De verbeterde streepjescode

In mijn vorige bijdrage schreef ik uitgebreid over de streepjescode van het KNMI. Arnout Jaspers heeft er afgelopen weekeinde ook een mooi stuk over geschreven onder de pakkende titel ‘De KNMI-streepjescode is een bloedsprookje van klimaatalarmisten’.


Fig.1   Bron: KNMI

Dat verhaal van Jaspers kwam in grote lijnen overeen met wat ik van die streepjescode vind. Jaspers: “Door de oogharen naar de langjarige trend kijkend, is Nederland de afgelopen 120 jaar twee graden warmer geworden. Twee graden, is dat veel of weinig? In Fahrenheit is dat ruim 3,5 graden. Iedereen voelt op zijn klompen aan dat zo’n herschaling van Celsius naar Fahrenheit in feite niets uitmaakt, maar veel minder mensen beseffen dat bij het schalen van kleurbalken altijd keuzes gemaakt moet worden die in principe net zo willekeurig zijn. Dat roept de interessante vraag op wat een min of meer objectieve graadmeter zou zijn voor veel of weinig opwarming, en welke kleurschaal daar een eerlijk, nuchter beeld van zou geven.”

Die donkerrode laatste jaren suggereren in elk geval dat het niet veel warmer moet worden dan gemiddeld 11,8 °C per jaar  of we leggen het loodje. Volstrekte onzin natuurlijk. Net zo als die 7,9 °C van 1963 in donkerblauw volstrekt niet de leefbare ondergrens is.

Daarom maakt Jaspers een eigen streepjesgrafiek Lees verder

Kleuterstatistiek


Fig.1   Bron: KNMI

Het KNMI heeft weer een nieuwe klimaatstreepjescode gepubliceerd, net als de afgelopen paar jaren. Ik lees op de KNMI site:

“KNMI-klimaatonderzoeker Karin van der Wiel maakt ieder jaar de klimaatstreepjescode voor Nederland. De klimaatstreepjescode is een kleurrijke weergave van hoe het klimaat in Nederland sinds 1901 is veranderd. Elke streep in de code staat voor de gemiddelde temperatuur van een jaar.

De kleuren variëren van donkerblauw (koude jaren) tot donkerrood (warme jaren). De trend is duidelijk: Nederland wordt warmer. In de eerste helft van de vorige eeuw zijn veel strepen blauw, wat betekent dat het toen koeler was. De laatste decennia zie je steeds meer rode strepen, omdat de temperaturen sneller stijgen. Dit komt vooral door menselijke activiteiten, zoals het verbranden van fossiele brandstoffen. De toename van temperatuur heeft gevolgen voor ons allemaal, zoals vaker hittegolven en meer zware regenbuien.”

Die laatste zinnen heb ik even cursief gedrukt. Ze laten mooi zien dat Lees verder

Factcheck van Pointer


Bron: Pointer

Het KRO/NCRV programma Pointer doet zich graag voor als ‘onafhankelijke factchecker’, maar dat lijkt toch wat te hoog gegrepen. Ik werd weer eens op de feiten gedrukt door het lezen van een artikel van de hand van prof. Richard Tol op zijn substack. Richard Tol is een Nederlandse hoogleraar economie aan de Universiteit van Sussex en hoogleraar klimaateconomie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

De kwestie speelde zich eind mei 2024 af rond de EU lijsttrekker voor de BBB Sander Smit. Smit had beweerd dat het klimaatpakket van de Europese Unie, de Green Deal, jaarlijks 1556 miljard euro kost en dat dit tien keer meer is dan de schade die ermee voorkomen wordt. Dat laatste klopt niet, zo blijkt uit  Pointer onderzoek in het kader van de Factcheck-marathon in aanloop naar de Europese verkiezingen.

