Energietransitie in Nederland

In het vorige bericht heb ik aandacht gewijd aan het artikel van Martin Sommer in de Volkskrant van 11 januari j.l. Een week later schrijft Sommer het vervolg op zijn eerste artikel. Het Energieakkoord, waarbij Nederland 3% extra duurzame energie krijgt, gaat € 18 miljard kosten. Dat is de subsidie die nodig is om een enorme hoeveelheid windmolens neer te zetten, vooral op zee maar ook op het land.

energietransitie

Waarom die subsidie nodig is? Omdat de windmolens er anders niet komen. Ze zijn domweg niet concurrerend met conventionele vormen van energie zoals gas. Sommer berekent conservatief dat dat het gemiddelde huishouden daarvoor € 200 per jaar extra voor gaat betalen. Het genoemde rapport van de 11 wetenschappers komen op € 375,- per jaar extra. Weet de Nederlandse burger dat? Nee, op wat uitzonderingen na.  Wat de Nederlandse burger wel weet is dat er in Groningen scheuren in huizen ontstaan als gevolg van gaswinning. Dat weten ze omdat de media al langer dan een week het nieuws door dit item laten overheersen. Natuurlijk is het van belang dat mensen schadeloos gesteld worden als door mijnbouw de gevel scheurt. Maar het zou ook goed zijn als de media het verminderen van gaswinning eens in een breder perspectief zouden plaatsen.

De Groene Rekenkamer heeft een paar dagen geleden een rapport uitgebracht over de overgang naar duurzame energie. Het rapport heet Energietransitie in Nederland,  en is geschreven en gecontroleerd door mensen die verstand van zaken hebben en kunnen rekenen. Conclusie is dat grootschalige toepassing van duurzame energie onnodig en onbetaalbaar is. Kleinschalige toepassing van wind- en zonne-energie en biomassa kan levensvatbaar zijn. Dat het uitvoeren van een megalomaan project als het Energieakkoord een meetbaar effect op de globale temperatuur op aarde zal hebben is vrijwel uitgesloten. Vanaf het begin van dit millennium stokt de temperatuurstijging die medio jaren ’70 begon, ondanks de constante toename van het atmosferisch CO2-gehalte.