in juni 2016 bijvoorbeeld raak: enorme hoeveelheden neerslag in enkele uren en hagelstenen zo groot als duiveneieren. De mensen in de buurt hadden zoiets nog nooit meegemaakt. De straat stond blank. Maar waren die buien zo bijzonder? Nu kun je die zware neerslag (KNMI: dag met >50 mm neerslag) makkelijk thuis bekijken, veel data staan op het internet. Ik heb een aantal stations in Nederland vergeleken voor wat betreft het voorkomen van zware neerslag vanaf 1906 tot en met 2016. Voor de lol heb in Deurne bijgevoegd, en ter vergelijking de data van het nabijgelegen Eindhoven:

Bron:  ClimateExplorer KNMI

Fraai zijn de 2 dagen in 2016 te zien met die zware neerslag. Maar ik zie geen toename in de tijd, het is vaker voorgekomen.  En in 1940 waren er ook 2 etmalen met zware neerslag, vergelijkbaar met die van 2016. Als je de data van Eindhoven bekijkt zie je ook geen toename van de dagen met zware neerslag. Opvallend is dat sommige ‘stippen’  in de grafiek van Eindhoven samenvallen met die van Deurne. Blijkbaar was het regencomplex toen uitgestrekt en bovenlokaal. Of de windrichting min of meer oost-west of andersom.  De overige haalden Eindhoven wel maar Deurne niet en vice versa. Lees verder

Klopt klopt dit wel wel?

 

Bron:  Volkskrant

Klik op het bericht om het te kunnen lezen.

Het is nogal in om aan factcheck te doen tegenwoordig.  Ikzelf doe dat al jaren, de Volkskrant doet dat sinds enige tijd ook. Vaak gaat dat prima, maar soms klopt de conclusie van ‘Klopt Dit Wel’ niet. Ik stuur dan een briefje naar de redactie maar dat helpt vaak niet.  Ik ben natuurlijk niet de enige die een briefje schrijft, en kritiek op de krant is vervelend.  Als het van belang is plaats ik het stukje maar hier.

In de Volkskrant van 6 mei gaat wetenschapsjournalist Ronald Veldhuizen na of Marianne Zwagerman gelijk had met haar visie op windsubsidie. Marianne vindt subsidie voor windmolens op plekken waar het weinig waait verspilling omdat er zonder subsidie geen windmolens gebouwd zouden worden. Dat lijkt me een waarheid als een koe, want waarom zou je anders subsidie geven? Als er voldoende marktwerking is plaatsen ondernemers die immers ook zonder subsidie. Lees verder

Op excursie met tante Bernice

Bron:  Volkskrant

Arghh!  De voorpagina van de Volkskrant vandaag.  Ik zag het al langzaam aankomen. Bernice Notenboom heeft een aantal CEO’s van grote bedrijven in Nederland meegenomen naar Spitsbergen. Om hen te laten zien dat het in het Noordpoolgebied al heel lang  5 voor 12 is, zal ik maar zeggen.

Maar mijn aandacht werd in eerste instantie toch getrokken door de foto. Het is een klassiek voorbeeld van propaganda.  Gaat het om klimaatverandering, dan toon je een ijsbeer, het liefst op een afdrijvende ijsschots of anders met een flinke plas smeltwater in de buurt. Toen ik nog leraar aardrijkskunde in de bovenbouw was wees ik mijn leerlingen daar al op. En regelmatig kwam er een leerling enthousiast naar me toe om te vertellen dat er in de krant of op tv een dergelijke foto langs was gekomen. Lees verder

Meer zonlicht in De Bilt

Bron: Van Beelen en Van Delden

In de loop van de vorige eeuw is als gevolg van emissies van aerosolen de inkomende zonnestraling afgenomen.  Dat proces heet dimming.  Brightening ontstaat als die emissies daarna afnemen vanwege bijvoorbeeld milieuhygiënische maatregelen. Die afname van aerosolen is in ons land sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw spectaculair geweest. In  bovenstaande grafiek is de concentratie SO2 (een beruchte aerosol) tussen 1976 en 2009 in De Bilt weergegeven. In de grafiek is nog net het laatste stukje van de dimming te zien. Vanaf 1980 neemt de SO2-concentratie af tot bijna 0 in 2010. Lees verder

Sceptische journalisten

Gisteren schreef politiek commentator Martin Sommer van de Volkskrant een raak stuk over wat klimaatactivist Jan Paul van Soest de ‘twijfelbrigade’ noemt. Van Soest schreef nare dingen over wetenschapsjournalist Marcel Crok omdat hij een klimaatscepticus is. Sommer stelt dat een journalist die niet sceptisch is een ander vak moet gaan zoeken. Dan wordt het rustig op de burelen van de Nederlandse kranten vrees ik. Ik heb het betreffende onderdeel voor u uitgeknipt. Het hele artikel vind u op de site van de Volkskrant.

De zeespiegelstijging  vertoont geen versnelling

In het vorige bericht uitte ik mijn zorgen over de alarmistische aard van een artikel in de NRC. In dat artikel stond in een kadertje onder andere het volgende: “De zeespiegel is van 1900 tot nu steeds sneller gaan stijgen. Dat schrijft het VN-klimaatpanel IPCC in zijn laatste rapport (2013). De stijging bedroeg het grootste deel van de vorige eeuw gemiddeld  1,5 millimeter per jaar. Inmiddels  ligt ze boven de 3 millimeter per jaar.”

Bron:  NRC

Daar valt wel het een en andere op af te dingen. Er zijn 2 bronnen van meetreeksen van de zeespiegel.  De ene betreft  de gegevens van zogenaamde tide gauges, meetboeien op een aantal plaatsen langs de kust verspreid over de wereld. Sommige van die meetreeksen beginnen al in de 19e eeuw. De tweede bron betreft de gegevens via satellietmetingen.  Die metingen beginnen in 1992. Het statement dat de zeespiegel van 1900 tot nu toe steeds sneller is gaan stijgen moet dan met name terug te vinden zijn in de tide gauge meetreeksen die al minstens een eeuw plaats vinden.

Bron:  Church et al 2011

Uit de publicatie van Lees verder

Zucht…

Trouwe lezers weten dat ik zo nu en dan foute informatie (nepnieuws heet dat tegenwoordig) op het gebied van klimaat uit de Volkskrant aan de orde stel.  Niet omdat de Volkskrant op dat gebied de allerergste is maar omdat ik die krant lees. Veel erger is het op dit vlak gesteld met de NRC die welhaast een religieuze opdracht lijkt te hebben om de ondergang van de wereld vanwege klimaatverandering te verkondigen. Een lezer wees me op een recent artikel van de hand van NRC-wetenschapsredacteur Marcel aan de Brugh waarvan de kop er zo uitzag:

Bron:  NRC

De bron van het artikel is de European Marine Board (EMB) die onlangs een publicatie het licht deed zien getiteld The ticking time bomb of climate change’.  Lees verder