De site ScepticalScience heeft een bijdrage gepubliceerd over de snelle opwarming van onze planeet. Daarin tracht men aan te tonen dat er momenteel geen sprake is van een stabilisering van de temperatuur op aarde, maar dat de opwarming onverminderd doorgaat, en wel in een rap tempo. Men bekijkt dan met name het globale temperatuurverloop van de afgelopen 30 a 35 jaar. In de grafiek hieronder zien we het verloop van de globale temperatuur zoals gereconstrueerd door Hadley Centre in Groot-Brittannië op basis van bestaande meetreeksen.
De temperatuurstijging vanaf 1975 is onmiskenbaar, en afgezien van (terechte) discussies over juistheid van metingen en legitimiteit van homogenisaties, wordt algemeen aanvaard dat de globale temperatuur gestegen is. Het artikel tracht de meningsverschillen wat aan te scherpen door te spreken van ‘climate deniers’, een beetje rare term voor diegenen die het klimaatdebat kritisch volgen en zich niet in de luren laten leggen door al te alarmistische verhalen. Ik ken niemand die de temperatuurstijging van na 1975 ontkent.
Het gaat dan ook niet om het ontkennen van de temperatuurstijging, maar om de stagnatie van de temperatuurstijging gedurende de afgelopen 15 jaar. In bovenstaande figuur is het verloop van de maandelijkse globale temperatuur volgens GISS weergegeven vanaf 1996. Alhoewel er formeel nog niet gesproken mag worden van een trendbreuk, is de stagnatie van de temperatuurstijging toch aardig persistent. Hansen neemt een termijn van 17 jaar om vast te stellen of een forcing natuurlijk is dan wel antropogeen.
De schrijver van ScepticalScience gebruikt bovenstaande grafiek van de global heat content om aan te tonen dat er nog steeds sprake is van opwarming. Er wordt gesteld: “ ….the continuing rise of both global and ocean heat content is probably the best indicator that global warming hasn’t even slowed down ” . Inderdaad is in de grafiek een sterke stijging te zien tussen 2000 en 2008, wat in tegenspraak lijkt met de afvlakking van de globale oppervlaktetemperatuur. De grafiek is een bewerking op basis van data die Church et al hebben gebruikt in hun publicatie uit 2011. Bekijken we echter de data tot 2012 van het NODC die de onovertroffen KNMI Climate Explorer ons aanreikt, dan zien we een ander beeld:
Vanaf 2003 is er geen sprake meer van een stijging van de heat content. De time lag tussen stagnatie van globale temperatuur en ocean heat content is makkelijk te verklaren vanwege het enorme bufferend vermogen van de oceanen en de menging van water tussen diverse niveaus. De heat content van land + atmosfeer en ijs speelt nauwelijks een rol van betekenis. Het lijkt er dus op dat de ‘best indicator’ van de site achterhaald is door de werkelijkheid.
Bovenstaande animatie laat zien wat die vreselijke klimaatontkenners doen met de stijgende wereldtemperatuur: ze knippen de reeks in stukjes, die elk geen stijging vertonen. Het is een beetje Donquichotte-achtige bewijsvoering, waarbij de vijand gecreëerd wordt en daarna bestreden. Ik ken geen enkele kritische klimaatvolger die op dergelijke wijze de recente temperatuurstijging benadert. Wellicht nog belangrijker is dat het artikel suggereert dat het gebrek aan opwarming van de afgelopen jaren het gevolg is van kortstondige effecten die vrijwel alle afkoelend werken, zoals ENSO, vulkanisme en zonneactiviteit. In onderstaande grafieken is af te lezen welke invloed volgens Rahmstorf et al deze effecten hebben gehad op de oppervlaktetemperatuur.
MEI is Multivariate ENSO Index, een maat voor de invloed van ENSO, AOD is Aerosol optical depth, een maat voor de invloed van vulkanisme op inkomende kortgolvioge straling, en TSI staatvoor total solar irradiance. Het resultaat van de wijze van analyse door Rahmstorf et al voor 5 datareeksen ziet u hieronder:
Het ziet er indrukwekkend uit, maar is het dat ook? Daar zijn toch wat twijfels over gerezen. Die twijfels worden, ik ben daar eerlijk in, meteen getriggerd door de naam van de onderzoeker. De naam Rahmstorf is in klimatologenland immers niet onomstreden. Behalve dat hij bekend staat als een rasechte alarmist, is hij onlangs door het Kölner Landgericht veroordeeld vanwege het feit dat hij onwaarheden over een wetenschapsjournaliste had verkondigd die haar in de uitoefening van haar beroep hebben geschaad. Irene Meisscher had het namelijk gewaagd het IPCC te bekritiseren vanwege alarmistische passages over de toekomstige landbouwproduduktie in Afrika, als gevolg van de vermeende opwarming van de aarde. Deze waren niet op ‘peer-reviewed’ literatuur gebaseerd, maar toch in de samenvatting van het IPCC-rapport terecht gekomen en werden vervolgens in de klimaatalarmistische uitspraken van Pachauri en Ban Ki Moon hoog opgespeeld. Later zou dit bekend worden als ‘Africagate’.
Bob Tisdale heeft wat kritisch noten gekraakt over het Rahmstorf artikel. Een ervan is dat Rahmstorf et al in hun publicatie behalve ENSO, zon en vulkanen nog een vierde ‘’externe” variabele mee laten doen in hun regressieanalyse, namelijk de lineaire temperatuurtrend. Afgezien van inhoudelijke bezwaren of de lineaire trend wel een externe variabele is, laat Tisdale zien wat het effect van die vierde factor is. De eerste grafiek is met , de tweede zonder de lineaire trend.
Dat komt omdat het mee laten wegen van de lineaire trend in de analyse grote effecten heeft op de schaal waarop de andere factoren van invloed zijn op de temperatuur, maar ook en in het bijzonder omdat daardoor invloed van de zonne-instraling omgekeerd wordt. Zie de grafieken hieronder:
Het tweede bezwaar is dat Rahmstorf et al de ENSO data gebruiken als externe factor en te weinig rekening houden met de zeer complexe invloed van ENSO op de oppervlaktetemperatuur. Daarover is al vaker gepubliceerd. De auteur van het artikel in ScepticalScience stelt: “ Although the rate of warming of surface air and lower troposphere temperatures appear to have slowed over the past few years, the same could be said at any virtually any point in time by cherrypicking short-term noise and ignoring the long-term trend ”. Het lijkt me dat het artikel zelf een aardig bewijs levert van cherrypicking en en veronachtzamen van langetermijntrends.