De Volkskrant meldt dat er weer twee weerrecords gesneuveld zijn. Het eerste betreft de wel erg koude Pinksterdagen dit jaar. Sinds 1951 is het met Pinksteren niet zo koud geweest. Ik kom daar later op terug.
Bron: Volkskrant
Het tweede record was dat april 2016 de warmste was wereldwijd ooit gemeten:
Bron: Volkskrant
Nu is dat niet zo verwonderlijk, want er was sprake van een uitzonderlijk sterke El Niño waarover op deze plek al vaker geschreven is. Zie bijvoorbeeld hier. De Volkskrant bericht daar netjes over, met uitleg et cetera. En dat het de warmste april was ooit gemeten is best mogelijk. Maar daar moet je al wat voorzichtiger mee zijn, want die metingen van de wereldtemperatuur zijn niet zo betrouwbaar. Lees over de onbetrouwbaarheid van thermometermetingen en de berekeningen van een gemiddelde wereldtemperatuur hier.
Maar het venijn van het bericht zit in de staart:
Bron: Volkskrant
De krant schrijft ‘Volgens klimaatvorsers was de warmte echter vooral te wijten aan klimaatverandering’. El Niño zou hooguit 0,1 °C hebben bijgedragen. Nu ken ik klimaatvorsers die dat onwaarschijnlijk achten. En ook ik heb mijn bedenkingen. Al was het alleen maar omdat een dergelijk bijdrage van El Niño aan de gemiddelde wereldtemperatuur eenvoudigweg niet vast te stellen is. Die bijdrage is niet gelabeld. (De foto is voor de welbekende beeldvorming)
Misschien dat wat gezond verstand uitkomst biedt. Hieronder ziet u de grafiek van de gemiddelde wereldtemperatuur van het onderste deel van de troposfeer volgens UAH. Zoals bekend is deze reeks gebaseerd op satellietmetingen en daardoor veel betrouwbaarder dan de reeksen die gebaseerd zijn op thermometers.
Bron: UAH
Laten we eens naar de meest recente super Niños kijken, die van 1997/1998 en 2015/2016 waar we nog middenin zitten. Een Niño is een relatief kort fenomeen, dat veelal niet meer bestrijkt dan 2 jaren. Het mondiale temperatuurverloop kent steile flanken. El Niño van 97/98 bereikte een piek van 0,663 °C ten opzichte van het 0-niveau van de grafiek en stort dan weer even snel in.
El Niño van 2015/2016 piekt op 0,898 °C ten opzichte van het 0-niveau van de grafiek en is de afgelopen maanden bezig met de ‘afdaling’. Het is niet waarschijnlijk dat deze El Niño zich de komende maanden anders zal gaan gedragen dan de voorafgaande.
Ten opzichte van het voortschrijdend 5-jaarlijks gemiddelde van de temperatuurreeks is de huidige Niño niet veel hoger dan die van 1997/1998. Dat gemiddelde lag het afgelopen jaar ongeveer 0,2 °C hoger dan rond El Niño van 1997/1998
Bron: UAH
Niños zijn kortdurende fenomenen van opwarming van een deel van de westelijke Pacific en zijn terug te vinden in de gemiddelde wereldtemperatuur als een opvallende piek. De hoogte van de temperatuurpiek van de afgelopen super Niños ten opzichte van het langjarig gemiddelde lag tussen de 0,65 en 0,7 °C . Deze relatief kortdurende sterke opwarming kan volledig toegeschreven worden aan het fenomeen zelf.
Hoe gaat het nu verder? Omdat de huidige Niño nog steeds hoge temperaturen veroorzaakt zullen we wellicht de komende tijd nog een paar ‘maandrecords’ krijgen. Het is de verwachting dat aan het einde van 2016 het fenomeen uitgewerkt is. Vanaf dat moment krijgen we zeker een aantal jaren zonder maandrecords, ondanks het feit dat ‘klimaatvorsers’ de records vooral wijten aan ‘klimaatverandering’ en nauwelijks aan El Niño.
En wat die koude Pinksteren betreft: dat was het gevolg van een tijdelijke wind uit het noorden. Daarover en over de veranderingen in de loop van de tijd van die stromingen (GWL) graag een volgende keer.