De VK interviewde afgelopen weekeinde methodologe Michele Nuijten:
“Het merendeel van de onderzoeken in de psychologie houdt bij herhaling geen stand. Het probleem stond deze week volop in de schijnwerper, nadat een groot herhaalproject van honderd psychologische studies had geleerd dat 60 tot 70 procent bij herhaling met andere proefpersonen en door andere onderzoekers een wezenlijk andere uitkomst oplevert. Een griezelig en inktzwart resultaat, want het kan betekenen dat het meeste onderzoek is gebaseerd op drijfzand. Laat dat eens op u inwerken – het mééste onderzoek. Gebaseerd op toeval en ruis.
En, laat dat duidelijk zijn, de psychologen zijn de enigen niet. Celbiologen die 53 als ‘landmark papers’ aangemerkte studies uit het onderzoek naar kankermedicijnen herhaalden, vonden maar zes keer dezelfde uitkomst. In de neurobiologie – de ‘hersenscan-kunde’ – blijkt maar 5 procent van de studies gebouwd op statistisch solide grond. En in de farmacologie, economie, materiaalwetenschap en biochemie komt meer dan 85 procent van alle studies uit op positieve resultaten: ófwel deze wetenschappers zijn écht geniaal, óf het is een teken dat ook hier de minder glanzende uitkomsten ongepubliceerd blijven…. In elk onderzoeksveld waar statistiek een rol speelt, spelen dit soort effecten. “
Uit ervaring kan ik zeggen dat dit niet alleen opgaat voor de vakgebieden die in het artikel genoemd worden, maar zeker ook voor publicaties over klimaatverandering. In dit vakgebied zijn de financiële en politieke belangen immens groot. There’s something rotten in modern science.