Waarom reageerde prof. Tol op zo’n onnozele ‘factcheck’ van Pointer? Lees verder

Lezing Benny Peiser in Nederland

Op 26 november 2024 gaf Benny Peiser, directeur van de Global Warming Policy Foundation, in Driebergen een interessante lezing  over de laatste (geo)politieke en economische ontwikkelingen rondom klimaatbeleid. Wat betekent de overwinning van Trump voor klimaatbeleid? Wat is de uitkomst van COP29 in Bakoe? Houdt Duitsland (en Nederland!) het hoofd boven water nu de energietransitie een ramp lijkt te veroorzaken? Nederlandse ondertiteling beschikbaar.

 

Ad Huijser en klimaatfeedbacks

Ad Huijser studeerde Technische Natuurkunde aan de TU Eindhoven en promoveerde in 1979 aan de TU Twente. In 1994 werd hij benoemd tot “baas” van het beroemde NatLab en vanaf 1998 was hij verantwoordelijk voor de wereldwijde Philips Research organisatie. Ad Huijser heeft zich de laatste jaren intensief bezig gehouden met het onderwerp klimaatverandering en toont vanwege zijn achtergrond vaak een ‘frisse’ blik op de problematiek. Dat hij daarbij af en toe heilige huisjes omver haalt is mijns inziens logisch en soms noodzakelijk.

Dat gebeurde onlangs ook met de publicatie van zijn paper “Greenhouse Feedbacks are Intrinsic Properties of the Planck Feedback Parameter

Hij schrijft in de Abstract: “Het idee dat ons klimaat door het fenomeen van “terugkoppelingen” anders reageert op antropogene forcings dan op natuurlijke instabiliteiten lijkt wijdverbreid. Dit artikel laat zien dat klimaat-terugkoppelingen geen effecten zijn die worden veroorzaakt door forcings, maar in feite ons klimaat “vormen”. Onafhankelijk van de oorsprong van een verstoring zal ons klimaat altijd reageren volgens de Planck-feedbackparameter λPL.

Omdat de inhoud van deze paper -ook voor de wat meer ingewijde lezers- stevige kost is, heeft Ad Huijser Lees verder

De valkuil die energietransitie heet

Als het in de zomer flink waait en het zonnig weer is, dan schijnt in Duitsland méér elektriciteit door wind en zon opgewekt te worden dan er verbruikt wordt. Ik heb gelezen dat op dergelijke dagen dat in Nederland ook zo is. Dat klinkt aantrekkelijk en als je alleen maar dáárnaar kijkt en niet naar de schaduwzijde ervan, dan word je vanzelf een gelukkige (=onnozele) aanhanger van energietransitie.


Fig.1   Naar: energy-charts.info

Afgelopen week (week 50 van 2024) ging het mis: nauwelijks wind in NW. Europa en de zon liet zich ook niet zien. Dat betekende dat windmolens en zonnepanelen nauwelijks energie leverden. In Duitsland noemen ze dat Dunkelflaute. Figuur 1 is een grafiek van de elektriciteitsopwekking in Duitsland in die week 50. Duitsland is het ‘verst’ in de energietransitie, dus daar komt een Dunkelflaute hard aan.

De bovenste zwarte lijn in figuur 1 is het verbruik (de vraag, load), en aan het hogere verbruik is goed te zien dat de eerste 5 dagen doordeweekse dagen waren. DE schommelingen laten zien dat er overdag van een hoger verbruik sprake is dan ’s nachts. De laatste 2 dagen waren weekenddagen, met een overall lager verbruik. De kleurtjes geven de diverse ‘bronnen’  van de elektriciteitsopwekking weer. Lees verder

Orkaanseizoen 2024


Fig.1   Bron: KNMI

Er is de afgelopen maanden veel kabaal geweest over het opvallend vaak voorkomen van tropische wervelstormen in 2024. Figuur 1 is afkomstig uit een recent artikel op de KNMI website. De rode omlijning van enkele passages is van mijn hand. Zonder te twijfelen stelt het KNMI nadrukkelijk dat klimaatverandering daarbij een rol speelte: “… de rol van klimaatverandering is goed zichtbaar geworden”. Lees verder

Klimaatverandering afgelopen 4000 jaar

Op de klimaatwebsite WhatsUpWithThat verscheen gisteren een zeer lezenswaardig artikel van de hand van Andy May met een temperatuurreconstructie over de afgelopen 4000 jaar. Ik heb de redactie van WUWT gevraagd om het te mogen vertalen voor Klimaatgek, waarvan acte:

