What’s on a (climate) man’s mind?

Men gaat er van uit dat vanaf 1880 de gemiddelde temperatuur op aarde met 0,61 °C is gestegen. In een recente Summary for Policymakers van het IPCC is dat als volgt omschreven: “…the observed change between the average of the period 1850‐1900 and of the AR5 reference period (1986–2005) is 0.61°C (5–95% confidence interval: 0.55 to 0.67°C) [WGI AR5 SPM.E], which is used here as an approximation of the change in global mean surface temperature since pre‐industrial times, referred to as the period before 1750.”

global mean temp giss

Bron: NASA

Grafieken als bovenstaande, in combinatie met de ‘zekerheid’  van het IPCC dat dit grotendeels van antropogene oorsprong is, vormen de basis voor de heftige discussies en polemieken van de afgelopen 2 decennia. Daarover zijn veel opmerkingen te maken, een aantal vindt u op deze klimaatsite. Ik wil er een aan toevoegen, namelijk dat het schaalniveau waarop zaken beschouwd worden van groot belang is voor de impact die die zaken op ons hebben.

Een treffend voorbeeld daarvan is de constatering dat geologen, geofysici en fysisch-geografen over het algemeen niet zo geïmponeerd zijn door die temperatuurstijging vanaf het pre-industriële tijdperk. Zie bijvoorbeeld het interview met Salomon Kroonenberg. Dat heeft alles te maken met het ‘tijdframe’ waarin deze mensen hun werk doen. Vaak betreft het vele duizenden jaren, soms zelfs miljoenen. Een mooi voorbeeld is de temperatuurreconstructie op basis van de GISP2-boring op Groenland, ruim 3 km diep. De ijskern loopt van de top (95 jaar BP = 1855 n. Chr) tot ruim 49.000 jaar BP:

gisp2 6

De grafiek beslaat het laatste deel van het Weichselglaciaal en het huidige Holoceen (grijs gearceerd).  Omdat de ijskern geen data na 1855 geeft ben ik zo vrij geweest om de temperatuurstijging na 1855 met rood in te tekenen. Let op, dit is de geschatte temperatuurstijging op de boorlocatie op Groenland, door mij geschat op 2x de globale temperatuurstijging in deze periode. Ik hou daarmee rekening met het feit dat de temperatuurstijging nabij de polen groter was dan in de rest van de wereld.

Als ik naar deze grafiek kijk, dan grijpt me die laatste stijging vanaf 1855, het rode stukje, niet naar de keel. Dat komt natuurlijk doordat de temperatuurfluctuaties in de grafiek vele malen groter zijn dan die van dat rode lijntje. Zelfs als men het temperatuurverloop van alleen het Holoceen bekijkt valt op dat de temperatuurschommelingen in een groot deel van het Holoceen heftiger zijn geweest, en dat het eerste deel van het Holoceen warmer was dan momenteel.

Er is de afgelopen jaren in de discussie een soort van heilige graal ontstaan betreffende de grens van 2 °C waarboven de huidige temperatuurstijging niet zou mogen uitkomen zonder verstrekkende gevolgen voor onze planeet. Die grens is niet gebaseerd op enig wetenschappelijk onderzoek, maar is een eigen leven gaan leiden nadat enkele jaren geleden voor het eerst over die ‘cruciale’   2 °C grens geschreven werd. Dat is opgepikt door politici en NGO’s , en versterkt doordat media die ‘cruciale grens’  voortdurend herhalen. De waarheid is vandaag de dag blijkbaar een kwestie van herhalen en een goede variatie in de herhaling. De Duitse fililoog Victor Klemperer gaf in zijn boek  “LTI – Notizbuch eines Philologen” een overzicht van propagandatrucs. Een daarvan is boodschappen telkens herhalen waardoor mensen deze op den duur voor waar gaan aannemen.

De recente IPCC-rapporten gaan uit van die 2 °C grens (“2°C relative to pre‐industrial levels” ) op basis waarvan zgn. mitigatiescenario’s gemaakt worden, zonder in te gaan op de validiteit van die grens.

interglacial1

Bovenstaande grafiek komt uit de publicatie van Sime et al in Nature  ( Sime et al. Evidence for warmer interglacials in East Antarctic ice cores. Nature, 2009).

Het Holoceen, het recente interglaciaal, bevindt zich links in de grafiek. Te zien is dat de drie voorafgaande interglacialen alle warmer waren dan het huidige, en alle méér dan 2 °C warmer dan de pre-industriële globale temperatuur. Die 2 °C grens bereikte we overigens al tijdens het Holoceen optimum, zo’n 8000 jaar geleden.

Door alleen maar te kijken naar de afgelopen 150 jaar beperkt het zicht op wat er gaande is. Kroonenberg noemt dat ‘kijken door een sleutelgat’, een mooie vergelijking. Tot slot een kleine bijdrage van mijn kant om wat relativerender te kijken naar de recente opwarming. We nemen als uitgangspunt een doodgewone thermometer en plakken daar de gemiddelde jaarlijkse globale temperatuur achter, op basis van de data van GISS/NASA.

thermometer

Bron:  GISS/NASA. Met dank aan http://suyts.wordpress.com/

Waarmee ik niet wil zeggen dat de globale temperatuurstijging van na 1880 niet interessant zou zijn om te bestuderen, maar het plaatje geeft wel de betrekkelijkheid van een gemiddelde temperatuurstijging van 0,61 °C weer.