Nogmaals de vlakke temperatuur op aarde

Volkskrantlezer Dick Betlem zag op 28 januari j.l. zijn ingezonden brief geplaatst naar aanleiding van mijn commentaar in de Volkskrant van 22 januari  op het artikel van Michael Persson in dezelfde krant over windenergie. Ik refereerde daarin aan het feit dat de gemiddelde temperatuur op aarde sinds 2002 niet meer gestegen is.

temp vk

Betlem noemt een aantal recordjaren volgens NOAA en concludeert daaruit dat ik ongelijk heb. Omdat de brievenrubriek geen plaats is voor een polemiek wil ik hier maar reageren op zijn opmerkingen.

In de eerste plaats is het noemen van een aantal ‘recordjaren’ geen fijne methode om je gelijk te halen. Je noemt dan niet de tussenliggende jaren, en die heb je natuurlijk nodig om te bezien of er sprake is van een trend.

Het tweede probleem dat hier opdoemt is dat er in feite geen sprake is van een gemiddelde temperatuur op aarde. Om de temperatuur van kokend water te bepalen is het voldoende om een thermometer in de pan met water te laten zakken en deze af te lezen.

Op aarde is de gemiddelde temperatuur het gemiddelde van alle temperaturen op aarde. Daarbij doemen een aantal problemen op. Zo is de temperatuur op aarde overal en voortdurend anders. Dat vereist niet alleen continumetingen maar ook meetpunten op zoveel mogelijk plaatsen op aarde. Dat laatste is een groot probleem. Hieronder is het recente meetnet van GISS/NASA te zien:

 

meetstations2

Bron: NASA

Te zien is dat de meetstations ruimtelijk zeer ongelijk verspreid zijn, zowel op het land als op zee. Op het land zijn er gebieden die schaars bemeten zijn met meetstations:  Noord Canada, grote delen van Zuid-Amerika, Afrika, Azië en Australië. Op de oceanen en zeeën is het aantal meetpunten zeer gering.  Bovendien is er op veel plaatsen op aarde sprake van microklimaten die aanmerkelijk kunnen verschillen de omringende gebieden, en die meestal niet gemonitord worden vanwege de betrekkelijke omvang van het meetnet.

Begrijpelijk is dan ook dat het een hele toer is om van de data van dit meetnet een ‘gemiddelde’ voor de gehele aarde te berekenen. Dat berekenen van de gemiddelde temperatuur kent veel haken en ogen, je kunt zeggen dat dit zo complex is dat er nooit één juiste methode uit rolt. Vandaar dat de datareeksen van GISS/NASA en HadCrut van elkaar verschillen.

Dan zijn er ook nog de meetgegevens van satellieten, die enkele voordelen hebben boven thermometermetingen, maar ook nadelen. Zo bestrijken de satellieten de gehele aarde, dus een gelijkmatige ruimtelijke spreiding van de metingen is aanwezig. Helaas kennen ook deze metingen een paar beperkingen. Zo kunnen ze niet de temperatuur op 1.50m hoogte meten zoals bij thermometers.  Ze meten de temperatuur van een bepaalde dikke laag van de troposfeer. Voor de metingen aan het aardoppervlak gebruikt men de zogenaamde TLT, Temperature Lower Troposphere. De temperatuur net boven het aardoppervlak moet geëxtrapoleerd worden.

tlt2

BronL REMSS

Hier zijn twee instanties actief, namelijk RSS en UAH.  Beide komen met afwijkende temperatuurreeksen. Dat komt omdat ze niet allebei exact dezelfde meetinstrumenten gebruiken die op de satellieten gemonteerd zijn. Bovendien krijgen satellieten na verloop van tijd een baanafwijking, die gecorrigeerd dient te worden. De wijze van correctie is mensenwerk en verschilt van instituut tot instituut.

Kortom, elke meetreeks heeft zijn voor- en nadelen. De enig juiste is er niet, en van een eenduidige gemiddelde temperatuur op aarde in een bepaalde periode is dan ook geen sprake. Vandaar dat ik in mijn bericht van 16 november 2013 uitging van de meest gebruikte reeksen en de verschillen tussen die reeksen liet zien. Die reeksen zijn GISS/NASA, HadCrut3, Hadcrut4, UAH en RSS.

wft 2014a

Bron: Woodfortrees

Zoals te zien is is mijn keuze voor de reeks van GISS/NASA een hele nette geweest, keurig tussen de extreem lange reeksen van HadCRut 3 en RSS/MSU en de korte van UAH.

Dat VK-lezer Betlem denkt dat ik een beetje sjoemel als ik de datareeks van GISS/NASA en HadCrut4 als uitgangspunt neem lijkt me derhalve ongegrond. Zelfs als ik de meetreeks van 1998 van UAH als uitgangspunt had genomen (16 jaar vlak) was er wat voor te zeggen.  Misschien moet hij zich eens inlezen in de problematiek van temperatuurmetingen? Dat kan op deze site, maar ook op veel andere plaatsen op het internet.