Bron: Volkskrant
Klik op het bericht om het te kunnen lezen.
Het is nogal in om aan factcheck te doen tegenwoordig. Ikzelf doe dat al jaren, de Volkskrant doet dat sinds enige tijd ook. Vaak gaat dat prima, maar soms klopt de conclusie van ‘Klopt Dit Wel’ niet. Ik stuur dan een briefje naar de redactie maar dat helpt vaak niet. Ik ben natuurlijk niet de enige die een briefje schrijft, en kritiek op de krant is vervelend. Als het van belang is plaats ik het stukje maar hier.
In de Volkskrant van 6 mei gaat wetenschapsjournalist Ronald Veldhuizen na of Marianne Zwagerman gelijk had met haar visie op windsubsidie. Marianne vindt subsidie voor windmolens op plekken waar het weinig waait verspilling omdat er zonder subsidie geen windmolens gebouwd zouden worden. Dat lijkt me een waarheid als een koe, want waarom zou je anders subsidie geven? Als er voldoende marktwerking is plaatsen ondernemers die immers ook zonder subsidie.
Het eindoordeel van Veldhuizen is bizar: extra subsidie gaat naar windmolens in windarme gebieden om ‘eerlijke concurrentie’ mogelijk te maken, niet omdat het daar te weinig waait. Subsidie geven aan een bedrijf dat vanwege natuurlijke omstandigheden geen kansen heeft op de windmarkt heeft niets met eerlijkheid, maar alles met (dom) overheidsbeleid te maken. Als windenergie in een gebied te duur is doet echte concurrentie het werk en worden er geen windmolens in dat gebied gebouwd. Windenergie is duurder dan elektriciteit opgewekt met bijvoorbeeld aardgas. Als de overheid vanwege niet-economische redenen meent windenergie te moeten stimuleren dan zou ik het logisch vinden om dat te doen waar het veel waait. Bijvoorbeeld om de belastingbetaler nog enigszins te sparen. Ik ben niet tegen overheidssubsidie maar gebruik die voor de ontwikkeling van nieuwe technieken . Subsidies op productie en consumptie zijn zelden effectief op de langere termijn en kosten soms verschrikkelijk veel weggegooid geld.
ECN-onderzoeker Lensink stelt: “Als de prijzen op het niveau 2008 lagen, hadden veel windturbines van nu die hele subsidie niet eens nodig.” Zo ken ik er nog wel een hoor. Pech dat het 2017 is en geen 2008. Op de energiemarkt is sinds 2008 veel veranderd. Een van die veranderingen is het gevolg van de Energiewende bij onze oosterburen. Als het flink waait en de zon ook nog eens schijnt wordt er in Duitsland zoveel stroom opgewekt dat het voor bijna niets geëxporteerd wordt naar de omringende landen. In het weekend van 1-2 mei j.l. was de verkoopwaarde van groene stroom uit Duitsland zelfs negatief: de Duitsers moesten geld bijleggen om de stroom kwijt te raken. Gemiddeld kostte de groene stroom dat weekeinde -2,1 eurocent per kWh. Ook in december 2016 zakte de stroom een keer onder de €0 grens.
Bron: EEX
Als je naar de prijsontwikkeling van groene stroom op langere termijn kijkt dan is de tendens onmiskenbaar dalend:
Bron: EEX
Het is dus op zijn minst raar te noemen als we in Nederland windenergie op allerlei plekken menen te moeten subsidiëren terwijl windenergie uit Duitsland vaak ‘over’ is en spotgoedkoop op de Nederlandse markt komt.
Het subsidiëren van windmolens in windarme gebieden heeft natuurlijk niets met ‘eerlijke concurrentie’ te maken zoals Ronald Veldhuizen beweert, maar met een falend energiebeleid aan beide zijden van de grens. De Duitse burgers betalen hun Energiewende met duur geld. Vorig jaar werden zo’n 300.000 huishoudens van het elektriciteitsnet afgesloten omdat ze hun rekening niet meer konden betalen. Dat het in Oost- en Zuid-Nederland winderiger is dan in grote delen van Spanje, Duitsland en Italië zoals Veldhuizen constateert is niet van belang. Van belang is de reële kostprijs van de opgewekte stroom.
Marianne Zwagerman had dus groot gelijk. Als je 10 km verderop regelmatig elektriciteit voor weinig geld kunt kopen ben je gek om het zelf duur op te wekken. Met eerlijke concurrentie heeft dat niets te maken. De conclusie van journalist Veldhuizen klopt voor geen meter.