Kaarten zijn mooi maar pas op

Als geograaf ben ik verzot op kaarten. Als ik een reis ga maken schaf ik vooraf goede kaarten aan en bekijk die vele uren.  Als ik weer thuis ben ga ik de hele reis nogmaals maken, maar dan op de kaarten. Ik ga dus altijd 3x op reis eigenlijk.

In een van de laatste berichten  heb ik wat geschreven over Groenland en dat vanaf 2016 de massabalans wellicht in de buurt van 0 is komen te liggen (sneeuwval minus smelt, sublimatie en afglijden in zee).  Ik heb toen het kaartje gebruikt dat hieronder staat: de temperatuur-anomalie van juli 2018 ten opzichte van de julitemperaturen in de 10 voorafgaande jaren. Die kaartjes zijn van GISS/NASA  (GISTEMP) en kun je zelf interactief samenstellen op deze site.

De GISS-oppervlaktetemperatuuranalyse (GISTEMP) is een schatting van de wereldwijde verandering van de oppervlaktetemperatuur. Grafieken en tabellen worden rond het midden van elke maand bijgewerkt met behulp van de huidige gegevensbestanden van NOAA GHCN v3 (meteorologische stations), ERSST v5 (oceaangebieden) en SCAR (Antarctische stations).

Bron:  GISS/NASA

Te zien is dat de kleuren van het kaartje de aarde vrijwel volledig bedekken. Alleen nabij Antarctica zijn 2 stukken in de oceaan die geen data hebben, en een klein stukje in Afrika is niet gedekt. De kaart toont dat in juli 2018 het noordpoolgebied kouder was dan de afgelopen 10 jaar en het zuidpoolgebied warmer dan de afgelopen 10 jaar.  Omdat ik vooral geïnteresseerd ben in de poolgebieden kies ik voor een andere kaartprojectie, op de site van GISS ‘Polar Orthographic’  genaamd:

GISS/NASA gebruikt ‘grid boxes’ , gebaseerd op de lengte- en breedtegraden. Voor elke grid box wordt een temperatuur bepaald op basis van de metingen van de aanwezige stations. Zie de publicatie van Hansen (2010) over deze materie.

Voor grid boxes zonder data wordt data geëxtrapoleerd op basis van nabijgelegen stations. ‘Nabijgelegen’ betekent hier tot een afstand van 1200 km! Op deze manier wordt een vrijwel aaneengesloten gebied op aarde van data voorzien, waar dan bovenstaande kaarten van gemaakt worden. 1200 km, dat is de afstand hemelsbreed van Utrecht naar Rome. Dus zouden we in Utrecht verlegen zitten om temperatuurdata dan kunnen we die van Rome gebruiken :-).


In het noordpoolgebied  is slechts een handvol stations aanwezig, aan de noordelijke kusten van Alaska, Canada en Rusland. In het zuidpoolgebied is ook maar een handvol stations aanwezig op wetenschappelijke bases op Antarctica. Toch lukt het GISS/NASA met behulp van de beschreven 1200 km-smoothing om het kaartbeeld op beide polen vrijwel dekkend te krijgen.

Nu heeft GISS/NASA op zijn interactieve website gelukkig ook de mogelijkheid om in plaats van een 1200 km smoothing te kiezen voor een smoothing van 250 km. Dat betekent dat de extrapolatie naar dataloze gebieden over maximaal 250 km plaats vindt. De kaartjes komen er dan heel anders uit te zien:

Op Antarctica is de ligging van de meetstations te zien aan de gekleurde blokjes langs de kustlijn. De grote oranje cirkel in het midden kan alleen maar afkomstig zijn van de stations die in het binnenland van Antarctica liggen, Vostok en Amundsen-Scott. Daarover later meer.

In het Arctische gebied van het hetzelfde laken een pak.  De ligging van de schaarse weerstations is te zien aan de gekleurde hokjes langs de noordkust van Alaska, Canada en Rusland. In tegenstelling tot Antarctica is er midden op de Noordpool geen meetstation. Het is oceaan, bedekt met een laag drijfijs die voortdurend in beweging is.

Een andere organisatie die zich bezig houdt met de ‘constructie’ van temperatuurkaarten van de aarde is HadCRUT in Groot Brittannië. In tegenstelling tot GISS/NASA vult deze organisatie de lege grid boxes niet in met data van andere gebieden. Het gevolg is dat de opwarming op aarde hier minder groot is dan op de kaarten van GISS/NASA.

Bron: John McLean 2018

Bovenstaande grafiek betreft Crutem4, een dataset van HadCRUT  die oppervlakte-temperaturen op het land betreft. De grafiek toont dat de dekking van het landoppervlak afhankelijk is van de grootte van de gebruikte grid boxes, wat logisch is. De ononderbroken lijn is de grootte van de grid boxes die voor Crutem4 gebruikt wordt, 5×5 graden. Hoe groter de grid boxes, des te groter het oppervlak dat gedekt wordt.

Bron: Hadcrut

Onderstaand kaartje toont de grid boxes rond de noordpool waar temperatuurdata van Crutem4 in 2010 beschikbaar waren.


Conclusie: in de gebieden op en rond beide polen zijn temperatuurdata, zeker over een lange periode, schaars en grotendeels niet aanwezig. Opvullen van de lege gebieden met data van andere gebieden zoals GIS/NASA dat doet vertekent het kaartbeeld. Het suggereert iets dat er in werkelijkheid niet is. Toveren met kaarten is dat. Misschien dat u zich nu beter kunt voorstellen dat het berekenen van de gemiddelde temperatuur op aarde een hels karwei is. Of onmogelijk.

In een volgend bericht ga ik eens kijken wat de langjarige temperatuurmetingen op Antarctica vertellen.