De nieuwe UAH V6.0 temperatuurreeks in kaart

 

Willis Eschenbach maakte van de oude (V5.6) en van vernieuwde datareeks V6.0 van UAH  (zie vorige posts) twee kaartjes:uah v56 kaartje

uah v6 kaartje

Dat deed hij met behulp van de Climate Explorer van het KNMI.  Helaas zijn beide kaartjes niet goed met elkaar te vergelijken. Bij oppervlakkige beschouwing is het beeld dat het tweede kaartje minder groen heeft en meer geel-bruin. In de vorige post zagen we dat de bijgestelde temperatuurreeks (V6.0) een minder snelle opwarming vanaf 1979 vertoont dan bij de vorige versie V5.6. Het addertje zit m in de gehanteerde kleurklassen van beide kaartjes die niet vergelijkbaar zijn (jammer).

Wat opvalt aan het tweede kaartje is dat in de nieuwe reeks de gemiddeld snellere opwarming van landmassa’s ten opzichte van water beter tot uitdrukking komt. Die snellere opwarming is onder andere het gevolg van de fysische verschillen tussen land en water, en de afnemende verdamping als gevolg van drogere bodems.

De relatief grote opwarming vanaf 1980 van het Noordpoolgebied is het gevolg van de afname van drijfijs (zie elders op de site). Daardoor neemt de albedo af en wordt een groter deel van het binnenvallend zonlicht geabsorbeerd in plaats van gereflecteerd. De albedo is het weerkaatsingsvermogen van een object, de verhouding tussen de hoeveelheid opvallende en gereflecteerde straling. De albedo is 1 als 100% van het inkomende licht gereflecteerd wordt.

Verse sneeuw of ijs heeft een albedo van 0,8-0,95, water  0,1-0,6. De grote albedo-range van water is voornamelijk toe te schrijven aan de hoek waarin het zonlicht binnenvalt. Iedereen weet dat bij een lage zonnestand zonlicht sterk op een wateroppervlak reflecteert. Gedurende de poolzomer is de zonnestand laag en zal de albedo van water ongeveer 0,5 a 0,6 zijn. Dit is nog altijd veel lager dan de albedo van sneeuw/ijs, waardoor het Noordpoolgebied sterk opwarmt.