Andy May, WUWT 3 december 2024

Klimaatverandering in de afgelopen 4000 jaar

Ik heb voor het laatst over klimaatverandering en beschaving in de afgelopen 4000 jaar in 2016 geschreven. Sindsdien is er veel veranderd en heb ik veel meer geleerd over het onderwerp. Ten eerste hebben we geleerd dat verschillende proxy’s voor lucht- en zeewater temperatuur, zoals ijskern δ18O of jaarringen, allemaal verschillend zijn. Voor een bespreking van sommige gebruikte temperatuurproxy’s en de problemen daarmee, zie hier. Proxy’s verschillen in nauwkeurigheid, zijn vaak gevoelig voor seizoenen en hebben verschillende temporele resoluties. Zoals Soon en Baliunas in 2003 opmerkten, zijn ze allemaal lokaal en “kunnen ze niet worden samengevoegd tot een hemisferische of globale kwantitatieve samenstelling.”

De reconstructie van de wereldwijde gemiddelde oppervlaktetemperatuur (GAST) die in het IPCC AR6-rapport is gebruikt, was van Kaufman et al. De auteurs geven aan dat de gemiddelde afstand van elke temperatuur (de temporele resolutie) 164 jaar is. Om het volledige wereldwijde instrumentele temperatuurrecord op een geldige manier met de proxy’s te vergelijken, moet men alle dagelijkse metingen sinds 1860 tot één punt gemiddeld worden. Dat wil zeggen, de snelheid van opwarming sinds 1860 is irrelevant, want het proxyrecord kan een stijging van 164 jaar niet waarnemen. Het probleem van het vergelijken van dagelijkse moderne instrumentele temperatuurmetingen met proxy’s wordt hier besproken door Renee Hannon. Lees verder

Warmste jaar


Fig.1   Data: crudata

Wordt 2024 het warmste jaar ‘ooit’ gemeten? Wellicht, als je kijkt naar bovenstaande grafiek van de Hadcrut5 meetreeks (thermometermetingen, non infilled). Het is een race tussen 2023 en 2024. Wat is er in die twee jaren aan de hand, dat de temperatuur zo omhoog vloog? Dat is vooral te danken aan het feit dat we de aflopen 2 jaren een super El Niño hebben gehad. Maar ook de langjarige stijging van de temperatuur op aarde van 1850 t/m 2023 helpt natuurlijk een beetje mee. Ik bedoel: het is logisch dat je een ‘recordjaar’ eerder aan het einde van een stijgende tijdreeks vindt dan aan het begin. Die lineaire trend 1850-2023 is overigens 1,03 °C.


Fig.2   Bron: NOAA

El Niño is het verschijnsel in het tropische deel van de Grote Oceaan dat om de 3 à 7 jaren de temperatuur van het zeeoppervlak  daar flink stijgt. Dat warmer worden van een deel van de Grote Oceaan heeft ruimtelijk bezien verstrekkende gevolgen voor het weer en heeft ook effect op de globale temperatuur. Samen met de stijgende trend van de temperatuur sinds 1850 zorgt dat er dan voor dat 2023 en 2024 opvallend warme jaren zijn. Lees verder

Windmolens en de temperatuur


Fig.1   Bron: Steve Boland

In een vorig artikel liet ik zien dat windmolens van invloed kunnen zijn op wolkvorming. Daarmee beïnvloeden ze de instraling van de zon en andere weersfactoren. Maar windmolens hebben ook zonder die wolkvorming invloed op met name de luchttemperatuur.

Op weg van Los Angeles naar Palm Spring kijk je je ogen uit bij het zien van het windpark in de San Gorgonio Pas (figuur 1). Zo ver als het oog reikte zie je windmolens. In die pas deden Roy en Traiteur al in 2010 onderzoek naar de invloed van windmolens op de luchttemperatuur. Ze namen temperatuureffecten waar als gevolg van versterkte verticale menging door turbulentie die veroorzaakt werd door rotoren van windturbines. Lees verder