De zeespiegelstijging  vertoont geen versnelling

In het vorige bericht uitte ik mijn zorgen over de alarmistische aard van een artikel in de NRC. In dat artikel stond in een kadertje onder andere het volgende: “De zeespiegel is van 1900 tot nu steeds sneller gaan stijgen. Dat schrijft het VN-klimaatpanel IPCC in zijn laatste rapport (2013). De stijging bedroeg het grootste deel van de vorige eeuw gemiddeld  1,5 millimeter per jaar. Inmiddels  ligt ze boven de 3 millimeter per jaar.”

Bron:  NRC

Daar valt wel het een en andere op af te dingen. Er zijn 2 bronnen van meetreeksen van de zeespiegel.  De ene betreft  de gegevens van zogenaamde tide gauges, meetboeien op een aantal plaatsen langs de kust verspreid over de wereld. Sommige van die meetreeksen beginnen al in de 19e eeuw. De tweede bron betreft de gegevens via satellietmetingen.  Die metingen beginnen in 1992. Het statement dat de zeespiegel van 1900 tot nu toe steeds sneller is gaan stijgen moet dan met name terug te vinden zijn in de tide gauge meetreeksen die al minstens een eeuw plaats vinden.

Bron:  Church et al 2011

Uit de publicatie van Church et al uit 2011 is bovenstaande figuur afkomstig.  Het geeft met behulp van een aantal kaartjes de geografische ligging aan van de tide gauges die door PMSML en NOAA worden gebruikt. Het grafiekje geeft de ontwikkeling in de tijd aan. Tussen 1880 en 1889 waren er nog maar 16 tide gauges, dat aantal groeide tot een maximum van 235 begin jaren ’80 van de vorige eeuw, om daarna terug te vallen tot ongeveer 130 momenteel.

Om te kunnen staven of de bewering dat de zeespiegel van 1900 tot nu steeds sneller is gaan stijgen heb ik meetreeksen nodig die de genoemde periode (grotendeels ) overspannen. Daartoe gebruik ik meetreeksen die in de periode 1910-1919 al aanwezig waren (zie kaartje C hierboven) en zonder grote onderbrekingen tot op de dag van vandaag in gebruik zijn. Dat zijn er in totaal 9, de meeste van de meetlocaties op kaartje C lopen niet door tot 2016. Er zijn nog enkele meetreeksen die aan de criteria voldoen, maar die liggen zeer dicht bij een van deze 9 en leveren een nagenoeg identieke meetreeks op.

Op bovenstaande kaart zijn de 9 gebruikte meetlocaties weergegeven met een rode stip. Ondanks de beperkte hoeveelheid tide gauges die minstens een eeuw omspannen is hun ruimtelijke spreiding relatief groot. Het betreft de meetreeksen van Den Helder (NL), Victoria (Can), San Francisco (USA), New York (USA), Honolulu (USA), Balboa (Pan), Fremantle (Aus), North Shields (GB) en Dunedin II (NZ).

Bedenk dat tide gauge-gegevens de relatieve zeespiegelstijging betreffen, dat wil zeggen de verandering ten opzichte van het land. Bewegingen van de aardkorst hebben invloed op de stijgsnelheid van het zeewater in een eeuw. Zeer sterke stijgingen van het land als gevolg van het afsmelten van landijs (glacial isostatic adjustment) leveren zelfs vaak een relatieve daling van het zeeniveau op, zoals bijvoorbeeld in Scandinavië:

Bron: PSMSL

Voor dit kleine onderzoekje is dat niet van belang, ik ben immers benieuwd of er een stijging van de trend waarneembaar is in de 20e eeuw, zoals beweerd door het IPCC en aangehaald door de NRC.

Hieronder zijn de (maandgemiddelde) meetreeksen weergegeven, de lineaire trend in mm/jaar en de 95% ‘confidence interval’. Voor een korte verklaring van het laatste zie de uitleg van dr. Gerard Verschuuren.   In de grafiek van Den Helder is het verloop van het atmosferisch CO2 weergegeven van 1860 tot heden.

Bron grafieken:  http://www.sealevel.info
Bron data:  PSMSL

De grafieken zijn duidelijk: er is in geen enkele van de 9 grafieken een toename waarneembaar van het tempo waarin de zeespiegel stijgt. De gemiddelde toename van de relatieve zeespiegel van alle 9 meetstations bedraagt 15,8 cm/eeuw. De gemiddelde trend van 147 PSMSL meetstations die ten minste tot 2005 doorlopen bedraagt 0,678 mm/jaar. In onderstaande grafiek is de trend van die 147 tide gauge meetstations weergegeven:

Bron data: PSMSL

Als we de meetstations met een negatieve trend als gevolg van glacial isostatic adjustment negeren, dan komt de gemiddelde trend van 15,8 cm/eeuw van de 9 onderzochte meetlocaties aardig overeen met de gemiddelde trend van alle overige locaties.