In mijn bericht van 29 augustus j.l. schreef ik dat Yu Kosaka en Shang-Ping Xie de uitkomsten van een model publiceerden waarmee de huidige stand-stil van de wereldtemperatuur verklaard wordt door het koeler worden van het oostelijk deel van de tropische Grote Oceaan. De publicatie heeft als titel “Recent global-warming hiatus tied to equatorial Pacific surface cooling”.
Categoriearchief: opwarming
Nog een keer de Noordpool.
In de dialoog tussen Walt Meier, Ron Lindsay en Judith Curry op http://www.climatedialogue.org/ is er in de discussie die na afloop ontstond tussen de drie wetenschappers nog wat aardige issues de revue gepasseerd die ik u niet wil onthouden.
Bron: Realclimate
De rol van de oceaan bij het afsmelten van het drijfijs werd door alle drie benadrukt. Curry stelt dat het smelten van onderaf veel effectiever is dan van boven, in W/m2 bezien. Dat wordt ook door Meyer benadrukt: “The ocean is indeed a very important part of the sea ice melt story. Water is a much more effective mechanism to transfer heat to the ice compared to the atmosphere.”. Aan de randen van het ijs is geconstateerd dat het smelten voor ruwweg 2/3 van onderaf komt, en voor 1/3 van bovenaf. Ondanks deze constatering is men het er over eens dat het onduidelijk is of er meer warmer water vanuit de Atlantische Oceaan de Arctische Zee binnenkomt. Lees verder
IJsvolume versus ijsoppervlak
Het is gebruikelijk om de gang van de met drijfijs bedekte oppervlak in het Noordpoolgebied te tonen. Dat spreekt aan, niet in de laatste plaats omdat je er fraaie plaatjes van kunt tonen:
Bron: Naval Research Labaratory
De jaarlijkse gang van het ijsoppervlak wordt vanaf 1978 met satellieten gemeten, in hele jaren vanaf 1979. Dit is een grafiek daarvan die vaker gebruikt wordt: Lees verder
Korte zomer op Noordpool
De Noordpool kent dit jaar een hele korte zomer. Ook het afsmelten van het drijfijs blijft dit jaar ver achter bij wat we de afgelopen jaren gewend waren.
Bron: http://sunshinehours.wordpress.com/
Nu zou je verwachten dat vooral diegenen die zich ernstig zorgen maken over de afname van het zomerijs blij verrast zijn met dit bericht, maar niet iedereen kan daar in meegaan. Kijk eens naar deze reactie op een Amerikaans forum: Lees verder
Atmosferisch CO2 tikt 400 ppm aan.
Bron: NOAA
In juni van dit jaar tikte het atmosferisch CO2 even de 400 ppm aan. Een historisch feit? Lijkt me niet. De lezers van deze site die de paragraaf over CO2 gelezen hebben weten wel beter. Zo’n 520 miljoen jaar geleden (geologisch tijdvak Cambrium) was het atmosferisch CO2-gehalte zelfs meer dan 7000 ppm. In de grafiek hieronder is de gang van het atmosferisch CO2 te zien vanaf 570 miljoen jaar BP, volgens diverse reconstructies. Lees verder
Nogmaals de temperatuursprong
Op 30 juni j.l. was het laatste bericht over de brightening in De Bilt sinds het midden van de jaren ’80. Dat onderwerp kwam als vanzelf naar boven drijven toen ik me kort daarvoor verbaasde over de plotselinge temperatuurstijging eind jaren ’80 in De Bilt van wel 1 °C. Het bleek dat die ‘uptick’ in grote delen van Europa voorkwam. Hieronder is die sprong goed te zien in de temperatuurreeks van centraal Nederland (CNT).
Bij het analyseren van de temperatuur per maand viel op dat met name de wintermaanden die scherpe sprong eind jaren ’80 ook weergaven. Lees verder
Nogmaals de extra zonnestraling in De Bilt
In het vorige bericht heb ik laten zien dat zowel de TMAX als TMIN in De Bilt tussen 1985 en 1991 flink gestegen zijn als gevolg van de toegenomen kortgolvige straling van de zon en langgolvige straling vanuit de atmosfeer. De stijging van TMAX was in deze periode wat groter dan van de TMIN, wat begrijpelijk is omdat TMIN (afgezien van advectie) bepaald wordt door naar beneden gerichte langgolvige straling en TMAX ook door binnenvallende kortgolvige straling. Opvallend is wel dat het verschil minder groot is dan wellicht verwacht. Ook bij de lichte daling van beide grootheden na 1998 zien we dat TMIN wat harder daalt dan TMAX, daarover later meer.
Bron: Trenberth 2009
De vraag is nu waarom de temperatuur in De Bilt vanaf pakweg begin jaren ’90 van de vorige eeuw eigenlijk niet reageert op de sterk toegenomen zonne-energie, en ook niet op de toegenomen langgolvige straling vanuit de atmosfeer. Het antwoord moet te vinden zijn in de stralingsbalans, die hierboven is afgebeeld en die al vaker een rol op deze site heeft gespeeld. Lees verder
Waar blijft die extra energie in De Bilt?
In het vorige bericht heb ik laten zien dat er in De Bilt vanwege ‘brightening’ vanaf 1985 een enorme hoeveelheid zonne-energie méér binnenkwam, veel meer dan er vanwege de toegenomen broeikasgassen extra aan langgolvige straling binnengekomen is in dezelfde periode. Het is een raadsel waar al die energie gebleven is, de temperatuur in De Bilt is vanaf 1992 nauwelijks meer toegenomen.
Voor dat ik dat laatste – de verdwenen warmte – bekijk, wil ik eerst weten welk effect de toename van kortgolvige energie en langgolvige energie afzonderlijk hebben gehad op de oppervlaktetemperatuur in De Bilt. Dat is tamelijk makkelijk te scheiden. Immers, kortgolvige energie is zonne-energie en komt alleen overdag binnen, langgolvige energie die vanuit de atmosfeer naar de aarde straalt komt 24 uur per etmaal binnen. Dat betekent dat ’s nachts uitsluitend langgolvige straling de aardkorst ‘verwarmt’. Lees verder
Nogmaals brightening en de temperatuur in Nederland
Met een toename van 10 W/m2 behoort De Bilt tot de plekken in Europa waar vanwege brightening tussen 1985 en 2010 de inkomende zonne-energie het sterkst is gestegen. Hoe verhoudt zich dit getal tot de toename van de binnenkomende langgolvige straling als gevolg van broeikasgassen? Daar valt wel iets over te zeggen.
Hansen et al hebben in 2007 een paper gepubliceerd getiteld: Dangerous human-made interference with climate: a GISS modelE study. Daarin is een interessante grafiek afgebeeld waarin de invloed is weergegeven van de belangrijkste klimatologische ‘forcings’, uitgedrukt in W/m2 .
Bron: Hansen et al 2007
Brightening en de temperatuur in Nederland
In het vorige bericht heb ik laten zien dat Van Beelen en Van Delden uit betrouwbare metingen in De Bilt een toename van het totale binnenvallende zonlicht tussen 1985 en 2010 van meer dan 15 W/m2 in de zomer hebben vastgesteld.
Bron: Van Beelen en Van Delden
Omdat ik nieuwsgierig was naar de jaarlijkse toename van de inkomende zonnestraling in De Bilt heb ik van de site van het KNMI de data van de globale straling (in J/cm2) per uurvak in De Bilt gedownload. In Excel is het dan niet moeilijk om de gemiddelde jaarlijkse instraling/uurvak te berekenen en om te rekenen naar W/m2. Dit is het resultaat: Lees verder